Oudere artikels (periode 2000-2020) worden weergegeven in hun oorspronkelijke opmaak.
Je zocht naar een artikel uit een van de oudere jaargangen uit ons archief, toen deze nieuwsbrief nog VLIZINE heette (periode 2000-2020). De oudste nieuwsbrieven werden niet geoptimaliseerd voor weergave op deze website, daarom zie je ze nog in hun oorspronkelijke opmaak.
VLIZINE jrg. 11, nr. 12 (december 2010)
VLIZINE
jrg. 11, nr. 12 (december 2010)
Ht e-zine met praktische informatie over onderzoek
en beleid door en voor Vlaamse mariene wetenschappers.
Deze gratis on line uitgave van het Vlaams Instituut voor de Zee vzw
verschijnt maandelijks en wordt verspreid onder alle genteresseerden.
V.U.: Jan Mees
Redactie: Nancy Fockedey & Jan Seys
Reacties naar jan.seys@vliz.be
Het Vlaams
Instituut voor de Zee (VLIZ) wil via dit e-zine maandelijks
informeren over de eigen activiteiten en die van onderzoeks-
en beleidsgroepen in Vlaanderen actief in de mariene en kustgebonden
wetenschappen. Alle nuttige informatie van uw kant (zoals vacatures, nieuwe
projecten, vraag voor samenwerking, interessante symposia, etc.) wordt graag
ingewacht om in het eerstvolgende VLIZINE te worden opgenomen. Dit bericht bereikt u via de VLIZINE
rondzendlijst. Om u in te schrijven stuur een (leeg) mailtje naar: vlizine-subscribe@vliz.be ; uitschrijven
kan via vlizine-unsubscribe@vliz.be.
Archieven van dit e-zine zijn raadpleegbaar via deze link.
1. Kalender
1.1. Proeve(n) van het nieuwe
Belgisch scheepvaartwetboek
1.2. Publieke consultatie over
financiering (zee)natuurgebieden
1.3. Cursus zeeanimator
1.4. Onderwater gliders voor beginners en gevorderden
1.5. Ocean
Teacher Academy voor mariene data- en
informatiebeheerders
1.6. Duurzame innovaties in de
zeevisserijsector
1.7. Sporen zoeken in zee en
oceaan
2.
Publicaties
2.1.
Veelheid aan leven van Belgische Noordzee in kaart gebracht
2.2. Vissers vissen veilig
2.3. Mariene biotechnologie als innovatieve oplossing voor Europa's grote
uitdagingen
2.4. Ecologische effecten van Belgische offshore windparken: de eerste
waarnemingen
2.5. Mariene biodiversiteitsspecial in populair-wetenschappelijk
magazine MENS
2.6. Viswijzer 2010: wijzer vis eten
3.
Vacatures, beurzen en fondsen
3.1. Twee leerstoelen mariene wetenschappen in Aberdeen
3.2. IMARES zoekt 18 nieuwe
collegas
3.3. DAB VLOOT werft
ingenieur, scheepswerktuigkundigen en stuurmannen aan
3.4. Vrijwilligers gezocht voor zeezoogdierenmonitoring
in Wales
3.5.
Postdoc in GIS en ruimtelijke ecologie van koudwaterkoralen
3.6. Toegepaste fysici en ingenieurs voor Woods
Hole Oceanographic Institution
3.7. Verschillende Europese calls voor mariene
onderzoeksprojecten
4.
Belgisch marien onderzoek in de kijker
4.1. Bruinviskalfjes uit Noordzee stapelen vlamvertragers en pesticiden op
4.2. Ontbossing benvloedt
kwaliteit kustwater
5. Varia
5.1. Kwallen profiteren van
instabiele ecosystemen
5.2. Leven ontdekt in de
diepste lagen van de aardkorst onder oceaan
5.3.
Franse kustwacht eist verbod op overzwemmen Kanaal
5.4. Doctoraten
1.1.
Proeve(n) van het nieuwe Belgisch scheepvaartwetboek
De huidige Belgische
Zeewet dateert uit 1879 en gaat grotendeels terug op wetboeken van Napoleon uit
1807 en Lodewijk XIV uit 1681. De Zeewet is voorbijgestreefd door de realiteit
van het scheepvaart- en havenbedrijf en wordt in de commercile praktijk
grotendeels genegeerd. Het wetboek regelt bijvoorbeeld niets i.v.m.
containervervoer, gevaarlijke goederen, elektronische gegevensuitwisseling en multimodaal vervoer. Dit leidt er vaak toe dat maritieme
geschillen minder en minder voor Belgische rechtbanken worden afgehandeld. De
Belgische scheepvaart- en havensector is dan ook vragende partij voor een
grondige modernisering. De Commissie Maritiem Recht (FOD Mobiliteit en Vervoer)
bereidt momenteel een nieuw Belgisch Scheepvaartwetboek voor, dat een volledig
nieuw juridisch kader voor scheepvaart- en havenactiviteiten zal vastleggen
zowel met betrekking tot privaatrechtelijke als transportverzekeringsaspecten.
Tegelijk zal de Commissie een herziening voorbereiden van het publiekrechtelijk
zeerecht, zodat het private en het publieke scheepvaartrecht kunnen worden
gecodificeerd in n overzichtelijk hedendaags wetboek.
