
Het Belgica anker krijgt een eervolle plaats op het Marien Station Oostende.
Het originele anker van de eerste Belgica is een stille getuige van de legendarische Belgica-expeditie van 1897-1899. Na een bewogen geschiedenis werd het schip tijdens de tweede Wereldoorlog tot tot zinken gebracht in een Noorse fjord. Een halve eeuw later borgen plaatselijke duikers het anker en maakten het vervolgens over aan het Belgica Genootschap, dat het in 2024 schonk aan het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ). Op 19 maart 2025 kreeg het een zichtbare en eervolle plaats op de Oostendse Oosteroever in aanwezigheid van gouverneur Carl Decaluwé.
Tussen 1897-1899 vond met het schip Belgica de eerste Belgische exploratie van Antarctica plaats onder leiding van Adrien de Gerlache. Een expeditie die zonder meer baanbrekend was. Nooit eerder overwinterden wetenschappers in het Zuidpoolgebied, in ronduit levensbedreigende omstandigheden. De bemanning, waaronder de jonge Roald Amundsen, hield zich staande door gegevens te verzamelen over geografie, fauna, flora en meteorologie. Een stevige basis voor later wetenschappelijke werk, zou blijken. In de loop van de jaren zijn er verscheidene boeken en artikels verschenen over de exploten van de Belgica-expeditie. Minder bekend is wat er met het houten zeilschip gebeurd is na haar terugvaart uit Antarctica.
Een bewogen geschiedenis, zo blijkt. Maar laat ons eerst even terug gaan naar 1884. Toen zag de Belgica, onder de naam Patria, het levenslicht in Svelvik, niet ver van Oslo. De 36 meter lange houten driemaster – ter vergelijking: dit is exact de lengte van het VLIZ-onderzoekschip Simon Stevin – werd als walvisvaarder gebouwd door een zekere Johan Jakobsen. Die man was trouwens niet aan zijn proefstuk toe. Hij zou later ook de Endurance bouwen waarmee Shackleton tussen 1914-1917 tevergeefs poogde de oversteek van Antarctica te maken.
De Patria werd in 1896 verkocht aan Adrien de Gerlache. Met het als Belgica omgedoopte schip schreef hij dus geschiedenis. Na terugkeer fungeerde het schip onder dezelfde naam nog als walvisvaarder en Arctisch onderzoeksschip. In 1916 werd de Belgica verkocht, herdoopt tot Isfjord en ingezet voor kolentransport tussen Spitsbergen en Noorwegen. In 1918 volgde een nieuwe verkoop en omschaling naar een drijvend visverwerkend en levertraan producerend platform. Om eind de jaren 1930, niet langer zeewaardig, als kolenopslagplaats te fungeren. En toen kwam Wereldoorlog II. Gevuld met Britse munitie werd het schip in de meidagen van 1940 het slachtoffer van een Duitse luchtaanval en zonk. Pas in 1990 zouden duikers van een lokale club het wrak van de Belgica herontdekken in een baai in het Noorse Harstad, op 22 meter diepte en zo’n tweehonderd meter uit de kust.

De Belgica bij vertrek uit Antwerpen in 1897.
Het scheepswrak is beschermd, en gezien zijn toestand niet langer te bergen. Bepaalde attributen kregen wel een andere bestemming. Zo schonk de eigenaar van het schip, Kristian Holst, een van de twee originele ankers aan het Arctisch museum in Tromsø, waar het tot op vandaag voor de ingang van het gebouw te bewonderen is. Het tweede anker werd naar aanleiding van een bezoek aan Noorwegen van het Belgica Genootschap, aan deze vzw gedoneerd. Deze vzw had als doel bij te dragen tot de kennis van Belgisch maritiem erfgoed. Het Belgica Genootschap kende onder zijn stichtende leden onder meer reder-ter-visserij Willy Versluys, Jean-Louis de Gerlache (kleinzoon van Adrien de Gerlache), maritieme archeologen Marnix Pieters, Tom Lenaerts en Tomas Termote, en algemeen directeur van het VLIZ Jan Mees. Toen de vzw zijn activiteiten beëindigde werd het tweede anker aan het VLIZ geschonken door reder Willy Versluys, bezieler van het Belgica Genootschap en voormalig bestuurslid van het VLIZ.
Vandaag staat dit anker meer dan ooit symbool voor de rijke geschiedenis van de Belgica, voor haar rol in de poolwetenschappen en voor de moed en vastberadenheid van haar bemanning. Om die reden geeft het VLIZ dit anker nu een prominente en zichtbare ereplaats. Op een boogscheut van de zee, bovenaan de slipway van een historische scheepswerf, en in nauw contact met het Marien Station Oostende, waar VLIZ bouwt aan de toekomst van het internationaal marien onderzoek.
De officiële overhandiging van het Belgica-anker vond plaats in aanwezigheid van gouverneur Carl Decaluwé, voorzitter van het VLIZ en tevens de officiële ‘ontvanger der wrakken’, reder Willy Versluys, en Jan Mees, Algemeen Directeur van het VLIZ.