GAUFRE
Website GAUFRE
 
      GAUFRE > Output
Mare Meum

Wat?

De tentoonstelling Mare Meum presenteert een tweeledige benadering van de toekomstige ontwikkeling van de Belgische kust. Het GAUFRE onderzoeksteam introduceert nieuwe inzichten voor de exploitatie van de Noordzee. FLCextended toont M.U.D, een proactief ruimtelijk scenario voor het kustlandschap van Calais tot het Verdronken Land van Saeftinghe.

Waar?

  • UNIVERSITEITSBIBLIOTHEEK GENT

Wanneer?

  • van 06.12.2005 tot 13.01.2006

De Belgische Atlantic Wall scheidt bijna ononderbroken de zee van het polderlandschap. Met de kustbaan en de kusttramlijn als dragers, werden de 67 km Belgische kust onderworpen aan een overheersende toeristische exploitatie. Gedreven door speculatie, privaat initiatief en pragmatisme, transformeerde de Belgische kust tot een langgerekte, maar uiterst smalle, stedelijke entiteit. De druk van het exclusief wonen, (massa)toerisme, vrije tijd en recreatie op deze bandstad en op het achterliggende landschap neemt steeds toe. Agrarisch toerisme, vakantiedorpen en landschapsrecreatie veroveren beetje bij beetje het hinterland. Maar ook de zee is potentieel ontginningsgebied. Seascaping doet zijn intrede. Een integrale ruimtelijke aanpak van zowel de stedelijke als de natuurlijke landschappen dringt zich op.

M.U.D.
DE INTENTIONELE DOORBRAAK VAN HET KUSTMEMBRAAN TER INDUCTIE VAN HET M.U.D TIJDPERK

FLCextended, vrije associatie ontwerpers, Brussel

67 kilometer Belgische kust. Elke meter van deze toeristisch zwaar geëxploiteerde strook aan de Noordzee wordt door haar gebruikers beschouwd als hoogstpersoonlijk bezit. Een bezit waarvan de vele aspecten simultaan opeisbaar zijn. De Belgische kust wordt individueel geconsumeerd en is geenszins vastgeklonken aan welk collectief verantwoordelijkheidsgevoel dan ook. Waar hyperindividualisme en belevingseconomie elkaar kruisen wordt Mare Nostrum Mare Meum.

Mare Meum wordt bedreigd. Met de mogelijkheid van een zondvloed en een aantal maatschappelijke fenomenen in het achterhoofd kristalliseert een gemanipuleerd satellietbeeld op een tapijt, de voorafbeelding van een nieuw tijdperk, dat van het slijk. In het M.U.D-tijdperk wordt continu onderhandeld over de scheidingslijnen die voorheen vaste grenzen vormden. Grenzen tussen water, land en lucht maar ook tussen bestemming en ontwikkeling. In het M.U.D-tijdperk worden de toegevingen aan het wassende water gecompenseerd door risicomanagement en lokale ultraverdediging. En elk punt binnen de M.U.D-sperzone is in staat zich economisch, cultureel en sociaal om te vormen of op te waarderen. Het beeld is geen toekomstscenario. Het toont expliciet wat -weliswaar gefragmenteerd en verspreid -reeds alomtegenwoordig is. De verkaveling van de polders, de blank staande velden na een regenbui, de vakantiedorpen en tropical resorts, de rapporten rond de kustverdedigingstrategie, de stadsstranden.

Drie maatschappelijke tendensen – flood, capsular society en hyper-economy – werden door het ontwerpteam als ingrediënten opgepikt. Hoewel deze fenomenen gangbare denkbeelden zijn, staat nog niet vast in welke mate ze invloed zullen hebben op de toekomst. Ze vormen wel drie invalshoeken om vanuit de bestaande werkelijkheid te kijken naar een mogelijke werkelijkheid.

Het veranderende klimaat en de stijgende zeespiegel dwingen ons ertoe de verhouding tussen land en water te herbekijken. Het fenomeen van de flood draait niet om overstromingsgevaar tout court, maar om de wisselwerking tussen water en land en het effect van die wisselwerking op het grensgebied tussen beiden. Wat als we nu eens niet zouden vasthouden aan een strikte scheidingslijn tussen land en water? In dat geval verandert de grenslijn in een overgangsgebied waarbinnen de branding vrij kan spelen met tijd en ruimte. Afhankelijk van het achterliggende landschap, gulpt of sijpelt de zee via dijkdoorbraken het gecontroleerde overstromingsgebied in.