Deze publicatie wordt voorafgegaan door een publieke consultatie. In de loop
van 2011 wordt het privaatrechtelijke luik van het nieuw Belgisch
Scheepvaartwetboek in detail voorgesteld tijdens een reeks van studiedagen
gewijd aan de onderscheiden hoofdstukken. Telkens geven een aantal
personaliteiten en deskundigen uit het scheepvaart-,
haven- en rechtsbedrijf een eerste reactie, waarna reacties worden ingewacht
van alle belanghebbers. De reeks wordt afgesloten met een Nationale Scheepvaartrechtconferentie in Antwerpen op 19-21 december
2011. Je leest meer over het programma op www.zeerecht.be/ProevePrivaatrecht.aspx.
[top]
1.2. Publieke consultatie over
financiering (zee)natuurgebieden
Het Natura-2000 netwerk
is de hoeksteen van het Europese beleid voor het behoud en herstel van de
biodiversiteit. Zowel op land als op zee werden ondertussen waardevolle
natuurgebieden aangeduid. Belgi en vele andere EU lidstaten zullen tijdens de
komende jaren speciale beschermingsmaatregelen voorbereiden voor de mariene Natura 2000-gebieden. Om het netwerk te financieren kan
elke lidstaat voor een deel beroep doen op EU fondsen (zoals het
Gemeenschappelijk Visserijfonds, financile instrumenten van het
Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, Cohesion Fund, LIFE, ). De rest van het kostenplaatje moet
bijgepast worden door elke lidstaat.
De Europese Commissie plant midden 2011 meer informatie te geven over de
mogelijke financieringskanalen voor het Natura
2000-netwerk, maar zegt nu alvast te willen streven naar een betere integratie
van al de beschikbare EU-fondsen met de nationale fondsen, om zo de uitvoering van
het netwerk en de financiering ervan te optimaliseren. Ook de opinie van het
publiek over dit financieringsproces is belangrijk. Zowel publieke
autoriteiten, de private sector, belanghebbenden uit de milieusector als de gewone burger kan dit nog doen tot 17
februari 2011 via http://ec.europa.eu/environment/consultations/natura2000_en.htm.
[top]
1.3. Cursus zeeanimator
Naar aanleiding van de
Week van de Zee werden diverse veldwerkpakketten ontwikkeld om met kinderen uit
het basisonderwijs natuur en milieu aan zee te ontdekken. De materiaalkoffers
zijn gratis te ontlenen via de milieudienst van elke kustgemeente. Tijdens de
cursus Zeeanimator leer je efficint werken met de veldwerkpakketten, maar
wordt ook heel wat aandacht besteed aan de specifieke aanpak om kinderen bij
natuur en milieu te betrekken. Om de cursus te volgen is geen voorkennis nodig.
Interesse voor natuur en met het jonge volkje op ontdekkingstocht willen gaan,
zijn wel een vereiste! Na de cursus kan je door een gemeente, school,
vereniging zoals Horizon Educatief vzw uit Oostende, een zeeklassencentrum,
de milieudienst, ingeschakeld worden om een groep te begeleiden. De cursus
gaat door op zaterdag 19 en 26 maart en 2 april in Duinbergen (Knokke-Heist). Meer informatie bij het Steunpunt Natuur- en
Milieueducatie Kust: Claude Willaert
(claude.willaert@west-vlaanderen.be
of 059 34 01 64) en Leo Declercq (leo.declercq@west-vlaanderen.be of 050 40 33 11).
[top]
1.4. Onderwater gliders voor
beginners en gevorderden
Bij nieuwe observaties
in de oceanen wordt steeds vaker gebruik gemaakt van gliders.
Deze raketvormige tuigen glijden autonoom door de
waterkolom en gebruiken heel weinig energie. Zo kunnen ze langdurig over grote
afstanden ingezet worden. Tijdens hun lange zigzagtocht door de oceaan meten ze
voortdurend de eigenschappen van het water. Mariene wetenschappers, ingenieurs
en technici die graag zouden leren werken met deze gliders
kunnen voor een tweedaagse workshop (14-15 maart 2011) terecht bij de EGO Glider School (www.ego2011.eu).
Nieuwe gebruikers afkomstig uit de academische wereld en de industrie zijn
welkom, alsook studenten. Je leert er de bestaande instrumenten praktisch
gebruiken: hoe een glider te programmeren, ermee te
communiceren, uit te zetten en terug te vinden, alsook hoe de aansluitende data
te verwerken. Maar ook de mechanische design van nieuwe instrumenten staat op
het menu. In een aansluitende meeting (16-18 maart) worden ervaringen
uitgewisseld tussen diverse Europese gebruikers. Wie wil deelnemen aan de
meeting met een presentatie kan nog tot 31 december 2010 een abstract indienen.
Registreren voor de workshop en meeting kan nog tot 15 februari 2011.
[top]
1.5. Ocean Teacher Academy
voor mariene data- en informatiebeheerders
Ook in 2011 organiseert
het UNESCO/IOC Project Office for IODE binnen zijn Ocean Teacher Academy weer heel
wat specifieke cursussen over oceanografische data en informatie. Een greep uit
hun aanbod: basiscursussen in marien databeheer, een training over mariene GIS-toepassingen, het plannen van rampen voor
informatiebeheerders, het schrijven van beurs- en projectaanvragen, outreach- en communicatie-instrumenten, ... De volledige
lijst is beschikbaar via www.oceanteacher.org/course_prospectus.html. Ook Vlaamse mariene
wetenschappers kunnen deelnemen aan deze cursussen. Wel wordt een tussenkomst
gevraagd voor het lesmateriaal en de catering. Meer informatie bij: Peter Pissierssens (p.pissierssens@unesco.org
of 059 34 01 58).
