België heeft een drukbevaren zeegebied met om en bij de 100 000 scheepsbewegingen elk jaar. Deze scheepsbewegingen zorgen voor een verhoogd risico voor olieverontreiniging omdat elk schip, ook als het geen olie als lading vervoert, een zekere hoeveelheid olie, waaronder brandstof, aan boord heeft. Olieresten kunnen daarom moedwillig overboord gepompt worden in geringe doch talrijke hoeveelheden, de zogenaamde ‘operationele olielozingen’.
Naast operationele olieverontreinigingen zijn er ook accidentele olieverontreiniging. Deze doen zich minder frequent voor maar vormen wel een grotere dreiging voor de kust . Accidentele olievervuiling is daarom niet in een monotone indicator te vatten. Vaak leidt deze soort verontreiniging tot een vervuilde kustlijn besmeurd met olie en gestrande olievogels met ernstigere en grotere ecologische en economische gevolgen hebben.
Een uitgebreide bespreking van deze indicator is ook terug te vinden in het kustkompas. Hierin wordt deze indicator besproken aan de hand van verschillende vragen zoals waarom deze indicator, wat zegt deze indicator, wat zijn de resultaten, wat voor de toekomst,…