1) MMM-wet
In België is het door de wet van 11 december 2022 ter bescherming van het mariene milieu en ter organisatie van de mariene ruimtelijke planning in de Belgische zeegebieden (Wet Mariene Milieu of MMM-wet) verboden om opzettelijk niet-inheemse soorten te introduceren in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België zonder een hiertoe bekomen vergunning (Artikel 15). Deze vergunning kan maar worden verleend na onderzoek van de gevolgen van de introductie in het marien milieu van de bedoelde organismen op de inheemse biota en levensgemeenschappen en de verspreidingsrisico's in aangrenzende gebieden. De introductie mag geen invloed hebben op de plaatselijke biota. Een vergunning kan slechts verleend worden in overeenstemming met de IUS-Verordening (EU) nr. 1143/2014 (zie Europees beleidskader). Deze wet voorziet erin dat nationale maatregelen betreffende invasieve uitheemse soorten steeds genomen dienen te worden overeenkomstig het IUS-Samenwerkingsakkoord.
Het koninklijk besluit van 21 december 2001 betreffende de soortenbescherming in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België onderwerpt elke introductie van uitheemse organismen of translocatie van plaatselijk niet-voorkomende soorten aan een vergunning (Hoofdstuk VII, Artikels 13-17).
3) KRMS-besluit
Het koninklijk besluit van 23 juni 2010 betreffende de mariene strategie voor de Belgische zeegebieden voorziet in de nationale doorvertaling van de Europese Kaderrichtlijn mariene strategie (KRMS, 2008/56/EG). De KRMS beoogt het behalen van de goede milieutoestand (GMT) van de Europese mariene wateren tegen 2020 en de bescherming van de hulpbronnen waarvan economische en sociale activiteiten afhankelijk zijn. Deze regelgeving stelt dat de antropogene introductie van niet-inheemse soorten zich op een niveau dient te bevinden dat niet schadelijk is voor het milieu (zie ook Olenin et al. 2010). De nationale maatregelen en monitoringsactiviteiten met betrekking tot descriptor 2 worden beschreven in respectivelijk het Maatregelenprogramma voor de Belgische mariene wateren (2022) en het Geactualiseerd monitoringsprogramma voor de Belgische mariene wateren (2020) (voor meer info, zie Geïntroduceerde niet-inheemse mariene soorten: impact en overkoepelende beleidsaanpak).
Het samenwerkingsakkoord van 30 januari 2019 tussen de Federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten trad in werking op 16 juli 2020 (i.e. instemmingswet van 16 juni 2019) en dient een correcte tenuitvoerlegging van de IUS-Verordening (EU) nr. 1143/2014 (zie Europees beleidskader) te verzekeren. De meeste bepalingen van de IUS-Verordening vereisen samenwerking en coördinatie tussen verschillende federale en gewestelijke overheden.
Verder is het van essentieel belang om een wetenschappelijke visie van de problematiek op Belgisch niveau te garanderen met het oog op het voeren van een coherent beleid inzake invasieve uitheemse soorten. Om aan bovenstaande doelstellingen te beantwoorden voorziet dit samenwerkingsakkoord in de oprichting van een Nationaal Comité, een Nationale Wetenschappelijke Raad en een Nationaal Secretariaat voor de invasieve uitheemse soorten.
5) Koninklijk besluit van 8 november 2007
Het koninklijk besluit van 8 november 2007 betreffende de preventie en het herstel van milieuschade tengevolge van het vervoer over de weg, per spoor, over de binnenwateren of in de lucht van: uitheemse plantensoorten evenals van uitheemse diersoorten en hun krengen, naar aanleiding van de in-, de uit- en de doorvoer ervan; alsook van afvalstoffen bij hun doorvoer, is enkel van toepassing op de onmiddellijke dreiging van milieuschade en op de milieuschade die zich heeft voorgedaan, veroorzaakt door één van de beroepsactiviteiten vermeld in de titel. De uitzonderingen die geen toepassing van deze regelgeving vereisen worden opgelijst in Artikel 4.
6) Koninklijk besluit van 17 november 2016
Het koninklijk besluit van 17 november 2016 tot vaststelling van de procedure en de voorwaarden voor het verlenen, opschorten of intrekken van een invoer-, uitvoer- of doorvoervergunning van voor de Europese Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten vormt de nationale doorvertaling van de Artikels 8 en 9 van de IUS-Verordening (EU) nr. 1143/2014.