Een klare kijk op de Belgische recreatieve visserij

Recreatieve visserij in België
Foto: VLIZ | Thomas Verleye (l), Jan Seys (r)

Hoe groot is de recreatieve visserij in het Belgisch deel van de Noordzee? Vóór 2015 kon men op deze vraag geen goed antwoord geven aan Europa. Daarop sloegen ILVO en VLIZ de handen in elkaar om het monitoringsprogramma Recreatieve Zeevisserij methodologisch en technisch vorm te geven, en uit te voeren. Vandaag verscheen de grondige analyse van de recreatieve vangsten in de Belgische Noordzee voor de periode 2017-2021. Lees hieronder enkele opmerkelijke resultaten uit het rapport.

Belang samenwerking tussen burger en wetenschap

De resultaten in de nieuwste beleidsinformerende nota omvatten een analyse van recreatieve visserijgegevens (periode 2017-2021) en zijn gebaseerd op de integratie van talrijke wetenschappelijke veldobservaties en meer dan 6000 ontvangen vangstlogboeken, op vrijwillige basis gerapporteerd door recreatieve zeevissers. Deze waardevolle set aan gegevens demonstreert het belang van de samenwerking tussen burger en de wetenschap (zogenaamde ‘citizen science’).

Vooral vissen voor consumptie

De Belgische recreatieve zeevisserij – gedomineerd door hengelvaartuigen waarvan het merendeel binnen de 3 nautische mijl uit de kust blijft – vangen jaarlijks gemiddeld 1,3 miljoen vissen (zonder garnaal mee te tellen). Hiervan wordt ongeveer de helft bijgehouden voor consumptie. Minder dan 1 op de 10 maatste vissen wordt teruggegooid, wat erop wijst dat het vissen volgens het 'catch and release'-principe nog niet sterk is ingeburgerd in de Belgische zeehengelsport.

Recreatieve zeevisserij het kleine broertje van de commerciële visserij

De totale aanvoervolumes van vis en garnaal door de Belgische recreatieve zeevisserij (186-266 ton) zijn goed voor gemiddeld 5% van de totale aanvoer aan visserijproducten uit het Belgisch deel van de Noordzee, commercieel en recreatief visserij samengeteld. De voornaamste doelsoorten van de recreatieve visserij zijn garnaal (20-41%), wijting (18-22%), schar (11-20%), tong (5-12%), makreel (3-25%), kabeljauw (3-11%) en zeebaars (1-10%).

Vertienvoudiging aanvoer zeebaars, wel grotere exemplaren

Opmerkelijk is de sterke stijging van het aanvoervolume van zeebaars in de periode 2017-2021 met ruim een factor 10: van minder dan 2 ton in 2018 naar 22 ton in 2021. Dit reflecteert de versoepeling (vanaf 2019) van eerdere strenge Europese maatregelen om het lokale zeebaarsbestand te herstellen.

Hoewel het totale aantal gevangen exemplaren (inclusief teruggooi) stabiel bleef, zien we wel een gestage toename in de grootte van de gevangen zeebaarzen, in het bijzonder bij de strandhengelaars (+29% groter).

Blijvende zorgenkinderen kabeljauw en paling

De recreatieve kabeljauwvangsten in de Belgische mariene wateren kende eerder (2006-2018) al een sterke terugval van 90%. Na een extra terugval van 80% in 2019, blijven sindsdien de vangsten stabiel - doch op een zeer laag niveau. De sporadisch gevangen kabeljauwen bleken in 2021 gemiddeld wel ietsje groter te zijn (+5 cm) dan hun soortgenoten van 3-4 jaar terug.

De sterke terugval van de palingvangsten door recreatieve vissers (-99% tussen 1982 en 2016) was helaas een blijver (-80% tussen 2017 en 2019). Sindsdien stabiliseerden de palingvangsten wel enigszins, maar ze zitten op een uiterst laag niveau. 

Lokale vroege waarschuwing?

De vijfjarige tijdreeks van de Belgische recreatieve zeevisserij maakt het mogelijk om visserij-gerelateerde beleidsmaatregelen op lokaal niveau te evalueren. In sommige gevallen blijken de fijnmazige gegevens zelfs als vroegtijdige waarschuwing (‘early warning’) te functioneren: ze tonen al snel zorgwekkende lokale tendensen, die vooralsnog in de algemene Noordzeecijfers niet tot uiting komen. Dit zagen we in het verleden bijvoorbeeld bij tong.

Sinds 2010 wezen de – zowel recreatieve als professionele – vangstgegevens in het Belgische Noordzee op een lokale achteruitgang van het tongbestand, hoewel de soort het op Noordzeeniveau goed bleek te doen. Met belangstelling werd dan ook gekeken of de vangsten zich lokaal zouden herstellen na het verbod op de (Nederlandse) pulsvisserij medio 2019. Helaas, na een eerste paar jaar (2018-2020) van stabiele aanvoer (21-25 ton) daalde deze in 2021 tot de helft (10,5 ton). Het valt nog af te wachten of deze negatieve tendens zich ook in 2022 zal doortrekken. Want het verdwijnen van de pulsvisserij betekende immers niet dat de visserij-inspanning in de Belgische Noordzee daalde, gezien de Nederlandse vaartuigen in toenemende mate belangstelling tonen voor de flyshootvisserij.


Lees meer in de Beleidsinformerende Nota ‘Recreatieve zeevisserij in het Belgisch deel van de Noordzee: Een continue meerjaarlijkse datareeks van 2017 tot 2021’ via de website van Recreatieve Visserij. 

Download de pdf van het rapport

Suggesties

Heb je zelf ideeën, interessante weetjes ...

Stuur ons je suggestie

Artikel delen

Lijkt dit artikel iets voor uw vrienden of collega’s? Deel het met hen!