In de Noordzee is het aantal commerciële visbestanden binnen veilige referentiewaarden laag, met maximaal 2 op 7. In 2006 voldeed enkel schelvis aan de criteria. Bij haring, makreel, kabeljauw, wijting, schol en tong was ofwel de visserijdruk te hoog, ofwel de biomassa te laag om veilige referentiewaarden op te meten. De lage visbestanden schaden het mariene ecosysteem meetbaar en langdurig. Het duurzame beheer van de visbestanden is een collectieve verantwoordelijkheid, waartoe alle betrokken visserijlanden solidair moeten bijdragen. Een visstock bevindt zich binnen veilige referentiewaarden als de visserijsterfte, F, kleiner is dan de voorzorgswaarde Fpa, en de totale biomassa van alle geslachtsrijpe vissen binnen de populatie, B, groter dan de voorzorgswaarde Bpa, dus wanneer F < Fpa én B > Bpa. Stocks in de donkergroene zone zijn volledig "veilig". Streefdoel van het visserijbeheer is dat alle visstocks uit de oranje-rode zone weg komen en zich binnen de veilige grenzen, de donkergroene zone, bevinden. |
Bron : Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek