Het meten van eutrofiëring is geen gemakkelijke opdracht. Het aquatische ecosysteem is immers zeer complex door constante interacties tussen fysische, chemische en biologische componenten. Er zijn verschillende indicatoren aanwezig om de graad van eutrofiëring te beoordelen:
-
- Nutriënten
Totaal fosfor (P), orthofosfaat, totaal stikstof (N) en stikstof in de vorm van nitraat (NO3-) zijn de voornaamste elementen die gemeten worden. Nitraat en fosfaat vormen de voedingsstoffen voor groei van planten. Bij hogere concentraties van deze nutriënten zal ook de biomassa van de algen toenemen.
- Concentratie opgeloste zuurstof
De aanwezigheid van voldoende opgeloste zuurstof in de waterkolom is van zeer groot belang voor het leven in het water. Eutrofe waters (rijk aan voedingsstoffen) hebben fluctuerende hoeveelheden opgeloste zuurstof want door de groei van algen wordt immers heel wat zuurstof verbruikt. Zeer sterke algengroei kan dus zorgen voor zeer lage concentraties zuurstof in het water, soms zo laag dat zelfs vissen niet kunnen overleven en afsterven.
- Water transparantie
Deze parameter geeft aan hoeveel licht in het water doordringt. Veel algen in het water houden het licht tegen en verhogen zo de troebelheid. Een veel gebruikte methode om deze parameter te meten is een Secchi disk. De disk wordt in het water gelaten en de diepte waarop de disk niet meer zichtbaar wordt, is een maat voor de helderheid van het water.
- Chlorofyl-a
De chlorofyl-a (chl a) concentratie is een maat voor de hoeveelheid algen in de waterkolom. Algen kun je vergelijken met planten, ze hebben licht en zuurstof nodig om te groeien en gebruiken hiervoor hun fotosynthetische pigmenten zoals chl a.
- Biologische waterkwaliteit
Deze parameter geeft de waterkwaliteit aan op basis van de aanwezige organismen (soorten en aantallen). Vissen hebben bijvoorbeeld een lange levensduur en zijn een belangrijke indicator voor de milieukwaliteit van hun habitat. Warmwatervissen zullen meer voorkomen in eutotrofe waters dan koudwatervissen.
Het verzamelen van watermonsters door schepen is vaak kostbaar en levert gegevens die beperkt zijn in ruimte en in tijd. Een grote doorbraak vormt het gebruik van satellieten (remote sensing). Hierdoor kunnen grote oppervlakten met een grote resolutie worden bestudeerd en kan er gemeten worden over lange tijdsreeksen. Recente ontwikkelingen in de teledetectie zorgen ervoor dat verschillende parameters zoals chlorofyl a, fytoplankton en temperatuur in kaart kunnen worden gebracht. De meest bruikbare informatie voor de monitoring van eutrofiëring vormt de kleur van de oceanen (zie foto). Het chlorofyl kleurt de omringende oceaan groen zodat fytoplankton vanuit de ruimte met speciale sensoren zoals MERIS (Envisat's Medium Resolution Imaging Spectrometer) en MODIS (The Moderate Resolution Imaging Spectroradiometer) kunnen worden opgespoord.
In ieder geval kan remote sensing een breed visueel beeld geven en voor meer inzicht zorgen in de eutrofiëringsprocessen.
Meer info? Ga naar de WIKI