[top]
1.6. Duurzame innovaties in de zeevisserijsector
Naar jaarlijkse
gewoonte organiseert het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek tussen
kerst en Nieuwjaar een informele vergadering voor de visserijsector (vissers,
reders, beleid, beheer en wetenschappers). De workshop moet de communicatie met
de zeevisserijsector over duurzame innovaties verbeteren. Uitleg over de
nieuwste evoluties betreffende de pulskor, sumwing en andere duurzaamheidsinitiatieven
staan op het programma, alsook een toelichting over de quota 2011 en het self-samplingprogramma. De workshop gaat door op woensdag
29 december (9.15-13.00 uur) bij ILVO-Visserij
in de Ankerstraat 1 te Oostende. Iedereen uit de sector is welkom, maar
registreren is gewenst bij Kris Van Craeynest (059 56
98 26 of kris.vancraeynest@ilvo.vlaanderen.be).
[top]
1.7. Sporen zoeken in zee en oceaan
Hoe spoor je op wat een
zeedier gegeten heeft? Of in welke milieuomstandigheden een fossiel geleefd
heeft? Hiervoor maakt de wetenschap o.a. gebruik van tracers.
Zo worden Trace Elements en
Isotopen (TEI) in de oceanografie gebruikt om fysische en biologische processen
te ontrafelen en te kwantificeren, om de oceaancondities uit een ver verleden
te reconstrueren of om de door de mens in het milieu gebrachte stoffen op te
volgen. Het 43ste International Lige
Colloquium on Ocean
Dynamics (2-6 mei 2011) gaat dit jaar dieper in op de nieuwste ontwikkelingen
en inzichten die het gebruik van tracers en proxies teweegbrengen. Onderzoekers die een abstract voor
een presentatie of een poster wensen in te dienen, moeten dit doen voor 16
januari 2011. Meer info op http://modb.oce.ulg.ac.be/colloquium.
[top]
2.1. Veelheid aan leven van Belgische Noordzee in kaart gebracht
Het blijkt mee te vallen met de
biodiversiteit in het Belgische deel van de Noordzee. De 2187 soorten
meercellige zeedieren en -planten die hier ooit gemeld werden,
vertegenwoordigen zes percent van de gekende Europese mariene biodiversiteit en
0,9% van de 230.000 wereldwijd geboekstaafde mariene soorten. Alle geldige
soortnamen van de levensvormen in het Belgische deel van de Noordzee worden
door het VLIZ bijgehouden in de BeRMS-databank (Belgian Register of Marine Species - www.marinespecies.org/berms), waarbij tientallen experten de
namen verifiren. Het register telt anno 2010 in totaal 127 soorten vissen, 27
walvissen, dolfijnen en robben, 75 zee- en kustvogels, 116 zeewieren, 492 kreeftachtigen, 27 zeesterren en verwanten, 6
kwallensoorten, 19 anemonen, 69 schelpen, 54 slakken en 5 inktvissen. Minder
bekende groepen omvatten ondermeer de mosdiertjes (156), zeesponzen (34),
poliepen (30) en vooral heel wat plat-, rond- en
ringwormen (811). Niet meegenomen in de lijst zijn de nog niet geverifieerde
1000 soorten eencellige organismen en de microben. Toch is dit relatief hoge
aantal soorten geen reden voor overdreven optimisme. Het hoge aantal soorten
hebben we vooral te danken aan de lange traditie van zeeonderzoek hier in
Belgi. Van de 2000 ooit vastgestelde zeedieren en -planten zijn intussen zeker
14 soorten verdwenen met vissen als blauwvintonijn,
elft, houting en zee-engel en zijn 112 soorten als dwaalgast gecatalogeerd.
Wat wel in opmars is, zijn allerlei exoten intussen al 68 species die zich
hier vaak ten koste van lokale dieren en planten hebben gevestigd en
verschillende typische zogenaamde klimaatsoorten die oprukken vanuit
zuidelijkere wateren. Je leest alle details van de analyse in de VLIZ Special Publication 46: www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&show=html&refid=198989.
[top]
2.2.
Vissers vissen veilig
Uit een Europese studie
blijkt dat de visserij een zeer hoog percentage dodelijke en zware
arbeidsongevallen kent. De lidstaten werden dan ook aangemaand hier iets aan te
doen. Het project Previs (PREventie van
arbeidsongevallen aan boord van VISserijschepen)
voert in Vlaanderen in samenwerking met de sector een preventief beleid om
veiligheid en gezondheid aan boord van vissersvaartuigen te promoten en het
aantal arbeidsongevallen te verminderen. Previs en de Stichting Duurzame
Visserijontwikkeling (SDVO) lanceerden in dit kader zopas het boek Vissers
vissen veilig. Preventiecordinatoren Rudy Vanagt en Ronny Lagast sommen in
het boek tachtig van de meest gevaarlijkste situaties aan boord op, telkens met
veiligheidsadviezen en preventietips. Dit alles wordt gellustreerd met
duidelijke foto's en schema's. Bedoeling is dat elk schip er eentje liggen
heeft op de brug. Vissers en kandidaat-vissers kunnen er heel wat van opsteken.
