Vlaamse regering voorziet voor 2022 boosterinjectie voor wetenschappelijk onderzoek met maatschappelijke impact


Foto: VLIZ

Vlaanderen behoort in Europa tot de beste leerlingen van de klas op het vlak van onderzoek en innovatie. Het maakt deel uit van de groep ‘innovatieleiders’ in de Europese Unie. Vlaamse bedrijven, overheden en onderzoeksinstellingen besteden samen 3,35% van het bbp (of meer dan 9,3 miljard euro) aan onderzoek en ontwikkeling. Ook de kwaliteit en impact van onze innovatieprojecten scoren hoog, waarmee Vlaanderen het tot een van de sterkste regio’s in Europa schopt.

Vlaams minister van Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid Hilde Crevits wil die positie nog versterken. De coronacrisis heeft het belang van sterk onderzoek extra in de verf gezet. De huidige situatie vraagt een actualisering van het beleid.

Het ondersteunen van toponderzoek met een maatschappelijke impact wordt het komende politieke jaar een topprioriteit. De Vlaamse regering sloot convenanten af met imec, VLIZ, VIB, KDMA, Orpheus en ITG om hun kennis verder uit te breiden en hun internationale positie te versterken. De overeenkomsten leggen de wetenschappelijke en valorisatiedoelstellingen, en ook de middelen voor de komende 5 jaar vast.

Voor het Vlaams Instituut voor de Zee betekent dit een grotere onderzoeksfocus op de impact van klimaatverandering, zodat bedreigingen – zoals zeespiegelstijging of verminderde biodiversiteit – met data tijdig vastgesteld kunnen worden of mogelijke oplossingen aangereikt. Het VLIZ ontvangt in 2022 10,6 miljoen euro werkings- en investeringsmiddelen - een groei met 3,5 miljoen euro.