August Piccard is het prototype van de excentrieke maar superintelligente professor. Hij bouwde het duiktuig Triëste dat in 1960 voor het eerst naar het diepste punt van de wereldzeeën dook. Daarvoor steeg hij met een luchtballon in primeur naar ongekende hoogte. Zwitser van geboorte, een loopbaan uitbouwend in Brussel, zijn vakanties doorbrengend in De Haan. Wie was deze topgeleerde vereeuwigd als professor Zonnebloem? En hoe belangrijk was hij in het licht van de geschiedenis van de (zee)wetenschappen? Testerep magazine dook in de archieven.
– JAN SEYS
Een wel heel bijzondere familie
Auguste Piccard zag het levenslicht op 28 januari 1884 in het Zwitserse Bazel. Opgroeiend in een gezin van knappe knoppen, was hij als het ware voorbestemd om het ver te schoppen in de wetenschap. Zijn vader Jules werkte als professor chemie aan de universiteit. Ook zijn tweelingbroer Jean zou later chemicus worden. Zijn moeder, Marianne Denis, was de dochter van een Franse historicus actief aan de Sorbonne. Geen wonder dus dat Auguste zich schoolde tot ingenieur en fysicus, en een academische carrière startte op Zwitserse bodem. Toch zou hij een kwarteeuw (1922-1940; 1947-1954) in België doorbrengen, maar daarover straks meer. Vaststaat dat hij als een echte ontdekker mateloos gefascineerd was door grote hoogte (stratosfeer) en immense diepte (diepzee).
En dan zijn er nog de zoon van Auguste, Jacques, en zijn kleinzoon Bertrand. Beide zouden het werk van vader en de eer van de familie verderzetten, als intelligente ontdekkers en spraakmakende lefgozers. Zoon Jacques nam het werk van zijn vader in de diepzee over. Kleinzoon Bertrand zocht het weer hogerop.
Jacques Piccard, de ‘duikende’ zoon (1922-2008) Bertrand Piccard, de ‘vliegende’ kleinzoon (1958-…) |
Belg of Zwitser?
Auguste Piccard groeide op in Zwitserland (Lutry, 28 januari 1884) en blies er ook zijn laatste adem uit (Lausanne, 25 maart 1962). Tussenin grijpt hij de hem geboden kans om aan de Franstalige universiteit in Brussel (ULB) een nieuwe leerstoel fysica uit te bouwen. Een carte blanche! Te mooi om te weigeren. Samen met zijn zwangere echtgenote (van zoon Jacques) gaat hij de uitdaging aan en komt hij in 1922 in ons land toe. De familie belandt in de Ernestinelaan in Elsene, waar al gauw heel wat beroemde onderzoekers, waaronder Albert Einstein, neerstrijken. Zijn excellentie als fysicus zorgt er ook voor dat hij mee mag poseren op een van de beroemdste groepsfoto’s aller tijden. Deze most intelligent picture toont hem in gezelschap van alweer Albert Einstein, maar ook van Max Planck, Niels Bohr, Marie Curie, Ernest Schröder en Werner Heisenberg. De foto is genomen in Brussel in 1927 ter gelegenheid van de vijfde Solvay-conferentie.
Piccard had de naam een begripsvolle en humanistisch ingestelde altruïst te zijn. Op het vlak van wetenschap was hij rigoureus, breeddenkend en super gedreven. Minder bekend is dat Piccard in de jaren 1950 zijn paasvakanties doorbracht aan zee, meer bepaald in de intussen verdwenen Villa Duingenot in De Haan. Grappige anekdote: hij had de reputatie streng te zijn voor jonge knapen die kampen bouwden langs de Driftweg, en berispte hen als ze takken durfden afkraken!
Le champion de la verticale
Zijn exploten maakten van Auguste Piccard een wereldberoemdheid. Hij ontmoette staatshoofden, ontving tal van ereburgerschappen en eredoctoraten, straten werden naar hem genoemd en zijn beeltenis verscheen op postzegels. Maar hij was en bleef in de eerste plaats een pur-sang wetenschapper van hoog niveau.
Zijn eerste publicatie handelde over de positionering van plantenwortels in functie van de zwaartekracht. Een van zijn laatste schrijfsels besprak de nood om de alpiene flora van zijn Zwitserse heimat te beschermen. Tussenin schreef hij meer dan honderd wetenschappelijke publicaties over een breed palet aan thema’s, o.a. over kernfysica, zonne-energie, mariene exploratie, ecologie en intelligentie bij dolfijnen. Hij onderzocht samen met Albert Einstein de elektrische lading van protonen en elektronen, en ontdekte in 1917 een nieuw isotoop dat hij ‘actinuranium’ noemde en later bekend zou worden als Uranium 235. Toch zal hij vooral herinnerd worden als ‘de man die triomfeerde in de hoogte en de diepte’ (le champion de la verticale).