Meer info bij Ronny Lagast (previs@sdvo.be of 059 50 95 55).
[top]
2.3. Mariene biotechnologie als
innovatieve oplossing voor Europa's grote uitdagingen
In de vier zeen en
twee oceanen die Europa telt, vind je een grote verscheidenheid aan
milieucondities terug. Van in het ondiepe kustwater tot in de diepste oceaan
krioelt het aan zeeleven dat zich in de loop der tijd heeft aangepast aan de
lokaal heersende temperatuur-, druk-,
licht- en chemische omstandigheden. Zo ontstond een diverse waaier aan
gespecialiseerde levensvormen. Zowaar een walhalla voor mariene
biotechnologen die nieuwe producten en diensten ontwikkelen op basis van de nog
vaak onontgonnen en onderbenutte mariene biodiversiteit.
Mariene biotechnologie zal volgens experten van de
Marine Board-ESF een substantile bijdrage kunnen
leveren aan een duurzaam en slim economisch herstel en groei in Europa. Het kan
oplossingen bieden voor de grote uitdagingen waar we voor staan: het garanderen
van een duurzame voedselproductie (bv. via aquacultuur),
energievoorziening (bv. via het kweken van mariene microalgen), het ontwikkelen
van nieuwe geneesmiddelen, diagnosemethoden en gezondheidskuren, en nieuwe
industrile materialen en processen. Mariene biotechnologie is anno 2010 al
goed voor een globale marktwaarde van 2,8 miljard EUR. Indien in de toekomst
industrie en wetenschap nauwer samenwerken is een jaarlijkse groei van om en
bij de 12% niet onrealistisch. Japan, China en de VS investeren momenteel zwaar
in deze relatief nieuwe onderzoeksdiscipline. De experten
zijn het erover eens: Europa moet nu reageren, anders zal het de boot missen!
Het nieuwste Marine Board-ESF visiedocument Marine biotechnology: a new vision and strategy for Europe beschrijft hoe
ambitieuze, maar haalbare onderzoeksagenda's moeten uitgestippeld worden om van
Europa een wereldleider in de mariene biotechnologie te maken tegen 2020. Het
rapport is vrij beschikbaar via de website van de Marine Board-ESF:
www.esf.org/publications/marine-board.html of via het Open Marien
Archief: www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=199476.
[top]
2.4.
Ecologische effecten van
Belgische offshore windparken: de eerste waarnemingen
Momenteel zijn er drie
consortia in Belgi die een milieuvergunning hebben voor het uitbouwen van een
windmolenpark op zee: C-Power (6 molens operationeel
op de Thorntonbank), Belwind (55 operationeel op de Bligh Bank) en Eldepasco (Bank
zonder Naam = Lodewijkbank). Drie andere consortia (Norther, Rentel en Seastar) hebben een domeinconcessie op zee, maar nog geen
milieuvergunning. Elke milieuvergunning vermeldt de verplichting om de
ecologische effecten van de windmolenparken te bestuderen. Dit gebeurt door de
BMM, in samenwerking met het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO), het
Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO) en de Universiteit Gent.
Enkele inzichten verworven uit de monitoring: (1) Bij
het installeren van de molens wordt een hoge geluidsdruk onder water
geproduceerd, met mogelijks grote gevolgen voor de verspreiding van
zeezoogdieren. (2) Door de introductie van windmolens op zee is er een nieuw
habitat met harde ondergrond ontstaan temidden een
overwegend zandig milieu. Verschillende planten en dieren, normaal typisch voor
een rotskustgemeenschap, bevolken ondertussen de palen en funderingen (tot
20.000 organismen per vierkante meter). Rond de turbines krioelt het van de
vissen (tot 29.000 steenbolken per turbine). (3) De
zeebodemfauna in het oorspronkelijke zandige habitat vertoont de eerste
veranderingen. Niet alleen de plaatsing van de molens en de gevormde
erosieputten, maar ook de uitsluiting van bodemvisserij lijken een effect te
hebben. (4) Tegenwoordig is de houding van de bevolking ten opzichte van
windmolens in zee positiever dan pakweg 10 jaar geleden. Alle bevindingen
zijn te lezen
in het rapport Offshore wind farms in the Belgian part of the North Sea: early
environmental impact assessment and spatio-temporal
variability dat kan gedownload worden van www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=199194. Het onderzoek gaat ondertussen gestaag door. In de
komende jaren zal de impact van windmolens op vogels (zoals jan-van-gent, grote
stern, drieteenmeeuw, zeekoet en alk) verder
bestudeerd worden aan de hand van visuele en radarwaarnemingen. Tegenwoordig
zwemmen er ook enkele kabeljauwachtigen rond met een
ingeplant zendertje. Op die manier kan het migratiegedrag van de vissen
bestudeerd worden. Deze analyses zijn momenteel volop aan de gang. We horen er
binnenkort vast meer over...
[top]
2.5. Mariene biodiversiteitsspecial in
populair-wetenschappelijk magazine MENS
In het kader van het
jaar van de biodiversiteit heeft het educatieve tijdschrift Mens, in opdracht
van de Universiteit Gent, een volledige editie gewijd aan mariene
biodiversiteit. UGent wil hiermee demonstreren dat
het een koploper is in biodiversiteitsonderzoek.
