Samenwerkingsprotocol voor bescherming cultureel en paleontologisch onderwatererfgoed in Belgische Noordzee


Foto: KBIN | Thierry Hubin

Begin juli 2020 troffen Nederlandse garnalenvissers in de vaargeul Het Scheur – net voor Zeebrugge –een slagtand van een bosolifant (Palaeoloxodon antiquus) aan in hun netten. Die soort bevolkte onze regio in periodes tussen de ijstijden. Het fossiel wordt geschat tussen 130.000 en 115.000 jaar oud te zijn. Regelmatig wordt in de vaargeul Het Scheur gebaggerd, wat erosie van de oevers veroorzaakt. Zo kwamen er al veel zoogdierfossielen aan de oppervlakte, zoals de meest zuidelijke Pleistocene walruskolonie ter wereld, beenderen van oerwalvissen die hier tientallen miljoenen jaren geleden rondzwommen, en resten van mammoeten.

De Nederlandse vissers verkochten de slagtand aan North Sea Fossils, een private fossielenhandel in Urk in Nederland. Daarop werd hij bestudeerd door onderzoekers verbonden aan het Natuurhistorisch Museum Rotterdam. Dankzij gezamenlijke inspanningen van de Belgische Minister van Noordzee, Vincent Van Quickenborne, en de Staatssecretaris belast met Wetenschapsbeleid, Thomas Dermine, werden onderhandelingen opgestart om het fossiel afkomstig van de Belgische territoriale wateren te recupereren. Nu kan het grote publiek de slagtand bewonderen in het Museum voor Natuurwetenschappen te Brussel. De slagtand blijft zo beschikbaar voor wetenschappelijk onderzoek. De ondertekening van het samenwerkingsakkoord is het sluitstuk van de Belgische wet uit 2021 die onderwatererfgoed ouder dan 100 jaar automatisch beschermt.

De vondst en haar omzwervingen was de aanleiding voor het opstellen van een Belgisch samenwerkingsprotocol in het kader van de wet betreffende de uitvoering van het UNESCO-verdrag van 2 november 2001 inzake de bescherming van cultureel erfgoed onder water, met inbegrip van het paleontologisch erfgoed, en waardevolle scheepswrakken. In deze overeenkomst formaliseren de Gouverneur van West-Vlaanderen, het Directoraat-generaal Scheepvaart (FOD Mobiliteit en Transport), het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen, het Vlaams Agentschap Onroerend Erfgoed en het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ) hun samenwerking om toekomstige ontdekkingen op zee te registreren, te bestuderen en waar mogelijk, toegankelijk te maken voor het bredere publiek.

Lees meer over de vondst, de bosolifant, fossielen en het pas ondertekende protocol op de website van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN):