Vlaams onderzoek bevestigt strandsuppleties als duurzame oplossing voor kustbescherming


Strandkliffen na een storm op het strand van De Panne. Foto: René Billiau

Na zowat elke winterstorm verschijnen op tal van stranden aan onze kust zogenaamde ‘strandkliffen’. Telkenmale volgt er heel wat kritiek. Enerzijds vormen deze kliffen een veiligheidsrisico voor individuele passanten, anderzijds wekken ze de indruk dat zandopspuitingen zinloos zijn en letterlijk “zand naar zee dragen”.

Nieuwe onderzoeksresultaten uit het vierjarige CREST-project (www.crestproject.be) tonen nu aan dat het strand na een storm deels spontaan herstelt in de daaropvolgende maanden. Tezelfdertijd dragen de opspuitingen bij tot een versteviging van de duinen, door windgedreven zandtransport, en bieden ze een beschermende buffer voor de zeedijken tegen golfgeweld. “Dat is goed nieuws, want het bevestigt met cijfers dat de aanpak van kustbescherming zoals die vandaag wordt toegepast – zacht (zandopspuitingen) waar het kan, hard (dijken, stormmuren, etc.) waar het moet – werkt”, stelt professor Jaak Monbaliu, coördinator van CREST. “Door na stormen de stranden aan te vullen, kan de overheid een stevig kustfundament op een zo natuurlijk en kost-efficiënt mogelijke wijze in stand houden. Ook een spontane voeding met zand vanuit zee heeft de voorbije dertig jaar bijgedragen aan het behoud van dit kustfundament.”

Goed nieuws is ook dat onderzoek bevestigt dat bredere stranden de golfimpact op zeedijken dempen en dat een niet onbelangrijk deel van het opgespoten zand zijn weg vindt naar het duin, de natuurlijke kustbescherming bij uitstek. Op het lage strand spelen golven en stromingen een hoofdrol in het herverdelen van zand; hogerop is de wind (het eolisch zandtransport) de sturende factor. Metingen demonstreren dat de duinen de voorbije decennia gemiddeld met 6,2 m³/m/jaar zijn gegroeid, voornamelijk bij W-ZW-winden onder invloed van eolisch zandtransport vanaf het strand.

Binnen het CREST-project bewezen diverse technologieën ter opvolging van de strandmorfologie hun nut. De studie van meer fundamentele achterliggende processen bleek een goede basis om de patronen van zandverplaatsing aan onze kust te begrijpen en te simuleren. Proeven in de testfaciliteiten van de UGent, het Waterbouwkundig Laboratorium en Deltares droegen in belangrijke mate bij tot het inschatten van de kracht van golven op harde structuren. Daarnaast ontwikkelde CREST het FLIAT-model, een stevige basis voor overstromingsberekeningen voor het hinterland. Dit instrument kan op termijn bijzonder waardevol zijn bij een verdere zeespiegelstijging en een toenemend risico op overstroming.

Het CREST-project groepeert tien instituten uit de academische wereld, de Vlaamse overheid en de private sector, en bouwde de voorbije vier jaar heel wat kennis op over kustprocessen. Het project kadert in het Strategisch BasisOnderzoek (SBO) programma van het Agentschap Innoveren & Ondernemen, en loopt af op 31 oktober 2019.

Het project leidde tot  negen kernboodschappen, en voor elk van de vier onderzochte thema's een compacte lijst met markante resultaten. Download het compacte eindrapport.

Contact bij VLIZ voor het CREST-project: tina.mertens@vliz.be