De verouderingsgraad verschaft inzicht in het demografische evenwicht en de demografische dynamiek van een bepaald gebied. De bevolkingsstructuur oefent onmiskenbaar een invloed uit op het sociale, economische en politieke leven. Het aantal jongeren zal een weerslag hebben op, onder meer, de behoefte aan kinderopvang en aan schoolinfrastructuur. Jong volwassenen bepalen de instroom op de arbeidsmarkt terwijl ouderen de groep van gepensioneerden zullen vormen. De samenstelling van de bevolking heeft dus een weerslag op heel wat beleidsdomeinen zoals huisvesting, werkgelegenheid, communicatie, vrije tijd en onderwijs.
De verouderingscoëfficiënt is een demografische indicator van de verhouding tussen het bevolkingsaandeel ouder of gelijk aan 60 en het bevolkingsaandeel jonger dan 20 jaar. Een verouderingsgraad van meer dan 100 betekent dat het aandeel van de bevolking boven de 60 groter is dan de groep onder de 20 jaar. Omgekeerd betekent een waarde kleiner dan 100 dus dat de groep zestigplussers kleiner is dan de groep min-twintigers. Bij een indicator 100 zijn beide groepen even groot.
Een uitgebreide bespreking van deze indicator is ook terug te vinden in het kustkompas. Hierin wordt deze indicator besproken aan de hand van verschillende vragen zoals waarom deze indicator, wat zegt deze indicator, wat zijn de resultaten, wat voor de toekomst,…