Kunstmatige riffen houden mariene ecosystemen mee in de gaten

ARMS op RV Simon Stevin
VLIZ

Onderzoekers hebben meer dan 130 kunstriffen – Autonomous Reef Monitoring Structures (ARMS) – uitgezet op de zeebodem in alle Europese regionale zeeën. Zo krijgen ze inzicht in de langetermijnveranderingen van harde substraten in kusthabitats en worden ze vroegtijdig gewaarschuwd over de komst van niet-inheemse soorten, de impact van klimaatverandering of menselijke activiteiten.

Als onderdeel van een wereldwijd initiatief werd ook over gans Europa voor het eerst een netwerk van identieke kunstriffen uitgezet in de nabijheid van mariene reservaten en industriële locaties (bv. havens, windmolenparken). Zo wil men de veranderingen in habitats van harde substraten op de voet volgen en gegevens kunnen vergelijken over de impact van niet-inheemse soorten, klimaatverandering en menselijke activiteiten.

De ARMS-eenheden bestaan uit stapels platen die de complexe structuur van een zeebodem nabootsen. Ze fungeren als ‘hotels’ voor mariene organismen en worden al snel na het uitzetten gekoloniseerd door diverse soorten. Na een paar maanden kunnen ze terug opgehaald worden en/of vervangen. Bekwame taxonomen van het European Marine Biological Resource Centre (EMBRC) boden hun expertise aan om de korstvormende soorten (bijv. koraal en algen) en beweeglijke organismen (bijv. schaaldieren en weekdieren) die de structuur tot hun thuis hebben gemaakt, te identificeren en analyseren met visuele inspectie, beeldanalyse en genetische identificatiemethoden.

“Op één rif op Kreta konden we de aanwezigheid van wel vijftien niet-inheemse soorten identificeren. We wisten dat de regio onder extreme druk staat van het maritieme verkeer vanuit de Rode Zee, maar we waren echt verrast om te zien dat hun aantal zo hoog was. Genetische monitoring zorgt ervoor dat exotische soorten veel eerder geïdentificeerd kunnen worden dan met een conventionele bemonsteringsmethode” zegt Matthias Obst van de Universiteit van Göteborg en hoofdauteur van de publicatie in Frontiers in Marine Science dat de eerste bevindingen schetst.

Jonas Mortelmans, VLIZ-onderzoeker en medeauteur van het artikel: “Het plaatste in 2018, 2019 en 2020 ARMS-riffen in het Belgisch deel van de Noordzee, enkele nabij de offshore windmolenparken en enkele net buiten de haven van Zeebrugge. Op geregelde tijdstippen zamelen we de organismen in voor verdere identificatie en DNA-barcoding.” Zijn collega en co-auteur Katrina Exter is dan weer betrokken als datamanager: “Het VLIZ-datacenter werkt mee in het databeheer van het project, met als grote doel de gegevens deel te laten worden van het Europese FAIR-datalandschap. Zo creëren we o.a. dataformaten en data access tools waarmee elke onderzoeker of beleidmaker, waar dan ook ter wereld, de gegevens gemakkelijk kan vinden, begrijpen en gebruiken. Hierbij was het vooral een uitdaging om ervoor te zorgen dat de genomics data snel en soepel kunnen opgevraagd en geanalyseerd worden. We verwachten dat deze op termijn extra belangrijk zullen worden voor het nemen van beslissingen bij het beheer van onze havens, de visserij en gezondheid van de oceaan in het algemeen.”

Het Europese ARMS-initiatief wordt ondersteund door ASSEMBLE Plus, het European Marine Biological Resource Centre (EMBRC) en het Interreg-project GEANS. Voor Vlaanderen werd dit mogelijk gemaakt in het kader van de genetische component van het biodiversiteitsobservatorium van LifeWatch Belgium.

Meer over het Europese ARMS-initiatief

Suggesties

Heb je zelf ideeën, interessante weetjes ...

Stuur ons je suggestie

Artikel delen

Lijkt dit artikel iets voor uw vrienden of collega’s? Deel het met hen!