Gentse onderzoekers bestuderen o.a. de verzuring van de oceanen en verbleekte
koralen, diepzeehabitats en gigantische microbenmatten,
verbluffende zeedieren en vissen in nood, microalgen als energieleverancier en
reuzenalgen in onderzeese wouden, de moeizame evenwichtsoefening voor een
duurzaam gebruik van de Noordzee, etc. Het themanummer zoomt in op de 'goods and services' van de zee en vestigt de aandacht op
een aantal alarmerende bedreigingen zoals overbevissing en de wereldwijde
opwarming en verzuring van de oceanen. 'Mens' is zowel in een Nederlandstalige
als een Franstalige versie gratis te verkrijgen via Ann.Dewicke@UGent.be. Het
nummer is ook in full text te downloaden via het Open
Marien Archief: www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=199815.
[top]
2.6.
Viswijzer 2010: wijzer vis eten
Nu de feestdagen
naderen, groeit de kans dat er een chique vishapje op je menu belandt. Als je
enigszins bewust wil consumeren, dan kunnen we je de nieuwste viswijzer van WWF
en Stichting De Noordzee aanraden opgesteld in samenwerking met Delhaize. Op
deze lijst worden de meeste soorten vis, schaal- en schelpdieren die
verkrijgbaar zijn op de Belgische markt, opgedeeld in drie categorien. De
eerste categorie (groen) bevat de vissoorten die de beste keuze vormen voor de
consument. In deze categorie is er sprake van goed beheerde kweek, er is geen
overbevissing en er is minimale of beperkte schade aan het milieu. Sommige
vissen uit deze categorie hebben ook het MSC-label,
dat garandeert dat de vissen op duurzame wijze gevangen zijn. De tweede
categorie (oranje) vormt de tweede keuze ten opzichte van vissen in de groene
categorie. Er wordt aangeraden deze vissen slechts met mate te gebruiken
vanwege het feit dat er toch nog problemen zijn bij de kweek of de vangst. De
derde categorie (rood) bevat overbeviste soorten, waarvan sommigen met
uitsterven bedreigd zijn en/of waarvan de vangst of kweek erg schadelijk is
voor het milieu. Het loont de moeite om de viswijzer in detail te bekijken,
want je mag niet alle vis over dezelfde kam scheren. En bepaalde soort kan er
in het ene herkomstgebied beter aan toe zijn dan in een ander. Een vis gevangen
met de hengel of een andere passieve techniek wordt veel beter gequoteerd dan
wanneer die gevangen is met een destructieve vistechniek. Alhoewel deze details
over herkomst en vistechniek nog steeds niet verplicht moeten aangegeven worden
bij de kleinhandelaar, loont het de moeite om er je visboer naar te vragen. Pas
dan kun je een bewuste keuze gaan maken. De Viswijzer 2010 is te downloaden via
www.wwf.be/_media/viswijzer_916662.pdf.
[top]
3.1. Twee leerstoelen mariene wetenschappen in Aberdeen
De universiteit van
Aberdeen wenst twee internationaal gerenommeerde wetenschappers aan te stellen
in de disciplines mariene biodiversiteit enerzijds en visserijwetenschappen
anderzijds. De twee professorplaatsen zijn integraal onderdeel van het MASTS-initiatief (Marine Alliance for
Science and Technology for Scotland), dat Schotland ng
meer op de kaart wil zetten betreffende het marien onderzoek. Lees er meer over
op www.masts.ac.uk/newsItem.aspx?ni=322. Informele uitleg over deze vacatures kun
je verkrijgen bij Chris Secombes, hoofd van de School
of Biological Sciences (+44 1224 27 28 57 of c.secombes@abdn.ac.uk). Hou wel
de deadline (7 januari 2011) om te solliciteren in de gaten!
[top]
3.2. IMARES zoekt 18 nieuwe collegas
Het Nederlandse IMARES
(www.imares.wur.nl) zoekt 18 nieuwe
medewerkers om hun team te versterken, van junior BSc
tot senior PhD-niveau. Van de kandidaten wordt
verwacht dat ze naast technische vaardigheden die relevant zijn voor het
werkgebied van IMARES, ook goede persoonlijke vaardigheden hebben. Het nieuwe
is dat ze voor het verspreiden van deze vacature zwaar inzetten op de nieuwe
sociale media. Met behulp van een videoclip op You
Tube en acties op LinkedIn en Twitter
willen ze kandidaten aantrekken. Meer informatie over de jobs zelf en de
onderzoeksdisciplines van IMARES vind je op www.werkenbijimares.nl.
Solliciteren kan nog tot 6 januari 2011.
[top]
3.3. DAB VLOOT werft ingenieur, scheepswerktuigkundigen en
stuurmannen aan
De Vlaamse reder zoekt
een industrieel ingenieur voor de locatie Antwerpen, scheepswerktuigkundigen en
stuurmannen voor de loodsboten en de toekomstige swath
'Wandelaar'. Voor deze laatste functie wordt een selectie-examen uitgeschreven.
Gevraagd wordt dat je een Masterdiploma in de
nautische wetenschappen in het bezit hebt (met een geldige STCW '95 III/1 of
hoger) en minstens 24 maanden ervaring als wachtoverste voor de functie van
loods (stuurman van de loodsboot). Inschrijven voor het Selor-examen
kan nog tot 16 januari 2011.
