Header logo
|  Inleiding |  Beeldbank |  Zoeken |  Historische personen |  Gebruikte bronnen |
Voeg een beeld toeMaak een nieuw albumRSSAlbum overzicht.

Beeldbank

Beeldbank » Beelden per auteur » Desnerck, Gaston & Roland
Desnerck (1976, fig. 147)
Desnerck (1976, fig. 147)
Beschrijving Tweemastsloep. 1. Stengestag (zwaar touw dat een rondhout langsscheeps steunt, van de steng (verlenging van de mast) naar de boegspriet (rondhout voor de voorsteven)). 2. Leiblok (blok dat enkel de trekkracht van de erdoor geschoren lijn van richting verandert) op het boegsprietuiteinde (voor touw van kluivertopzeilhals). 3. Kluivertopzeilhijslijn. 4. Kluivertopzeilschoot (lijn aan de benedenhoek van een zeil). 5. Traveller (loopring) met lijn van kluiverhals (loefhoek of voorhoek). 6. Kluiverhijslijn. 7. Kluiverschoot. 8. Grootstag (zwaar touw dat een rondhout langsscheeps steunt, van de grote mast naar het voorschip). 9. Stagzeilleider. 10. Bevestiging stagzeilhals. 11. Stagzeilschoot. 12. Talie (takel) op stagzeilkop en hijslijn. 13. Dirk (kraanlijn). 14. Binnenval (hijslijn waarmee de gaffel (rondhout voor het ophouden van bovenste zeilzoom van een vierhoekig langsscheeps zeil) langs de mast kan worden opgetrokken of neergelaten). 15. Blokken van piekeval (touw waarmee de piek van de gaffel (rondhout voor het ophouden van het bovenste zeilzoom van een vierhoekig langsscheeps zeil) in de juiste stand gezet wordt) en hanepoten (3 verklaringen p512-513). 16. Steekboord (dient om bij het reven van het zeil, zowel het voorste zeilzoom als het achterste opnieuw strak te trekken op de boom). 17. Schoottalie (takel). 18. Schildpad (platte klamp (houten uitsteeksel) met schijf op een rondhout (Vlaanderen: gaffelnok) aangebracht). 19. Aanhalen hals (loefhoek of voorhoek) van groot topzeil (zeil gevoerd boven kluiver, gaffelzeil of bezaan). 20. Pardoen (touwspan met het boveneinde aan een oog op de steng (verlengde mast) en met het ondereinde op beide boorden met een pardoentalie (takel) op een relingoog). 21. Bezaansdirk. 22. Steekboord van bezaan (langsscheeps zeil achter en aan de bezaansmast of achterste mast). 23. Bezaansschoottalie. 24. Schildpad. 25. Aanhalen hals van bezaanstopzeil. 26. Ophouden grote boom (rondhout tot het uithouden van langsscheepse zeilen, netten, e.d.) op bezaansmast (i.p.v. met dirk). 27. Hals van het aapje (driehoekig zeil dat zich voor de bezaansmast bevond). 28. Schoot van het aapje. 29. Talie op de kop van het aapje. 30. Hijslijn groottoprazeil. 31. Beugel (ring aan boord waardoor een rondhout loopt) met lantaarnhouder. Auteur R. Blomme, G. Casier en A. Clement in Desnerck, G. & R. (1976) Uit bron Desnerck, G.; Desnerck, R. (1976). Vlaamse visserij en vi... © R. Blomme, G. Casier en A. Clement in Desnerck, G. & R. (1976)
Klik hier om terug te keren naar miniatuurweergave

Site ontwikkeld en gehost door het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ)
Met steun van de provincie West-Vlaanderen
Logo VLIZ Logo provincie West-Vlaanderen