Mariene data

Sinds de opstart erkent VLIZ de waarde van mariene data als het nieuwe blauwe goud. Data en databeheer nemen dan ook een belangrijke plaats in binnen de werking van het instituut. Het VLIZ datacentrum beheert vandaag een 10-tal grotere datasystemen, gaande van biodiversiteit over geofysica tot cartografie. Door de vroege en volgehouden inzet naar kwalitatieve en open data verzameling is VLIZ uitgegroeid tot een voortrekker en wereldspeler in mariene data. VLIZ  trok van in het begin volop de kaart van open access. Alle databanken zijn conform het FAIR (Findable, Accessible, Interoperable, Reusable) principe, lang voordat het  motto: "zo open als het kan en gesloten als het moet" mainstream werd.

De uitbouw van de datasystemen kende enkele belangrijke ankerpunten. In 2000 startte het Geïntegreerd Marien Informatiesysteem (IMIS - Integrated Marine Information System). Daarin linken personen aan instituten, publicaties, projecten, datasets en kaarten. In 2005 deed het Open Marief Archief (OMA) zijn intrede ter digitale ontsluiting van de literatuurcollectie. Veel mariene wetenschappers en kenniszoekers benutten dit systeem intensief (in 2023: 1795 aanvragen beantwoord, in 95 % van de gevallen binnen de dag). Een volgende belangrijke stap was de intrede van VLIZ in Europees gesubsidieerde programma's. Het MarBEF project was de aanzet voor de opstart van een EU-register voor mariene soorten (het latere World Register of Marine Species 'WoRMS') en van de VLIMAR Gazetteer (het latere 'Marine Regions'). Andere databanken zouden snel volgen, en dit binnen verscheidene Europese projecten. Dankzij belangrijke financieringsstromen vanuit de Vlaamse overheid, zoals de Vlaamse bijdrage aan enkele ESFRI (European Strategy Forum on Research Infrastructures) infrastructuren, kon VLIZ resoluut inzetten op informatie- en databeheer. Vermeldenswaardig is ook het uitgebreide onderzoeks- en monitoringsprogramma OMES. Dit programma volgt sinds 1995 de waterkwaliteit en –kwantiteit, en de flora en fauna in het Schelde-estuarium van dichtbij op. VLIZ host in opdracht van de Vlaams-Nederlandse Scheldecommissie  de website en ontsluit deze verder via de ScheldeMonitor. Deze laatste bundelt sinds 2004 deze data met alle andere monitoringsdata van het MONEOS (= MONitoring Effecten Ontwikkelings Schets) programma.

Mariene data

De komst van enkele prominente internationale spelers naar de VLIZ-gebouwen onderschreef de positie van VLIZ in het mariene data landschap. In 2005 verhuisde het projectbureau voor IODE (International Oceanographic Data and Information Exchange) van UNESCO-IOC naar de VLIZ-kantoren. Net als zijn opleidingsprogramma OTGA (Ocean Teacher Global Academy) en het OBIS datasysteem (Ocean Biodiversity Information System), waar VLIZ de Europese bijdrage voor levert. Later, in 2013, bood VLIZ onderdak aan het EMODnet (European Marine Observation and Data Network) secretariaat. VLIZ kreeg daarbij het mandaat van de Vlaamse overheid om het centrale webportaal uit te bouwen dat de gebruikers toegang geeft tot alle door EMODnet aangeboden datatypes.

Qua thematiek lag het zwaartepunt aanvankelijk op het beheer van internationale biodiversiteitsdata. Al snel, in 2002, startte het VLIZ zijn eigen tijdsreeksen met abiotische data van het Belgisch deel van de Noordzee (BDNZ), in het kader van meetcampagnes aan boord van de onderzoeksschepen Zeeleeuw en Simon StevinDe internationale scope werd verder uitgebreid met het initiatief dat VLIZ i.s.m. GLOSS opstartte na de tsunami in 2004 in Azië om het webportaal te coördineren van zeeniveau meetstations wereldwijd. Vanuit zijn rol als dataverantwoordelijke bij (inter)nationale samenwerkingen konden de VLIZ datasystemen stelselmatig groeien (o.a. IMIS). De aansluiting bij de internationale onderzoeksinfrastructuren LifeWatch en ICOS (sinds 2012) breidde de meetdata van het BDNZ verder uit met biotische datareeksen en metingen van broeikasgassen.  Door de opzet van gedediceerde dataportalen (ScheldeMonitor, 4DEMON, CREST) werden ze ook diverser. Ook intern voegde VLIZ andere datatypes toe aan zijn portfolio, denk hierbij aan data archeologie, zoals het HisGisKust project rond de digitalisatie van oude geografische kaarten, of  data afkomstig uit burgerwetenschappen (SeaWatch-B, CoastSnap). Sinds de opstart van zijn eigen onderzoeksmandaat in 2017, alsook de oprichting van het Mariene Observatie Center en het Mariene Robotica Center in 2018 zijn het aantal datatypes sterk toegenomen en is het volume aan data dat VLIZ zelf genereert exponentieel toegenomen.

