IMIS

Publicaties | Instituten | Personen | Datasets | Projecten | Kaarten
[ meld een fout in dit record ]mandje (0): toevoegen | toon Print deze pagina

Stroomatlas Zeebrugge: deelrapport 15. Resultaten stationaire metingen
Plancke, Y.; De Maerschalck, B. (2024). Stroomatlas Zeebrugge: deelrapport 15. Resultaten stationaire metingen. Versie 3.0. WL Rapporten, 23_063_15. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen. 13 pp. https://dx.doi.org/10.48607/245
Deel van: WL Rapporten. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen. , meer
Stroomatlas Zeebrugge: deelrapport 15. Resultaten stationaire metingen

Beschikbaar in  Auteurs 
Documenttype: Projectrapport

Trefwoorden
    Currents (water)
    Hydraulics and sediment > Hydrodynamics > Current velocities  and patterns
    In-situ measurements
    Monitoring
    ANE, België, Brugge, Haven van Zeebrugge [Marine Regions]
Author keywords
    ADCP

Project Top | Auteurs 
  • Stroomatlas Zeebrugge, meer

Contactgegevens

Opdrachtgever: Port of Antwerp-Bruges, meer


Auteurs  Top 
  • Plancke, Y., meer
  • De Maerschalck, B., meer

Abstract
    De meest recente stroomatlas van de haven van Zeebrugge dateert van 2011. Vanuit Port of Antwerp-Bruges is de vraag gekomen om een update te maken. Het Waterbouwkundig Laboratorium heeft hier gekozen voor een hybride aanpak van terreinmetingen en numerieke modellering.Voorliggend rapport presenteert de verwerkte stationaire stromingsmetingen van de meetcampagne die tussen 10 en 26 augustus 2023 door het Waterbouwkundig Laboratorium in samenwerking met MDK-aKust en DAB Vloot werd uitgevoerd. Hierbij werden stroommeters uitgelegd net buiten de voorhaven, aan weerszijde van het vaarwater.Er werd een eerste analyse uitgevoerd naar de variatie van de maximale eb- en vloedsnelheid in functie van de getijcondities. Daaruit blijkt dat voor beide getijfases (eb en vloed) en beide locaties de maximale snelheid toeneemt wanneer het getijverschil toeneemt. De westelijke meetlocatie wordt gekenmerkt door hogere vloedsnelheden, terwijl de oostelijke meetlocatie een hogere ebsnelheid kent (maar nog steeds kleiner dan de maximale vloedsnelheid). Dit heeft voornamelijk te maken met de locatie van de meetframes ten opzichte van de dammen en de invloed van de dammen op de eb- en vloedstroming.In beide locaties is ook een duidelijke variatie van de maximale snelheid bij eb en vloed terug te vinden bij verschillende getijcondities. De maximale vloedsnelheid varieert van ca. 1 m/s (2 kn) bij doodtij tot ca. 2 m/s (4 kn) bij springtij. Bij de maximale ebsnelheid is de variatie kleiner: van ca. 0,75 m/s (1,5 kn) bij doodtij tot ca. 1,5 m/s (3 kn) bij springtij.

Alle informatie in het Integrated Marine Information System (IMIS) valt onder het VLIZ Privacy beleid Top | Auteurs