IMIS

Publicaties | Instituten | Personen | Datasets | Projecten | Kaarten
[ meld een fout in dit record ] Print deze pagina

Monitoringsprogramma van de luchtvervuiling door schepen
www.belspo.be/belspo/fedra/proj.asp?l=en&COD=EV/43

Engelstalige titel: Monitoring programme on air pollution from sea-going vessels
Overkoepelend project: Research action SPSD-II: Second scientific support plan for a sustainable development policy, meer
Identifier financieringsorganisatie: EV/43 (Other contract id)
Acroniem: MOPSEA
Periode: December 2003 tot April 2006
Status: Afgelopen

Thesaurustermen Kustwateren; Luchtverontreiniging; Modellering; Offshore; Scheepvaart
Geografische termen: ANE, België, Belgisch Continentaal Plat (BCP) [Marine Regions]; ANE, Noordzee, Zuidelijke Bocht [Marine Regions]
 Instituten 

Instituten (3)  Top 
  • Technum nv; Resource Analysis N.V. (RA), meer, coördinator
  • Vlaamse overheid; Beleidsdomein Economie, Wetenschap en Innovatie; Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO), meer, partner
  • Federaal Wetenschapsbeleid (BELSPO), meer, financier

Abstract
  • Context

    Het project kadert binnen het ‘Tweede Plan voor wetenschappelijke Ondersteuning van een beleid gericht op Duurzame Ontwikkeling (PODO II)’, deel II “Global Change, Ecosystemen en Biodiversiteit”. Deze gerichte actie handelt omtrent de ‘Evaluatie van de bestaande gegevens en van de haalbaarheid van de inwerkingstelling van een monitoringsprogramma conform met de internationale verplichtingen m.b.t. de atmosferische verontreiniging afkomstig van schepen.
    Sedert verschillende jaren worden voor wegvoertuigen emissienormen opgelegd die resulteren in een snelle verbetering van hun milieu-impact. Reglementeringen m.b.t. emissies van watertransport hinken echter reeds lange tijd achterop. Desalniettemin wordt watertransport nog steeds beschouwd als één van de meest milieuvriendelijke transportmodi. Dit wordt echter deels tenietgedaan door het feit dat schepen een stijgend aandeel krijgen in de totale transportemissies. Het is in dit kader dat de Internationale Maritieme Organisatie een annex aan de bestaande conventie inzake mariene verontreiniging goedkeurde om vooral de emissies van stikstofoxides en zwaveldioxide afkomstig van de scheepvaart te minimaliseren.

  • Beschrijving van het Project

    • Doelstellingen

      Emissies zijn niet lokaal gebonden, en daar wereldwijd erkend wordt dat emissies op internationale schaal zouden moeten worden aangepakt, werden tussen de verschillende landen akkoorden afgesloten inzake de rapportage van hun emissies vanuit verschillende bronnen en voor verschillende polluenten. Het is eveneens in dit kader dat verscheidene monitoringprogramma’s of methodieken zijn opgesteld. Bijvoorbeeld één van de meest gebruikte is het COPERT model voor de rapportage van emissies van wegvoertuigen. Voor de rapportage van scheepsemissies is er echter geen consistent rapportagemechanisme, methodologie noch monitoringprogramma voorhanden.
      Daar België echter moet voldoen aan de internationale en Europese akkoorden is een monitoringprogramma voor deze emissies evenwel noodzakelijk. Deze studie focust zich dan ook op de haalbaarheid van een dergelijk monitoringprogramma en zal inzicht verschaffen in de beschikbaarheid van bestaande gegevens en de mogelijk ondervonden knelpunten determineren.

    • Methodologie

      Het project combineert een algemeen overzicht van de bestaande wetgeving, bestaande monitoringprogramma’s en emissiegegevens met de opzet van een nieuw monitoringprogramma voor raming van emissies die voortkomen van schepen binnen Belgisch rechtsgebied. Dit project zal rechtstreeks relevant zijn voor de Belgische verplichtingen inzake internationale akkoorden en zal voltooid worden dmv een opeenvolging van verscheidene werkpakketten (taken).

      In het eerste werkpakket zal de beschikbare informatie worden geëvalueerd. Een beknopt overzicht van de bestaande luchtwetgeving op internationaal, Europees en nationaal (regionaal) niveau zal worden voorzien. In dit eerste werkpakket wordt aan de hand van beschikbare literatuurgegevens een overzicht gegeven van het transportvolume, type schepen en hun verwachte emissies. Enkel schepen die de Belgische zeehavens aandoen (Oostende, Zeebrugge, Antwerpen en Gent) zullen in deze studie worden opgenomen.

      In werkpakketten 2 en 3 wordt het bestaande monitoringprogramma, dat gericht is op de emissies afkomstig van opgeslagen brandstoffen (gebunkerde scheepsbrandstoffen, geanalyseerd en de knelpunten opgelijst.

      In een volgend werkpakket wordt een haalbaarheidsstudie voor de nieuwe aanpak uitgewerkt. Deze nieuwe aanpak zal zich richten op verkeersgerelateerde data. Opnieuw zullen knelpunten opgelijst worden en een eenvoudig kwaliteitscontrolesysteem opgemaakt. Verder zal een prognose worden gemaakt van de emissies van zeegaande schepen op het Belgische Continentaal plat (incl. de schepen die de Belgische zeehavens aandoen) en dit voor het jaar 2010 onder een welgedefinieerd business-as-usual scenario. Door deze cijfers te vergelijken met die van 1990 krijgen Belgische beleidsmakers inzicht in de rol die zeegaande schepen zouden kunnen spelen binnen het Kyoto-protocol.

      De vergelijking van de twee benaderingen (gebunkerde branstoffen en gerelateerd aan scheepsbewegingen) voor een referentiejaar (2000 of 2002) zullen leiden tot voer voor discussie voor de beleidsmakers betreffende de toewijzing van broeikasgassen en andere polluenten van zeegaande schepen.

Alle informatie in het Integrated Marine Information System (IMIS) valt onder het VLIZ Privacy beleid Top | Instituten