Industrie stelt mariene data ter beschikking


Illustratie: naar Maikel De Clerck et al. 2015

Het Nemo Link® Interconnector Project beoogt de aanleg van onderzeese en ondergrondse elektriciteitskabels tussen Zeebrugge en Richborough (Verenigd Koninkrijk). Deze zullen vanaf 2019 instaan voor het uitwisselen van elektriciteit tussen beide landen. Tijdens de voorbereiding van dit project werden in 2010 een reeks geofysische en geologische data verzameld langsheen het traject van deze kabels. De ondergrond werd in beeld gebracht aan de hand van seismische technieken en het nemen van bodemkernen, bemonsterd met een vibrocorer.

Elia, Belgische partner in het Nemo Link® Interconnector Project, richtte zicht tot het VLIZ met het aanbod deze data vrij te willen openstellen voor wetenschappelijk onderzoek. Na rondvraag onder de Vlaamse/Belgische onderzoeksgemeenschap bleek dat het Renard Centre of Marine Geology (RCMG) van de Universiteit Gent sterk geïnteresseerd was in de vibrocorestalen genomen t.h.v. Oostende. Deze zone is bij de mariene geologen gekend voor de kleine riviervalleien die in het verlengde liggen van de Oostende Vallei, het voormalige Schelde-estuarium (zo een 100.000 jaar geleden).

De data zullen dienen om de geologische geschiedenis en de samenstelling van dit deel van het Belgisch Deel van de Noordzee verder te onderzoeken. Om de ouderdom van deze valleien te achterhalen selecteerden de wetenschappers o.a. één specifieke vibrocore (VC-0035) omwille van zijn unieke locatie. Via een samenwerking tussen UGent en TNO in Nederland werden van de bodemkern een 10-tal stalen genomen voor pollenanalyse en twee stalen voor een C14-datering van houtfragmenten. Kennis van de leeftijd van deze valleien kan meer informatie geven over de landschapsontwikkeling tijdens de laatste ijstijd en over hoe het landschap er uitzag voor de aanwezigheid van onze voorouders.

De geselecteerde Nemo Link® Interconnector-boorkernen worden bewaard in de core repository van het Marien Station Oostende (VLIZ).