Meer informatie over de verschillende banen is te vinden op www.welkombijvloot.be, incl. een
clip met een getuigenis van een mogelijks nieuwe collega.
[top]
3.4. Vrijwilligers gezocht voor zeezoogdierenmonitoring in Wales
De non-profit
organisatie Sea Watch
Foundation zoekt voor de lente en zomer van 2011 meerdere vrijwilligers voor
het Cardigan Bay Monitoring project, dat de populaties van de aanwezige
zeezoogdieren in de baai wil gaan monitoren. Ben je bereid om deze zaak te gaan
dienen en ondertussen ervaring op te doen als cordinator, onderzoeksassistent
of deel van het educatieteam? Je leert er alvast verschillende technieken
toepassen zoals lijntransecten, foto-identificatie,
waarnemingen vanop land en akoestische surveys. Hiermee kan de aanwezigheid, verspreiding,
voortplantingssucces en populatiestructuur van de tuimelaar, bruinvis en grijze
zeehond worden onderzocht. De volledige jobomschrijving
vind je op www.horta.uac.pt/intradop//index.php?option=com_content&task=view&id=1783.
Je wordt verwacht te reageren vr 31 januari 2011.
[top]
3.5. Postdoc in GIS en ruimtelijke ecologie van koudwaterkoralen
De School of Life
Sciences van de Edinburgh University
zoekt voor de komende twee jaar een postdoc voor het verfijnen van hun GIS
databank, het cordineren van habitatmappings en het
ontwikkelen van ruimtelijke biodiversiteitsanalyses.
Het labowerk wordt aangevuld met veldwerk en cruises
aan boord van onderzoeksschepen. Deadline voor solliciteren op 19 januari 2011.
Meer informatie via Murray Roberts
(J.M.Roberts@hw.ac.uk of
+44-(0)131-451-3463) of via www.horta.uac.pt/intradop//index.php?option=com_content&task=view&id=1780.
[top]
3.6. Toegepaste fysici en ingenieurs voor Woods Hole Oceanographic Institution
Het Departement Applied Ocean Physics
and Engineering van het WHOI (www.whoi.edu/aope)
wacht nog tot 15 januari 2011 sollicitaties in voor wetenschappelijke staf met
specialisatie in de vloeistofdynamica van kustwateren en open oceaan, ocean acoustics, remote sensing en onderwaterrobotica. Van de kandidaten wordt verwacht dat ze
onafhankelijk externe fondsen kunnen verwerven. Wetenschappelijke medewerkers
krijgen de mogelijkheid om ook lesuren op te nemen of graduaatstudenten te
begeleiden van het MIT/WHOI Joint Program in Oceanography
and Oceanographic Engineering. Meer informatie over
hoe te solliciteren op www.whoi.edu/jobs.
[top]
3.7. Verschillende Europese calls voor mariene onderzoeksprojecten
Europa heeft verschillende calls
lopen, waarbinnen mariene projectvoorstellen ingediend kunnen worden. De 4de
FP7 call Oceans of Tomorrow 2011 wil het onderzoek stimuleren dat een
innovatieve en duurzame blauwe groei economische groei op basis van de
diensten en producten uit zee mogelijk maakt. Zo wil men beter kunnen
begrijpen en voorspellen hoe mariene ecosystemen reageren op de toenemende druk
door een combinatie van natuurlijke en antropogene factoren. De call wil ook werk maken van innovaties waardoor we op een
duurzame manier kunnen gebruikmaken van de schatten die de zee rijk is. Met 45
miljoen EUR moet het sectoren als mariene energie en blauwe biotechnologie
promoten. Deadline: 18 januari 2011. Meer informatie op: http://cordis.europa.eu/fp7/dc/index.cfm en http://ec.europa.eu/research/agriculture/ocean/ocean2010/index_en.html.
Ook het ERA-net BiodivERsA,
bestaande uit nationale organisaties die biodiversiteitsonderzoek
in Europa financieren of beheren, lanceerde in het najaar 2010 een call voor onderzoeksvoorstellen die de relatie tussen
biodiversiteit en ecosysteemdiensten bestuderen. Negen deelnemende landen
verzamelden 11,1 miljoen EUR. De deadline voor het indienen van de
projectvoorstellen is 17 februari 2011, maar een voorinschrijving is nodig vr
5 januari 2011. Omdat Belgi pas op 23 december zal confirmeren of het
deelneemt aan deze onderzoeksfinanciering, zal de pre-registratie
voor Belgische teams ook nog na 5 januari kunnen gebeuren. Hou dus de website
van BiodivERsA (www.eurobiodiversa.org)
in de gaten!
[top]
4.1.
Bruinviskalfjes uit Noordzee stapelen vlamvertragers
en pesticiden op
Bruinvissen zijn er steeds meer in de zuidelijke
bocht van de Noordzee. Dat merken we o.a. door het hogere aantal strandingen
aan onze kust. De nog levende dieren tracht men er weer bovenop te helpen in
het SOS Dolfijn rehabilitatiecentrum van Harderwijk
(Nederland). Toch halen ze het niet allemaal. Van 28 dieren, daar gestorven
tussen 1990 en 2008, werden stalen genomen van de vetlaag, lever en nieren.