Luchtballonvaarten tot in de stratosfeer
Zijn fascinatie voor hoogtes en dieptes begon al vroeg. Zo bleken de tweelingbroertjes Auguste en Jean al heel jong geboeid te zijn door Jules Verne. Hij deed hen wegdromen over fantastische luchtballonnen en duikboten. Veertig jaar later, in 1933, verschijnt Auguste Piccard’s boek Au-dessus des nuages. Als eerste was hij in 1931 en 1932 tot boven de 15.000 meter hoogte geraakt met de stratosferische ballon FNRS, gesponsord door het piepjonge Belgisch Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek.
De vele kijklustigen (40.000 bij hun tweede vlucht!) wilden dit spektakel niet missen. De gele katoenen ballon met een omtrek van wel 30 meter droeg onderaan een hermetisch afgesloten, bolvormige aluminium cabine met twee deuren en twee kleine venstertjes. Aan boord heel wat meetapparatuur. En 5000 kg loden ballast. De ballonvaart werd een succes. En de NASA betitelde de cabine als allereerste functionele ruimtecabine!
Dat deze tochten de grenzen van het haalbare aftastten is een understatement. Bij de eerste vlucht kregen ze problemen met het ventiel waardoor de tocht 16 in plaats van 5-6 uur duurde, en Piccard en zijn assistent Paul Kipfer noodgedwongen ’s nachts op een gletsjer dienden te landen. Tijdens de vlucht zorgde de zonnestraling ervoor dat ze binnen in de capsule constant bij temperaturen van 35-40°C moesten werken. Ook bleek bij landing dat nagenoeg al hun zuurstof was opgebruikt, ook al hadden ze er tweemaal zoveel meegenomen als ze dachten nodig te zullen hebben…
Zijn hoofdmotivatie om door te dringen tot de stratosfeer was om de intensiteit en richting van kosmische straling op een zo groot mogelijke hoogte te meten. Hiervoor was een revolutionair nieuw type luchtballon vereist. Toch lag zijn grootste vernieuwing misschien wel in het bedenken van de luchtdichte cabine, een ontwikkeling die later gemeengoed zou worden in de burgerluchtvaart.
Piccard wilde bewijzen dat mensen in een dergelijke hermetisch afgesloten drukcabine op zuurstofarme hoogtes kunnen overleven en bewegen. Een cruciale stap richting de burgerluchtvaart van de toekomst! Al in 1931 voorspelde hij dat burgervliegtuigen ooit in de stratosfeer zouden doordringen dankzij de luchtdichte cabine, en dat intercontinentale vluchten aan hoge snelheid geen utopie waren. Twintig jaar later was die burgerluchtvaart een feit.
Duiken tot in het diepste punt van de wereldzeeën
Ook ‘in de diepte’ ontwikkelde Auguste Piccard een volledig nieuw concept om los te komen – letterlijk en figuurlijk – van de kabel waarmee eerdere duiktuigen (de ‘bathysfeer’, bemand door de Amerikanen William Beebe en Otis Barton) naar grotere diepte waren afgezakt. Die kabel diende immers steeds sterker en zwaarder te worden met toenemende diepte, terwijl ook de kans toenam te blijven haperen. In een van zijn brieven spreekt hij zijn bewondering uit voor Beebe, die in zijn bathysfeer met kabel tot 900 meter diep ging: “Het vergt enorm veel lef om af te dalen in de zee in een duiktuig zwaarder dan water, en vertrouwend op de sterkte van de kabel. Ik zou die moed niet hebben.”
Piccard wou dat zijn duikboot zelfstandig kon zinken en stijgen. Dit loste hij op door een bathyscaaf (afgeleid van het Griekse bathus: diep, en scafè: sloep) te ontwikkelen. Dit duiktuig zonder kabel was lichter dan water dankzij een grote tank gevuld met benzine, maar kon dankzij voldoende ballast afdalen tot op grote diepte. Bleef nog de vraag hoe, eens beneden, deze ballast bestaande uit ijzerschroot gedropt kon worden om vanzelf geleidelijk te stijgen. Dat loste hij op door de ballast in externe silo’s op te bergen, weerhouden door elektromagneten, die de piloten desgewenst konden uitschakelen.
Tweede uitdaging was om de extreme druk te weerstaan en een lucht- en waterdichte cabine te bouwen, voldoende sterk maar ook niet zo zwaar dat spontaan stijgen geen optie meer was… In feite deed hij exact hetzelfde als met zijn luchtballon: een hermetisch afgesloten bolronde cabine, koppelen aan een drijforgaan (ballon gevuld met waterstofgas, brandstoftank vol benzine), die spontaan stijgt, maar door ballast kan dalen.
