Zevende Grote Schelpenteldag toont heel wat exoten, en recordaantal getelde schelpen

Biodiversiteit

Met 114.000 getelde schelpen en heel veel tel- en strandplezier was de Grote Schelpenteldag van afgelopen zaterdag een groot succes. Niet minder dan 77 soorten, verzameld en geïdentificeerd over 400 kilometer kustlijn door meer dan 2000 deelnemers, kleurden deze dag. Toppers waren Halfgeknotte strandschelp, Kokkel, Nonnetje, Ovale strandschelp, Mossel en Amerikaanse zwaardschede, met duidelijke verschillen tussen Vlaanderen, Nederland en Frankrijk. De resultaten toonden ook hoezeer niet-inheemse soorten (9% van aantal soorten; 8% van aantal exemplaren) hun weg gevonden hebben naar onze kustwateren.

De Grote Schelpenteldag 2024

 

Halfgeknotte strandschelp is grote winnaar

De ‘LifeWatch’  Grote Schelpenteldag is intussen een gevestigde waarde in Europa. Het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ) coördineert dit burgerwetenschapsinitiatief sinds 2018, en krijgt daarbij de volle steun van EOS Wetenschap, de Provincie West-Vlaanderen, Natuurpunt, de Strandwerkgroep, Kusterfgoed en de tien kustgemeenten. Daarnaast is er de cruciale hulp van bijna honderd gidsen en schelpenkenners. Sinds 2022 is Nederland (o.l.v. Naturalis) mee ingestapt in het initiatief, en sinds vorig jaar ook N-Frankrijk (gecoördineerd door CPIE Flandre Maritime).

Tijdens de editie van zaterdag 23 maart 2024 zakten meer dan 2000 deelnemers af naar zee (B: min. 1000; NL: min. 1000; F: 150). Volgens een vastgelegd protocol telden en identificeerden die 114.093 schelpen en slakken (B: 54.506; NL: 49.499; F: 10.088) van in totaal 77 verschillende soorten. Absolute toppers waren Halfgeknotte strandschelp (33.754 ex; 30%), Kokkel (30.222 ex.; 27%) en Nonnetje (9013 ex.; 8%). Dat deze top-3 zich steeds weer herhaalt, soms in een lichtjes andere volgorde, is geen toeval, zegt Jan Seys (VLIZ): “Zowat de helft van de aangetroffen schelpen ligt al lang op onze stranden, en zal daar nog wel een tijdje blijven. Dat geldt met name voor Kokkels en Halfgeknotte strandschelpen, waarvan de hoofdmoot subfossiel is, d.w.z. daterend van tot wel 8000 jaar geleden. Ze stammen dus uit een tijd dat onze kust er heel anders uitzag en deze soorten het erg naar hun zin hadden. Vandaar dat deze soorten ook vandaag nog de schelpenfauna van onze stranden domineren. De andere helft aan schelpen is recent gestorven en geeft ons een beeld van wat zich recent op en rond de zeebodem afspeelt.”    

Duidelijke verschillen tussen Nederland, Vlaanderen en N-Frankrijk

De Halfgeknotte strandschelp en Kokkel staan in elk van de drie landen in de top-5. In België en Nederland prijken ze zelfs op plaats één en twee. Op de twee getelde stranden van N-Frankrijk is de Gewone tapijtschelp dan weer de talrijkste. En opvallend, deze soort haalt in België enkel aan de westkust, dus tegen de grens met Frankrijk, de top-10. Elders is hij veel minder talrijk. Andere verschillen zijn het veel minder talrijk zijn van de Mossel in Nederland (slechts op de 8ste plaats, met 808 getelde ex.), en het daar talrijk voorkomen van de Ovale en Stevige strandschelp (resp. met 6906 en 2988 ex., op de derde en vierde plek). Nonnetje is dan weer vooral in België talrijk, en bekleedt er met 9013 verzamelde exemplaren (17%) de derde plaats. In Nederland en N-Frankrijk maakt het Nonnetje nauwelijks 2-3% van alle gevonden schelpen uit.

Exoten nemen toe in de richting van het Kanaal

Tijdens deze editie was er bijzondere aandacht voor niet-inheemse schelpen, vreemde soorten hier aangeland met de hulp van de mens. Van de in totaal 77 verzamelde soorten, bleek 9% afkomstig uit een ander continent. In exemplaren uitgedrukt bedroeg het totaal aantal exoten 9372, of dus 8% van alle aangetroffen strandschelpen en –slakken. Bij die groep zitten enkele eerder zeldzame soorten, maar ook alomtegenwoordige voorbeelden van niet-inheemse schelpdieren. Zo was de Amerikaanse zwaardschede met 5873 ex. goed voor 5% van alle getelde schelpen. Maar ook het Muiltje (1300 ex), de Amerikaanse boormossel (1262 ex), de Japanse oester (504 ex) en de Filipijnse tapijtschelp (236 ex) zijn gevestigde waarden. De Amerikaanse strandschelp, nog maar enkele jaren geleden voor het eerst op onze stranden aangetroffen, breekt maar geleidelijk aan door, met dit jaar 194 aangetroffen exemplaren. Interessant is tevens dat het aandeel aan niet-inheemse schelpen (uitgedrukt in % van de verzamelde exemplaren) toeneemt naarmate men het Kanaal nadert: van 5% in Nederland, over 9% in België naar 19% in N-Frankrijk. Vooral de talrijke aanwezigheid van het Muiltje en de Amerikaanse zwaardschede (en in mindere mate ook van de Filipijnse tapijtschelp en Amerikaanse boormossel) in westelijke wateren maakt hier het verschil.   

Ook scholen betrokken

Na een oproep van de Provincie West-Vlaanderen gingen in de week van 18 tot 22 maart ook klassen uit de Belgische kustgemeenten schelpen tellen op het strand. Onder begeleiding van de schelpenexperts van Horizon Educatief vzw werden de leerlingen van het vijfde en zesde leerjaar zeewetenschapper voor één dag. Dit leverde maar liefst 4000 getelde schelpen op voor de Grote Schelpenteldag. Leerlingen uit Middelkerke, Oostende, Bredene en De Haan verzamelden telkens 100 schelpen, om nadien in de schelpenklas hun vangst te sorteren en te determineren.