Engelstalige titel: Research project landscape mounds: risks, ecological development prospects and management of mounds made of brackish dregded silt
Identifier financieringsorganisatie: 00/004 (Other contract id) Periode: Oktober 2000 tot Oktober 2005 Status: Afgelopen
Thesaurustermen Baggerspecie; Baggerwerk; Ecologie; Plantendek; Vervuiling
Geografische term: België, Zeeschelde, Haven van Antwerpen [Marine Regions]
|
|
Instituten (3) |
Top |
- Instituut voor Natuurbehoud (IN), meer, partner
- Universiteit Gent; Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen; Vakgroep Omgeving; Laboratorium voor Bosbouw, meer, partner
- Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen (GHA), meer, financier
|
Abstract |
Aanleiding:
Om de toegankelijkheid en bevaarbaarheid van de Antwerpse havendokken en -sluizen te kunnen garanderen, moeten jaarlijks grote hoeveelheden sediment opgebaggerd en geborgen worden. De aanleg van bufferende landschapsdijken met baggerslib vormt een mogelijke, duurzame oplossing voor het baggeroverschot. In opdracht van het Havenbedrijf participeert het IN in een project dat de praktische haalbaarheid en de milieuhygiënische en ecotoxicologische veiligheid van dergelijke dijken moet evalueren aan de hand van een proefdijk in de Antwerpse haven.
Doelstellingen:
- opstellen van zeer concrete maar wetenschappelijk onderbouwde richtlijnen voor de aanleg, inrichting, onderhoud en inplanting van landschapsheuvels met baggerslib
- inschatten van milieuhygiënische en ecotoxicologische risico’s van baggerdijken
- opstellen van een streefbeeld voor landschapsdijken met een optimale bufferende en ecologische functie
- verkenning van de mogelijkheden voor beplantingen en vegetatie-ontwikkeling op mechanisch ontwaterd slib
Aanpak:
- vier beheersscenario’s voor baggerdijken worden uitgetest: inzaaien, spontane ontwikkeling en maaibeheer (IN) en beplanting met bomen en struiken (Labo Bosbouw). De vegetatieontwikkeling wordt gevolgd via vegetatiekundige opnamen van permanente kwadraten.
- grondwaterdynamiek en -kwaliteit worden opgevolgd met behulp van een peilbuisnetwerk en halfjaarlijkse staalnames (IN). Bodemparameters (vooral zout- en vochtgehalte) worden gevolgd door het Labo Bosbouw. Parallel lopen twee bijkomende onderzoeken naar monitoring van de grondwaterkwaliteit en ecotoxicologische risico’s, uitgevoerd door studiebureaus onder begeleiding van IN en het Labo Bosbouw.
- het opstellen van het streefbeeld gebeurt via een literatuurstudie en vergelijking van de proefdijk met vegetaties op oudere baggergronden langs Schelde en Leie (chronosequentie). Inrichtingsvoorstellen voor baggerdepots gebeuren in overleg met Bart Vandecasteele (IBW).
- mogelijkheden van mechanisch ontwaterd slib worden getest door een inzaai- en beplantingstest op twee kleinschalige testdijken (IN/Labo Bosbouw)
- de verwerking van de resultaten gebeurt met klassieke multivariate analyse- en andere statistische methoden.
|
|