one publication added to basket [33791] | Benthos en pollutie op de slikken van Vianen: data-analyse van het macrozoöbenthos op de slikken van Vianen (Oosterschelde): zijn er waarneembare pollutie-effecten rond het sloophaventje?
Meire, P.M.; Seys, J. (1989). Benthos en pollutie op de slikken van Vianen: data-analyse van het macrozoöbenthos op de slikken van Vianen (Oosterschelde): zijn er waarneembare pollutie-effecten rond het sloophaventje? Rapport RUG-WWE, 8. Rijksuniversiteit Gent, Laboratorium voor Oecologie der Dieren, Zoogeografie en Natuurbehoud: Gent. 33 pp.
Deel van: Rapport RUG-WWE. Rijksuniversiteit Gent, Laboratorium voor Oecologie der Dieren, Zoogeografie en Natuurbehoud: Gent, meer
| |
Trefwoorden |
Aquatic communities > Benthos Data processing Pollution effects Sedimentary structures > Mud flats ANE, Nederland, Oosterschelde [Marine Regions] Marien/Kust |
Abstract |
Op de Slikken van Vianen (Oosterschelde) was gedurende vele jaren een scheepssloper aktief. Het tijdelijk stockeren van wrakken en de afbraakaktiviteiten zelf hebben op een oppervlakte van meerdere tientallen hektare slik een sterke vervuiling nagelaten. Ontelbare brokstukken slingeren op het slik rond. Bij een recent onderzoek bleken ook hoge concentraties organische microverontreinigingen in de bodem aanwezig te zijn. Dit was de aanleiding voor een diepgaand onderzoek met het oog op mogelijke saneringsmaatregelen. In dit kader was het wenselijk om gegevens over bodemfauna van het gebied te analyseren teneinde na te gaan of er bepaalde effecten waarneembaar zijn of niet.Gegevens afkomstig van een gedetailleerde bemonstering op de Slikken van Vianen uit het najaar van 1984 werden daartoe in detail geanalyseerd.Op basis van multivariate analyse konden de Permanente Quadraten (PQ’s) onderverdeeld worden in verschillende clusters. Abiotische factoren zoals de vrijliggingsduur en het slibgehalte bleken sterk te verschillen tussen de diverse clusters. Diverse andere parameters zoals diversiteit, eveneens, de verhouding biomassa over abundantie, de verhouding abundantie over aantal soorten, de verdeling van de biomassa over diverse taxonomische groepen of trofische groepen, de gemiddelde individuele gewichten van Polychaeta en Oligochaeta evenals van diverse species en de Abundance/Biomass Comparison method vertoonden een grote variatie binnen de bestudeerde PQ's. Deze variatie kon evenwel steeds in verband gebracht worden met de gemeten abiotische factoren (sediment karakteristieken, vrijliggingsduur) en niet zozeer met de afstand tot het sloophaventje.Daarom besluiten wij dat er op basis van deze gegevens geen reden is om aan te nemen dat de structuur van de bodemdiergemeenschappen dicht bij het sloophaventje afwijkend is van wat we op basis van de abiotische gegevens zouden verwachten. Dit wil evenwel niet zeggen dat de gegeven pollutie geen effecten heeft op de bodemfauna (zoals bv. reproductie problemen etc.). Een bemonstering dichter bij het haventje is dan ook essentieel. Bovendien is de visuele vervuiling op een zo druk bezochte plaats van de Oosterschelde onaanvaardbaar, wat een sanering toch noodzakelijk maakt. |
|