Auguste slaagde in zijn opzet en in 1947 laadde het duo Piccard-Cosyns de bathyscaaf FNRS-2 in Antwerpen aan boord van de Scaldis, koers Dakar. Voor het eerst zou de mens de diepzeebodem aanschouwen, zo diep hij maar wou, zo vrij als een vis. Na nog meer duiken, steeds dieper, volgde het orgelpunt. Op 23 januari 1960 vond een absolute recordduik plaats, in de Marianentrog tot op 10.911 meter. Toen bereikten zoon Jacques Piccard en de Amerikaanse marinier Don Walsh, na een afdaling van bijna vijf uur, voor het eerst in de geschiedenis het allerdiepste punt van de wereldzeeën. Dat deden ze met de bathyscaaf Triëste, geconcipieerd door jawel, vader Auguste Piccard. De cabine van de Triëste bestond uit 9 centimeter dik staal, om de immense druk van 1150 atmosfeer op 11 km diep te trotseren. De plexiglazen vensters waren kegelvormig, zodat ze bij toenemende druk voor een zelfdichting van de voegen zorgden. Een techniek overgenomen in alle latere diepzeeduikboten, net zoals vele van Piccards andere uitvindingen.
Allesbehalve een effen pad
Toch liep niet alles altijd over rozen. Zowel zijn luchtballonexploten als zijn eerste duiktochten kenden problemen en/of verloren op een bepaald moment aandacht van financiers. Zo gooide WOII roet in het eten bij de verdere ontwikkeling van de bathyscaaf. Na de oorlog bleek de inbreng van zijn zoon Jacques cruciaal om verder door te zetten. Jacques zegde zijn eigen vakgebied economie vaarwel om volledig in de voetsporen van zijn vader te treden. Finaal zou dit leiden tot de legendarische eerste duik in de Marianentrog. Maar ook daar bleek nog maar eens hoe uitdagend dit soort exploraties wel zijn. Op een diepte van 9000 meter klonk plots een harde knal. Pas veel later ontdekten ze dat een van de buitenste plexiglazen ruiten gebarsten was. Het venster was nochtans 19 cm dik om de druk te weerstaan. Gelukkig zonder te breken… Lang bleven ze niet beneden, en iets meer dan drie uur later bereikten ze veilig het zeeoppervlak.
De échte professor Zonnebloem
Zijn bekendheid opende deuren. Zo koos Hergé (1907-1983) Auguste Piccard als het personage ‘professor Zonnebloem’ voor de stripreeks De avonturen van Kuifje. De verwarde professor dook in 1943 voor het eerst op in De schat van Scharlaken Rackham. In dat eerste album laat Hergé zijn nieuwe stripheld – hoe kan het ook anders - proberen om Kuifje en kapitein Haddock te overtuigen zijn uitvinding (een gemotoriseerde eenmansonderzeeër) te gebruiken bij de zoektocht naar een schat. Met uitzondering van zijn lengte – Piccard was 1,9 meter groot – berust het uiterlijk van Zonnebloem geheel op dat van Auguste Piccard. Zijn zogenaamde hardhorendheid, die leidt tot de beruchte Babylonische spraakverwarringen, heeft hij alvast niet van Auguste Piccard geërfd.
Piccard was hét prototype van de verwarde professor. Slungelachtig, groot voorhoofd, warrig haar en uilenbrilletje. Karakterieel stond hij bekend als minzaam, op het eerste gezicht wat afwezig, en begiftigd met het talent om moeilijke wetenschap eenvoudig en met humor uit te leggen. Zo stopte hij tijdens een inleidende les fysica een glazen buisje in zijn neus, vulde dat met waterstofgas terwijl hij bleef praten, zodat zijn stem een komisch falset-effect kreeg. Tot hilariteit van de studenten!
Of, op de vraag van een Zwitsers kolonel waarom hij geen berguitrusting meenam bij zijn luchtballonvaarten voor in geval hij een noodlanding moest maken, gekscheerde hij: “En waarom geen smoking? Misschien landen we wel bovenop het casino van een of andere badplaats!”. Door zijn mediagenieke ballonvaarten kende het publiek hem van zijn bizarre gewoontes. Hij droeg aan elke pols een uurwerk, en kon met beide handen tezelfdertijd aan het bord schrijven. En hoewel zijn hoogte- en diepterecords hem alom bekend maakten, bleef hij altijd benaderbaar en stond het onderzoek steeds op de eerste plaats. Met als devies: “Exploratie is de sport van de geleerde”.
Lees meer
- Beelden van de diepzee. Henriet & Verfaillie (2007) | De Grote Rede
- Au-dessus des nuages. Piccard (1933)
- 16.940 meter boven de aarde, mijn opstijgingen in de stratosfeer. Piccard (1933)
- L'exploration des profondeurs de la mer. Piccard (1938) | VLIZ-bib
- Legendarische oceaanexpedities met een ‘Belgisch’ tintje. Seys (2021) | Testerep magazine
- A family portrait in records: the amazing Piccard family. Pilastro (2022) | Guinness World Records
- Piccard Family Papers. Library of Congress Washington D.C. | onuitgegeven bron
- Fonds documentaire relatif à l'Université libre de Bruxelles, Personalia. Archives de l’Université Libre de Bruxelles. | onuitgegeven bron