Het belang van artificiële harde substraten op de Noordzeebodem voor de ecologie van de ichtyofauna
Een groot aantal vissoorten wordt aangetrokken tot artificiële riffen (bv. Arena et al. 2007, Fabi et al. 2002,
Santos & Monteiro 2007) en een brede range aan omgevingsfactoren spelen hierbij een belangrijke rol.
Oorspronkelijk werd gedacht dat de hoge densiteiten van vissen rond artificiële riffen een indicatie van een
verhoogde productie waren. In 1983 werd dit niet langer zomaar aangenomen en ontstond het zogenaamde
“attractie-productie debat” (Bohnsack 1985 & 1989, Brickhill et al. 2005).
De huidige studie beoogt het vaststellen van attractie en/of netto productie van de ichtyofauna op de artificiële
harde substraten (sokkels en stortsteenlaag) van de windmolens geplaatst op de Thorntonbank (Belgisch deel
van de Noordzee). Bij dit doctoraatsvoorstel worden de mogelijke oorzaken die een invloed uitoefenen op
productiviteit onderzocht.
De ichtyofauna geassocieerd met het artificiële rif zal gekwantificeerd worden aan de hand van zowel visuele
(visual census en camera-observaties) als vangstmethoden (warrelnetten en lijnvisserij). Voor een aantal
modelorganismen zal gedetailleerde informatie verzameld worden over dieet, voedingshabitatten en bioenergetische
waarden aan de hand van maaganalyses, vetzuuranalyses en stabiele isotopenanalyses. Verder
zullen taggingexperimenten uitgevoerd worden om gedetailleerde informatie te verkrijgen over
migratiepatronen.
In the year 2008 the kick off for the construction of the first windmill farm at the Belgian part of the North Sea (BPNS) was given. Within a couple of years three windmill farms and more than a 100 windmills will be present in our North Sea waters.
The foundations of these windmills will act as secondary artificial reefs, attracting different kind of fish species (Arena et al; 2007, Fabi et al. 2002, Santos & Monteneiro 2007). Initially, high densities of fishes present at artificial reefs where related to an increased productivity. In 1983 an alternative hypothesis, stating that artificial reefs attract fishes due to behavioral preferences but do not increase productivity, emerged (Bohnsack 1989).
As many fish have a complicated life cycle and are highly migratory it is hard to quantify ‘possible’ net production. For this reason it is important to interpret the dimensions and distribution areas of the populations of fish species involved and to stipulate factors influencing structure (densities) and functionality (production versus dispersion) to quantify net production.
This PhD study aims to determine attraction and/or net productions of the ichthyofauna on the artificial hard substrates of the wind turbines placed at the Thorntonbank. Nearby artificial hard substrates (ship wrecks) and sand banks without windmills will act as reference sites.
The main goals are:
• to follow-up evolution of fish communities, densities and biomass both on concession area as reference sites after deployment of wind turbines
• to determine which mechanisms/processes can result in an increase of fish production
o Are differences in physico-chemical characteristics of bottom, water column, hard substrates, … present between various sites?
o Are differences in condition index present between fish of various sites and what factors influence these differences?
• to determine (daily) migration patterns of some fish species
Different techniques will be integrated to understand, quantify and visualize the functional relations between the ichthyofauna and the artificial reef.
Quantification is done using visual (visual census, camera observations) and invasive techniques (gill nets, line fishing). Cod (Gadus morhua) and pouting (Trispoterus luscus) are selected for detailed investigation on habitat- and food preferences, condition index and migration patterns using different techniques (e.g. stomach content analysis, fatty acid analysis, telemetry).