| one publication added to basket [317790] | Advies Scheldebrug: deelrapport 3. Nautica
Eloot, K.; Verwilligen, J.; De Maerschalck, B.; Mostaert, F. (2019). Advies Scheldebrug: deelrapport 3. Nautica. Versie 4.0. WL Rapporten, 18_120_3. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen. VII, 36 + 5 p. bijl. pp. https://dx.doi.org/10.48607/304
Deel van: WL Rapporten. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen. , meer
|
| Beschikbaar in | Auteurs |
|
Documenttype: Projectrapport
|
| Trefwoorden |
Harbours and waterways > Interaction with structures
Harbours and waterways > Ship motion > Fairway and harbour design
Simulations
|
| Author keywords |
Fietsbrug; Passage zeeschepen; Realtime simulatie; Operationaliteit |
ContactgegevensOpdrachtgever: De Vlaamse Waterweg , meer
| Abstract |
Om de toegankelijkheid van Antwerpen voor fietsers te verhogen en een modal shift in het personenverkeer te ondersteunen voorziet het project “OVER DE RING” in de aanleg van een Scheldebrug voor fietsers ter hoogte van de Kennedytunnel.
In het derde deelrapport van dit advies wordt de passage van de fietsbrug met zeeschepen onderzocht door middel van bijkomend verkennend realtime simulatieonderzoek op de scheepsmanoeuvreersimulator van het Waterbouwkundig Laboratorium, uitgevoerd op 26 juni 2019. De doorvaartbreedte werd vergroot tot 90 m en drie verschillende brugtypes, allen met een identieke locatie voor de doorvaart, werden beoordeeld: een basculebrug, een draaibrug bestaande uit één deel en een draaibrug bestaande uit twee delen. De operationele voorwaarden (wind, stroming) die volgens de Gezamenlijke Bekendmaking voor de toegankelijkheid tot Wintam gelden werden als basis genomen voor de evaluatie van de toegankelijkheid van de drie brugtypes op dezelfde locatie. De wind werd in meer richtingen gevarieerd in vergelijking met de voorgaande simulatiestudie en tussen 5 en 7 Bft. Bij deze windklasses is minstens één (achter)sleepboot noodzakelijk om de maximale doorvaartsnelheid van de brug beneden de 8 knopen over de grond te houden (bij voorstrooms varen) en de windinvloed te compenseren. Een afstand van 15 m tussen de pijler en het schip wordt als aanvaarbaar en veilig geëvalueerd door de loodsen wat gezien het brede vaarpad van het schip onder invloed van stroming, wind en bochten niet noodzakelijk gegarandeerd kan worden met een doorvaartbreedte van 90 m. Er worden voorstellen tot aanpassingen aan het ontwerp (locatie en oriëntatie) en bijkomend onderzoek geformuleerd. |
|