Met zijn datasystemen bedient VLIZ een brede groep aan mariene professionelen wereldwijd, van beleidsmakers tot wetenschappers en bedrijven. Dit enerzijds dankzij een brede gemeenschap aan dataleveranciers (bv. WoRMS, ScheldeMonitor, EurOBIS, EMODnet), en anderzijds door eigen inspanningen, zoals Marine Regions.

Bijkomend stelt VLIZ data-gerelateerde diensten ter beschikking. Zo neemt het in meer dan 40 projecten allerhande taken en verantwoordelijkheden op rond het opzoeken, archiveren, redden, controleren, stroomlijnen, samenbrengen en publiceren van data. Buiten projectcontexten voorziet VLIZ ook al ruim tien jaar een helpdesk waar eenieder data of ondersteuning databeheer kan vragen, zoals hulp bij de aanmaak van DOI's (digital object identifier).

Deze groeiende expertise lieten VLIZ en zijn partners (o.a. IODE Project Office i.k.v. OTGA, EMODnet consortium en de onderzoeksinfrastructuren ICOS, LifeWatch en EMBRC) toe een voorbeeldrol op te nemen en kennis te delen door deze rijke datasets in te schakelen in datatraining activiteiten. Data vormde ook steeds een belangrijke insteek in het afsluiten van samenwerkingsakkoorden, zowel op nationaal als internationaal vlak. Alle 39 internationale samenwerkingsverbanden bevatten een sectie rond data uitwisseling, waarvan 13 tot stand kwamen door het werk dat VLIZ verricht i.k.v. Aphia (WoRMS).

OECD: "Provision of public marine data in Flanders is helping to realise the Flemish Government’s open data objectives, is used to increase knowledge and understanding of marine and coastal spaces in Belgium, and could be considered a model for other coastal regions looking to broaden the reach of public marine data provision in their communities."

Een recente OECD-studie toont de brede toepasbaarheid van mariene data in Vlaanderen. De 'return on investment' voor Vlaanderen blijkt zeer hoog. De mariene databanken in Vlaanderen vormen de basis voor een groot aantal complexe waardeketens met een breder bereik dan de oorspronkelijke reden van datacollectie. En de toekomst ziet er veelbelovend uit.

De verdere diversificatie van de dataverzameling – en toepassing –  zoals bijvoorbeeld richting offshore veiligheid en militaire operaties, creërt niet enkel extra financieringsstromen. Het bevordert ook de interdisciplinaire samenwerking. Nieuwe technologieën zoals artificiële intelligentie, machine-to-machine learning,  worden uitgerold en zullen de interconnectiviteit tussen datasystemen optimaliseren. Door de gebruikers van mariene data nog beter in kaart te brengen, kan de zichtbaarheid bij bepaalde gebruikersgroepen verbeteren. De interconnectie tussen verschillende datatypes, databronnen en rekenmodellen zal op Europees vlak zijn uitwerking vinden in de Digital Twin Ocean (DTO), waarin VLIZ de e-infrastructuur helpt uitbouwen. Op Vlaams niveau werkt Digitaal Vlaanderen aan de bouw van de Vlaamse Smart Data Space. Het is een ecosysteem met duidelijke spelregels, waardoor data slim kan gedeeld, gepubliceerd en hergebruikt worden.  VLIZ draagt zijn steentje bij via het MAREGRAPH project. De unieke situatie van een kleine continentale oppervlakte die sterk bemeten en gemonitord wordt, maakt van België een ideale casestudy voor het connecteren van expertise over disciplines en gebruikers heen. Wij kijken alvast uit naar wat ons 'blauwe goud' nog kan bijdragen aan kennis en innovatie in de toekomst!