IMIS

Publicaties | Instituten | Personen | Datasets | Projecten | Kaarten
[ meld een fout in dit record ] Print deze pagina

Evaluatie van de kwaliteit van tarbotpootvis op het herstockeringssucces in de Noordzee
www.belspo.be/belspo/fedra/proj.asp?l=en&cod=mn/dd2/005

Engelstalige titel: Evaluation of the quality of turbot fry on the stock enhancement success in the North Sea
Overkoepelend project: Research action SPSD-I: Sustainable management of the North Sea, meer
Identifier financieringsorganisatie: MN/DD2/005 (Other contract id)
Periode: Oktober 1999 tot September 2001
Status: Afgelopen

Thesaurustermen: Aquacultuur; Genetica; Kustwateren; Vis; Vislarven
Taxonomische term: Scophthalmus maximus (Linnaeus, 1758) [WoRMS]
Geografische term: ANE, België, Belgisch Continentaal Plat (BCP) [Marine Regions]
 Instituten 

Instituten (2)  Top 
  • Universiteit Gent; Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen; Vakgroep Dierwetenschappen en Aquatische Ecologie; Laboratorium voor Aquacultuur en Artemia Reference Center (ARC), meer
  • Federaal Wetenschapsbeleid (BELSPO), meer, financier

Abstract
Objectieven van het project:

Het onderzoek heeft de volgende doelstelling: research naar het potentieel van ‘stock enhancement’ van platvis (tarbot) binnen een internationale context, gebruik makend van de expertise in dit domein die aanwezig is in België en van nieuwe methodieken.

Geplande activiteiten en te verwachten resultaten:

  1. Gestandardiseerde productie van pootvis en juvenielen van tarbot, met welbepaalde kenmerken die een rol spelen bij het succes van het uitzetten (afmetingen, ziekteresistentie, algehele weerstand tegen stress), gedrag (jachtactiviteit, vluchtreflex bij predatie), fysiologische conditie ... door aanpassing van zoötechnische en nutritionele factoren in de ‘hatchery/nursery’, alsook door het conditioneren van de pootvis uit de ‘hatchery-productie’. Mogelijke negatieve effecten op het leefmilieu zullen hierbij bestudeerd worden en hun effect zal gereduceerd worden door gebruik te maken van recirculatietechnieken.
    De vissen zullen onderworpen worden aan verschillende tests waaruit zal blijken welke productie methode vissen oplevert die niet stress gevoelig zijn en een grote resistentie vertonen tegen vispathogenen. Er wordt verwacht dat de kweektechniek zal leiden naar een productie van voorspelbare aantallen larven (overleving ± 30% op dag 45) van hoge kwaliteit (goed gepigmenteerd, stressbestendig en hoge groeisnelheid)

  2. Genetisch onderzoek op het pootvismateriaal aan de hand van analyse van microsatellieten en random amplificatie van genomisch DNA (AFLP-techniek) om eventuele verschillen tussen de Noordzeepopulatie en de uitgezette pootvis aan te tonen, waarna eventuele selectie zal blijken uit vergelijking van de uitgezette en teruggevangen pootvis. Er wordt verwacht dat er geen verschil bestaat tussen de geïntroduceerde vis en de Noordzeepopulatie.

  3. Studie van de technische haalbaarheid van de productie van tarbot-pootvis aan de Belgische kust. Een haalbaarheidsstudie over de mogelijkheid van aquacultuur aan de Belgische kust, gefinancieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de EU (Fisheries Research Station, 1995), stelde de verbrandingsoven van Zandvoorde voor als vestigingsplaats.

