KWALITEIT STRANDWATER


In 2006 voldeed 22,5 % van de onderzochte meetplaatsen in de badzones aan de kust aan de Europese streefwaarde. Dit is een verbetering ten opzichte van 2005: toen voldeed slechts 17,5 % aan de streefwaarden. Wat de (verplichte) Europese minimumnorm betreft, scoren alle badsteden dan weer goed. Zowel in 2005 als in 2006 behaalden ze 95 %. Over de laatste tien jaar voldoet dus zo’n 20 % van de badzones aan de streefwaarde en 95 tot 100 % aan de minimumnormen.

De beleving van de zee heeft, naast het visuele aspect, vooral te maken met de mogelijkheden tot zwemmen en pootjebaden. Het recreatieve gebruik van het strandwater is de laatste decennia sterk gegroeid. De indicator 'strandwaterkwaliteit' wordt gedefinieerd als het percentage van de bemonsterde zwemzones aan de Vlaamse kust die voldoen aan de Europese normen betreffende de bacteriologische kwaliteit van zwemwater, zoals die opgenomen zijn in de Europese Zwemwaterrichtlijn (76/160/EEG). Deze richtlijn van 1976 omschrijft twee normen: een minimumnorm waaraan alle Europese zwemzones tegen 1986, tien jaar na kennisgeving van de richtlijn, dienden te voldoen, en een streef- of richtwaarde die aangeeft dat Europa streeft naar een verbeterde zwemwaterkwaliteit.


>> Fiche : KWALITEIT STRANDWATER  Klik hier om naar de fiche te gaan

  • Kwaliteit strandwater
  • Bron  : Vlaamse Milieumaatschappij (VMM)