Deze werden onderzocht door biologen en toxicologen van de universiteiten van
Antwerpen en Luik op de aanwezigheid van schadelijke vlamvertragers
en pesticiden. Ondertussen zijn ze wegens hun giftigheid verboden. Omdat ze een
hoge mate van bioaccumulatie vertonen, worden deze
persistente organische polluenten (PoP's) nog steeds veelvuldig gemeten in het lichaam van
mariene organismen. Dit is zeker het geval bij bruinvissen die toppredatoren zijn en lang leven. Ze kunnen in vergelijking
met andere zeezoogdieren slechts in beperkte mate de opgenomen contaminanten afbreken en stapelen ze op in hun weefsels.
Vooral in hun blubbervet worden de hoogste concentraties POP's
gemeten, op de voet gevolgd door lever en nieren (waar dan weer vooral hoog
gechloreerde PCB's opgestapeld worden). Toch konden
de onderzoekers, voor de meeste stoffen en in de meeste leeftijdscategorien
van bruinvissen, een daling waarnemen tussen 1990 en 2008. Enkel de kalfjes
vormen hierop een uitzondering. Deze zogende dieren van minder dan n jaar oud
blijken gedurende de laatste 20 jaar steeds hogere concentraties polychloorbifenyls (PCB's) en DDT-afbraakproducten op te slaan in hun lichaam. Liesbeth Weijs van de Onderzoeksgroep Ecofysiologie,
Biochemie en Toxicologie van de Universiteit Antwerpen die het onderzoek
leidde: Voor sommige stoffen (zoals PCB 153) bleken de concentraties zo hoog,
dat de concentratiepieken in de grafiek zelfs niet meer op mijn computerscherm
pasten. Op zich geen probleem, gewoon de extracten verdunnen. Jammer genoeg is
dit geen goed nieuws voor bruinviskalfjes. De concentraties zijn gewoon veel te
hoog. Dit stelt hen maar uiteindelijk op termijn ook de volledige
bruinvispopulatie bloot aan een zeer hoog risico op gezondheidseffecten. Het
volledige artikel is beschikbaar via het Open Marien Archief: www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=200070.
[top]
4.2. Ontbossing benvloedt kwaliteit kustwater
Ontbossing is een
probleem van alle tijden. Het is bijna verdwenen uit ons collectieve geheugen,
maar ooit was Vlaanderen voor negentig procent bebost. Hier en in andere
regio's in de gematigde klimaatzones zijn mettertijd gigantische oppervlakten
bos verdwenen. Onderzoekers van verschillende Belgische universiteiten (UA, KULeuven, UCL, VUB, ULB), samen Franse, Nederlandse en
Zweedse onderzoekers, konden aantonen dat de gevolgen hiervan tot in het
kustwater waarneembaar zijn. Door het omzetten van bos in akkers en weiden komt
er tot driemaal minder silicium via de rivieren in het kustwater terecht.
Gezien silicium een belangrijke voedingsstof is voor kiezelwieren, die een
skeletje hebben van siliciumoxide, zullen bij een siliciumlimitatie
andere algensoorten de overhand krijgen in de kustwateren. Dit is bijvoorbeeld
het geval voor de schuimalgen, die in de late lente de oorzaak zijn van
exuberante schuimkragen op het strand. Kiezelwieren spelen ook een cruciale rol
in het klimaatsysteem. Als ze sterven, wordt een deel begraven op de
oceaanbomen. De koolstof die daardoor wordt vastgelegd, vertegenwoordigt een
kwart van de jaarlijkse menselijke uitstoot. Met hun onderzoek ontkrachten de
wetenschappers het idee dat het siliciumtransport van het vaste land naar zee
hoofdzakelijk geologisch wordt gestuurd. Onmiddellijk na het verdwijnen van bos
piekt de export van silicium, maar op langere termijn stelden de onderzoekers
een duidelijke daling vast. Wie het artikel integraal wil lezen kan het vrij
downloaden via het Open marien Archief: www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=201089
[top]
5.1. Kwallen profiteren van instabiele ecosystemen
In de Europese zeen en
oceanen is een algemene verslijming aan de gang.
Steeds meer kwallen en ribkwallen komen voor in onze door overbevissing en
klimaatsverandering gedestabiliseerde wateren. Regelmatig duiken in de pers
berichten op van enorme bloeien van een of andere kwallensoort, die
viskwekerijen vernietigen, netten van vissers overladen of leiden tot het afsluiten
van toeristische stranden. Deze stijging van het aantal kwalachtigen
is nu ook wetenschappelijk bevestigd door een groep van Ierse en Britse
onderzoekers die langetermijn tijdsreeksen uit de
Ierse zee konden bestuderen. Daarin namen ze sinds 1970 een duidelijke stijging
waar van het aantal kwallen (hier vnl. de onschuldige oorkwal Aurelia aurita).
Het team vindt het moeilijk om duidelijke oorzaken aan te duiden, maar merkt
alvast toch dat de hoge aantallen gerelateerd zijn met een hogere temperatuur
van het oppervlaktewater, een hogere hoeveelheid neerslag tijdens de lente en
een hogere beschikbaarheid van kleine roeipootkreeftjes
in het voorafgaande jaar. Het wegvissen van planktonetende vissen zorgt ervoor
dat er steeds meer plankton beschikbaar is voor de opportunistische en snelgroeiende
kwallen. De bezorgdheid van sommige wetenschappers dat kwallen het herstel van overgexploiteerde visstock naar hun historische niveau in
de weg zouden kunnen staan, deelt het onderzoeksteam alvast niet. Zulke nachtmerriescenario's
staan nog niet onmiddellijk te gebeuren volgens de publicatie in Global Change Biology (http://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1111/j.1365-2486.2010.02352.x/abstract).
