one publication added to basket [317490] | Overleg Flexibel Storten: deelrapport 25. Sedimentbalans ter hoogte van de Hooge Platen
Goossens, M.; Van Holland, G.; Plancke, Y.; Mostaert, F. (2019). Overleg Flexibel Storten: deelrapport 25. Sedimentbalans ter hoogte van de Hooge Platen. Versie 3.0. WL Rapporten, 00_031_25. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen. VI, 24 + 61 p. bijl. pp.
Part of: WL Rapporten. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen. , more
|
Available in | Authors |
|
Document type: Project report
|
Keywords |
Dumping Hydraulics and sediment > Sediment > Dredging and dumping Literature and desktop study ANE, Scheldt Estuary [Marine Regions]
|
Author keywords |
|
Authors | | Top |
- Goossens, M.
- Van Holland, G., more
- Plancke, Y., more
- Mostaert, F., more
|
|
|
Abstract |
In het kader van de onderhoudsbaggerwerken van de vaargeul in de Westerschelde wordt het sediment teruggestort deels in de hoofdgeulen, deels in de nevengeulen en deels langs een aantal plaatranden. Bij de opvolging van deze stortstrategie worden jaarlijks een aantal kwaliteitsparameters getoetst. In macrocel 1 werd er bezorgdheid geuit rond de mogelijke invloed van de plaatrandstortingen op de ophoging van de Hooge Platen. Om deze bezorgdheden te onderzoeken, wordt in dit rapport een analyse uitgevoerd van de zandbalans ter hoogte van de stortzone Hooge Platen West. Algemeen verloopt het berekend sedimenttransport over de plaatrand in de richting van de vloedstroming, enkel nabij de grens met het Vaarwater langs Hoofdplaat domineert ebgericht transport. Op de plaatrandstortzone worden regelmatig stortingen uitgevoerd op het westelijke, diepe deel van de plaatpunt. Dit heeft steeds een verhoogde sedimentflux ter hoogte van de stortingen tot gevolg. Een deel van het gestort volume wordt meegenomen door de vloedstroom in opwaartse richting, en dit zowel in het jaar van de stortingen zelf als in de jaren erna. Opwaarts van de stortingen komt vaak een daling van de sedimentflux voor, een deel van het sediment dat meegenomen werd ter hoogte van de stortingen wordt verder opwaarts afgezet. In verschillende gevallen geven de variaties in sedimentflux aan dat het sediment het jaar nadien opnieuw erodeert en verder opwaarts wordt afgezet of uit de plaatrandstortzone verdwijnt. Ook is regelmatig een laterale invloed van de stortingen op te merken, waarbij het sediment dat in een rekenrij wordt gestort ook invloed heeft op de sedimentflux ten noorden en ten zuiden ervan. De wisselwerking tussen de sedimentflux en de bathymetrie is evident. Wanneer de netto sedimentflux afneemt komt sedimentatie voor en neemt de bathymetrische diepte af. Voor het noordelijke deel van plaatrand is de vereenvoudiging van de transportrichting een goede benadering van de werkelijkheid. Voor het zuidelijke deel van de plaatrandstortzone is de gemaakte vereenvoudiging minder waarheidsgetrouw. In sommige zones en tijdens sommige periodes is een laterale invloed in vooral zuidelijke richting op te merken, maar een tweedimensionale benadering zou hier beter zijn. |
|