Visstocks die niet overbevist zijn

Commerciële visstocks binnen veilige biologische limieten

De toenemende vraag naar vis en visserijproducten heeft geleid tot overbevissing, waardoor soorten achteruitgaan of zelfs dreigen te verdwijnen. Eén van de bekendste voorbeelden is kabeljauw in de NW Atlantische Oceaan. De visserijactiviteiten hebben niet alleen een directe impact op de mariene biodiversiteit door overmatige bevissing van de doelsoorten, maar ook een indirecte, door fysische verstoring van de zeebodem, door de ongewilde bijvangst van zeezoogdieren, niet-commerciële vissoorten en ongewervelden, en door schade aan structuren van biologische oorsprong, zoals wormbedden en koraalriffen.

Een uitgebreide bespreking van deze indicator is ook terug te vinden in het kustkompas. Hierin wordt deze indicator besproken aan de hand van verschillende vragen zoals waarom deze indicator, wat zegt deze indicator, wat zijn de resultaten, wat voor de toekomst,…

lichte achteruitgangTrend : Sinds 1980 zit de visserijsterfte voor de meeste stocks (ver) boven parameter waarde voor de visserij sterfte, terwijl de biomassa in meer dan de helft van de gevallen onder parameterwaarde zit. Het aantal commerciële visbestanden in de Noordzee dat binnen veilige referentiewaarden zit, is laag (maximaal 2 op 7). Haring voldeed aan de criteria in 2002-03; schelvis in 1997 en 2002-04; schol in 1980-81, 1983-85 en 1990; en tong in 2004.

Definitie : De indicator wordt in de grafiek voorgesteld als het aandeel van de commerciële vissoorten binnen veilige biologische limieten in de Zuidelijke Noordzee.

Eenheid : De indicator wordt uitgedrukt als een percentage.

Lees meer in de technische fiche

Gebieden op grafiek
DE KUST


Laatst gewijzigd op 19/01/2005