In alle door hen bestudeerde situaties in de Noordzee en de Zwarte Zee, waar
vissoorten achteruitgingen en kwallen daaropvolgend veel talrijker werden, was
het beperken van de visserij steeds voldoende om de visstock te herstellen. Toch
leert het ons dat we in het visserijbeheer rekening zullen moeten houden met
kwallen, maar ook andere organismen in het ecosysteem. Enkel met een uitvoerige
kennis van alle ecologische relaties die spelen in een bepaald ecosysteem,
kunnen we alle directe en indirecte effecten begrijpen. Pas dan zullen we de
visstocks op een maximaal duurzame wijze kunnen exploiteren (het zogenaamde ecosystem-based management).
[top]
5.2. Leven ontdekt in de diepste lagen van de aardkorst onder
oceaan
In diepe boorkernen
bemonsterd ter hoogte van het Atlantis-massief een
onderzeese bergketen in de Atlantische Oceaan werden verschillende groepen
levende bacterin ontdekt op een diepte van 1391 meter en bij een temperatuur
van 102 graden Celsius. Uit een genetische analyse blijkt dat ze niet op deze
diepte zijn ontstaan, maar afstammelingen zijn van bacterin die op minder
grote diepte leefden en later migreerden naar diepere lagen. Ze voeden zich met
methaan en benzeen. Dit soort organismen is ook vaak te vinden in oliebronnen
en vervuilde aarde. De Amerikaanse onderzoekers van de staatsuniversiteit van Oregon vermoeden dat er mogelijks soortgelijke bacterin
leven in de nog dieper gelegen aardmantel. Dat melden ze in het
wetenschappelijk tijdschrift PloS One.
[top]
5.3. Franse kustwacht eist verbod op overzwemmen Kanaal
De Franse kustwacht wil
een verbod op het overzwemmen van het Kanaal. Ook rederijen vragen om strengere
regels voor zwemmers. Ze vrezen immers voor ongelukken in de op n na drukste
zeestraat ter wereld. Het aantal zwemmers tussen Engeland en Frankrijk is de
laatste decennia fors toegenomen. Alleen al afgelopen zomer waren het er 266.
Elke dag varen er 500 schepen door het Kanaal. De vereniging van Kanaalzwemmers
vindt strengere regels niet nodig omdat elke overtocht heel goed wordt
georganiseerd en beveiligd. Bovendien is er in 140 jaar nog nooit een ongeluk
gebeurd, zegt de vereniging. In 1875 zwom de Engelse Martin Webb
als eerste het Kanaal over, een afstand van 34 kilometer. Hij deed er 21 uur en
40 minuten over. Sindsdien hebben vele zwemmers hetzelfde geprobeerd. Een
negenhonderdtal slaagde er in solo van Engeland naar Frankrijk te zwemmen.
[top]
5.4. Doctoraten
Martijn Vandegehuchte (Onderzoeksgroep Terrestrische Ecologie van de UGent) bestudeert al enkele jaren de interacties tussen wortel- en spruitetende organismen bij helmgras, een typische plant van de kustduinen. Op vrijdag 17 december verdedigde hij zijn doctoraat Environmental and genetic aspects of aboveground-belowground interactions in the Ammophila arenaria system.
Dinsdag 11 januari 2011 (16.00 uur) verdedigt Veerle Beelaerts van de VUB (promotoren prof. R. Pintelon & Prof. F. Dehairs) haar Doctoraat in de Ingenieurswetenschappen: Time series reconstruction of environmental proxy records. Place to be: VUB, Pleinlaan 2, 1050 Brussel (gebouw D, Lokaal D.0.08).
DISCLAIMER
VLIZINE
heeft als doel informatie te verstrekken. Eventuele standpunten zijn die van de
auteurs en stemmen niet noodzakelijk overeen met die van het VLIZ. Het VLIZ is
niet verantwoordelijk voor enige schade opgelopen ten gevolge van foutieve of
verkeerd genterpreteerde informatie in dit e-zine, noch voor de inhoud van
websites waarnaar verwezen wordt. Uw adres opgenomen in onze e-zine
rondzendlijst wordt niet aan derden doorgegeven zonder uw toestemming en wordt
niet gebruikt voor commercile doeleinden.
COPYRIGHT
Copyright
2010 Vlaams Instituut voor de Zee.
Delen uit dit e-zine mogen in andere publicaties worden overgenomen, maar
uitsluitend met bronvermelding. Deze publicatie mag wel in haar geheel ter
kennismaking worden doorgestuurd naar derden.
LID WORDEN VAN HET VLIZ KAN
Meer info vindt u op onze website.
WEBSITE
http://www.vliz.be
Vlaams Instituut voor de Zee
Flanders Marine Institute
VLIZ InnovOcean site
Wandelaarkaai 7
8400 Oostende
Tel. +32-(0)59-34 21 30
Fax +32-(0)59-34 21 31
http://www.vliz.be