Het economische leven aan de kust wordt gekenmerkt door een hoge turbulentie. De verhouding van het aantal oprichtingen, stopzettingen en faillissementen ten opzichte van het aantal actieve ondernemingen ligt aan de kust duidelijk hoger dan in West-Vlaanderen. In het hinterland is de economische dynamiek veel minder groot dan aan de kust, wat voor een belangrijk stuk toe te schrijven is aan de verschillende aard van de activiteiten aan de kust en in het hinterland. Oprichtingen, stopzettingen en faillissementen maken deel uit van het proces van economische ontwikkeling en geven een beeld van de dynamiek van een regio. In een dynamische economie krijgen bedrijven de kans om te starten en zich te ontplooien. Ze zorgen daarbij voor vernieuwing in het aanbod van diensten en producten. De oprichtings- en uittredingsratio’s beschrijven het proces van oprichten en verdwijnen van bedrijven. De oprichtingsratio is de verhouding van het aantal oprichtingen ten opzichte van het aantal actieve ondernemingen (BTW-plichtigen). De uittredingsratio is de verhouding van het aantal stopzettingen en faillissementen ten opzichte van het aantal actieve ondernemingen. Het verschil van beide indicatoren is de nettogroeiratio. De turbulentieratio is de som van de oprichtings- en uittredingsratio’s. De turbulentieratio geeft aan in welke mate het economisch weefsel zich vernieuwt. Maar een te hoge ratio op zich is ook niet goed. Er moet een gezond evenwicht zijn tussen intrede en uittrede van bedrijven. Een te hoge uittrede gaat gepaard met het verlies van investeringen, banen enz. Dit brengt eveneens onzekerheid voor nieuwe bedrijven. |
Bron : Provincie West-Vlaanderen, Dienst economie