Getalswaarden bij de goede ecologische toestand voor oppervlaktewater voor de algemene fysisch-chemische kwaliteitselementen temperatuur, zuurgraad, doorzicht, zoutgehalte en zuurstof
Evers, N. (2007). Getalswaarden bij de goede ecologische toestand voor oppervlaktewater voor de algemene fysisch-chemische kwaliteitselementen temperatuur, zuurgraad, doorzicht, zoutgehalte en zuurstof. Stowa Rapport, 2007-01. Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA): Utrecht. ISBN 90-5773-347-1. 82 pp.
Deel van: Stowa Rapport. Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA): Utrecht, meer
| |
Abstract |
In het kader van de Kaderrichtlijn Water (KRW) dienen de lidstaten voor alle natuurlijke watertypen de referentietoestand te beschrijven en maatlatten te ontwikkelen om de ecologische toestand te kunnen bepalen. De ecologische toestand kent naast biologische kwaliteitselementen ook een aantal algemene fysisch-chemische kwaliteitselementen. In deze studie zijn voorstellen gedaan voor de getalswaarden van de algemene fysisch-chemische kwaliteitselementen (behalve de nutriënten) die behoren bij de Goede Ecologische Toestand (GET): • Thermische omstandigheden • Verzuringstoestand • Doorzicht • Zoutgehalte • Zuurstofhuishouding
Daarnaast zijn aanbevelingen gedaan voor de grenswaarden Matig-Ontoereikend en Ontoereikend- Slecht. Het bepalen van de klassen beneden GET is noodzakelijk omdat ‘geen achteruitgang’ in Nederland is geïnterpreteerd als geen achteruitgang in kwaliteitsklasse.
Uitgangspunt voor het bepalen van de GET-waarden is dat de biologie ‘leidend’ is; de getalswaarden (grenswaarden) voor de algemene fysisch-chemische kwaliteitselementen mogen het behalen van de GET van de biologische kwaliteitselementen niet in de weg staan.
In eerste instantie zijn bij de kwaliteitselementen parameters gekozen, die ecologisch relevant zijn en aansluiten bij bestaande meetprogramma’s. Vervolgens zijn de getalswaarden van de parameters afgeleid met een data-analyse. Voor de waarden behorend bij de referentie (of Zeer Goede Ecologische Toestand) en de GET is uitgegaan van de bandbreedte aan chemische meetwaarden in wateren die voldoen aan de GET voor de biologie. Dit komt overeen met de aanpak voor de MTR en heeft de voorkeur ten opzicht van de minimale en -maximale waarden, omdat de grenswaarden niet op één of enkele uitschieters worden gebaseerd.
Omdat nagenoeg ongestoorde fysisch-chemische omstandigheden tegenwoordig soms zelden aangetroffen worden, is het in sommige gevallen niet mogelijk gebleken de bij (Z)GET behorende grenzen vast te stellen met behulp van een data-analyse. Daarom is daarnaast ook informatie uit de literatuur gebruikt, evenals voorstellen voor getalswaarden uit het buitenland en normen uit andere Europese richtlijnen.
Voor de getalswaarden behorend bij de klassengrenzen beneden GET is eveneens uitgegaan van de bandbreedte aan chemische meetwaarden in wateren met de betreffende toestand voor de biologie. Door gebrek aan goede gegevens zijn de grenswaarden soms enkel rekenkundig afgeleid. Dit is vooral bij de Kust- en Overgangswateren noodzakelijk gebleken.
In onderstaande tabel zijn de getalswaarden voor de grens tussen GET en de klasse matig weergegeven (dit is de norm voor de natuurlijke watertypen). In de tekst en bijlage 5 worden de voorstellen van de overige klassengrenzen gepresenteerd en wordt ingegaan op de achtergrond van de keuzes en op mogelijke alternatieven. |
|