Partners en hun interactie mibv de taakverdeling:

Het Laboratorium voor Aquacultuur van de Universiteit Gent (ARC) heeft een wereldwijde reputatie op het vlak van larvicultuur van mariene vis en schaaldieren, en kan op 2 belangrijke domeinen een cruciale bijdrage leveren:

  1. productie en studie van juvenielen met specifieke kenmerken, die het succes na uitzetten kunnen verhogen. De overlevingskans van uitgezette dieren hangt van talrijke factoren af, bv. de mogelijkheid om aan geschikt voedsel te komen, het risico op predatie te verminderen, zich aanpassen aan stress en ziektes. Deze kenmerken van de juvenielen kunnen bepaald worden door de broedhuistechniek die toegepast wordt, maar zijn vooralsnog niet grondig bestudeerd.

  2. verminderde produktiekost door verbeterde productie in de broedhuizen.
    Juvenielen van een zo hoog mogelijke kwaliteit, geproduceerd in het ARC, worden verder gekweekt tot het juveniel stadium in het Departement voor Zeevisserij waar het gedrag wordt gevolgd voor ze worden gemerkt en uitgezet.

Het Departement voor Zeevisserij (Oostende) test ‘recapture’ methodes uit aan de Belgische kust met opgekweekte en gemerkte tarbot-juvenielen i.s.m. het ARC. De samples van de pootvis zullen genetisch gekarakteriseerd worden.
De juvenielen worden verder gekweekt in aangepaste installaties, waarbij verschillende voedsels worden uitgetest. Daarna worden de gemerkte vissen uitgezet en de gegevens van de teruggevangen dieren verzameld.

Gedurende de laatste 20 jaar is het onderzoek aan het Laboratorium voor Aquacultuur & Artemia Reference Center geëvolueerd vanuit fundamenteel en toegepast onderzoek op het pekelkreeftje Artemia naar een multidisciplinaire onderzoeksactiviteit van de specifieke probleemvelden met betrekking tot de larvale teelt van vis, schaal- en schelpdieren. Dit heeft vooral betrekking op biologische, zootechnische en nutritionele aspecten, maar recent ook op de reproductiefactoren, inclusief ei- en larvale kwaliteit en de impact van microbiologische factoren. Hiervoor zijn standaard onderzoeksfaciliteiten ontwikkeld voor de produktie van levende voedsels, een piloot hatchery, diverse kweekinstallaties voor nutritie-en reproductiestudies, geïsoleerde ruimtes voor microbiologisch onderzoek, evenals een chemisch labo voor gestandardiseerde biochemische analyses en faciliteiten om specifieke emulsies en diëten aan te maken.
Het Laboratorium voor Aquacultuur van de Universiteit Gent is de coordinator voor dit project.

Het DVZ-CLO is betrokken in onderzoek naar nieuwe en verbeterde visserijtechnieken, de populatiedynamiek en het exploitatiepatroon van vis-, schaal- en weekdiersoorten, en de mogelijke invloeden van contaminanten op het mariene ecosysteem. Hierbij heeft het DVZ-CLO een uitstekende reputatie heeft bij het geven van wetenschappelijk advies aan de Common Fishery Policy (CFP) van de Europese Unie voor de exploitatie van commerciële soorten en is dan ook betrokken bij diverse internationale projecten. Daar bovenop is het DVZ-CLO de officiële afgevaardigde voor België in het "International Council for the Exploration of the Sea" (ICES). Het DVZ-CLO heeft een ruime ervaring met het genetisch fingerprinten van mariene vissoorten voor soortbepaling en populatie-onderzoek en is betrokken in kwaliteits-, hematologisch en immunologisch onderzoek van mariene soorten. In het kader van het DWTC-onderzoek heeft het departement naast een lange internationale ervaring met het merken van mariene vissoorten, teneinde de levenscyclus en populatie dynamica verder uit te diepen, eveneens een ruime expertise op het vlak van uitzetten van gekweekte vis - restocking. Voor dit doel beschikt DVZ-CLO een kweekinstallatie voor de opkweek van juveniele platvis.

Alle informatie in het Integrated Marine Information System (IMIS) valt onder het VLIZ Privacy beleid Top | Instituten