Capsules vormen de knopen van de netwerksamenleving. Ze bieden fysieke en mentale bescherming tegen een omgeving die als chaotisch en onveilig wordt beschouwd. In een wereld waar niet-plaatsen de boventoon voeren, pogen capsules echte plaatsen te zijn. Waar grote dijkdoorbraken de aansluiting op het overstromingsgebied waarborgen, ontstaan stedelijke conglomeraten die als vestingen een zelfverdediging opwerpen. Als capsules in een landschap van water en modder kunnen deze versterkte strandkuststeden hun eigen identiteit ongemoeid verder ontwikkelen: Oostende – cultuurparadijs, Blankenberge – familiebadplaats, Knokke-Heist-Duinbergen – luxe-eiland. Steden binnen de overstromingszone kunnen zich tot watersteden ontwikkelen. Zij krijgen een ‘bad’-zijde en zullen geneigd zijn hun regelmatig met de zee verbonden binnenwaters te exploiteren.

De wereldeconomie evolueert razendsnel. De plaats waar iets geproduceerd wordt en de aard van wat aangeboden wordt, verandert continu. In het Westen verschuift het accent van een overaanbod aan gestandaardiseerde producten naar een minder materieel niveau: dat van de idee, het design en de ervaring. Hyper-economy slaat op die vervluchtiging van de economie. De evolutie van een goederen-naar data-en diensteneconomie zorgt ervoor dat de positie van de polders als landbouwzone – de reden waarom dit gebied op de zee gewonnen werd -achterhaald is. We hebben geen grond meer nodig voor onze economie. Binnen het overstromingsgebied vervangt een onzichtbaar raster de grondgebonden productie. Elk punt kan op elk moment van aard en functie veranderen.

M.U.D staat voor slijk, de substantie die water en land vermengt. Maar M.U.D staat ook voor Multi-User Dimension. Wanneer territorium en eigendom onderhevig worden aan de dynamiek van de zee, onderhandelen steeds andere belanghebbenden telkens opnieuw over wisselende punten binnen de conflictzone. Er zijn capsules, als atmosferische bastions van controle en zelfverdediging. En er is het regelmatig overspoelde buitengebied, waar mogelijkheden verschijnen en verdwijnen en alle controle relatief is. Mare Meum verbreedt zich. Wat door iedereen en door niemand gegeerd en geclaimd wordt, wat er soms wel en soms niet is, is niet in regels te vatten. Dat schept vrijheid.

ZEE VERSUS LAND

GAUFRE onderzoeksteam, Maritiem Instituut, Universiteit Gent

Decennia lang plannen we al met onze rug naar de zee. Planners beschouwden de zee als een eindeloos wateroppervlak, als een woestenij waartegen we ons moesten beschermen en tegelijk ook als een rijkdom die we zonder beperkingen konden exploiteren. De Belgische ‘Atlantic Wall’ en de Nederlandse Deltawerken zijn daar goede voorbeelden van. Toch speelt de zee een doorslaggevende rol in de ontwikkeling van elk kust-of deltagebied. De toekomstige ambities op zee vragen om een plan voor het Belgische deel van de Noordzee. Het Gaufre-project introduceert daarom een nieuwe kijk op de zee, namelijk een zee-georiënteerde manier van plannen. De tentoonstelling legt uit, vertrekkend van een analyse van de Noordzee, wat er zo specifiek is aan plannen op zee.

Een eerste karakteristiek is het concept van de ‘Mare Liberum’. In de 17de eeuw introduceerde de Nederlandse jurist Grotius de ‘Mare Liberum’ doctrine. Hij beschouwde de zee als vrij toegankelijk voor eenieder. Ze behoorde toe aan niemand. De zeeën werden gemeenschappelijk en de vrijheidsgedachte prevaleerde, maar tegelijk werd de doctrine ook een vrijgeleide voor ongecontroleerde exploitatie en uitbuiting. Alles kon. Op land vormt grondbezit juist het uitgangspunt voor elke vorm van plannen. Maar op zee geldt er geen eigendomsrecht en door het diepgewortelde principe van de ‘vrije zee’ beschouwt eenieder de zee als zijn eigen territorium om te doen en laten wat hij wil. Later wordt deze vrijheid beperkt door een exploitatie-en toezichtbevoegdheid van de kuststaten over een strook van 200 zeemijl vanaf de kustlijn. Ten tweede kent de zee vele conflicten. Hoewel de zee oneindig uitgestrekt lijkt, is de territoriumdrift er zeer groot, zowel van individuen als van staten. Elke gebruiker beperkt immers de mogelijkheden van een andere gebruiker. De derde eigenschap is de huidige planningsmethodiek op zee. Sommige activiteiten op zee zijn reeds geregeld: de internationale scheepvaartroutes, de zones voor militaire oefeningen, voor zand-en grind ontginning en de visserij.

Deze regelgeving werkt echter niet structurerend of verbeeldend maar beperkt zich tot het organiseren van het bestaande gebruik aan de hand van regels, zoneringen, en juridische procedures. De zee werd daardoor langzaam aan een ruimte waar activiteiten plaats vonden waarvoor men op land geen weg meer wist. Het werd een dumplocatie voor oud oorlogstuig of voor afval. Het is echter niet langer houdbaar de zee te zien als een leegte die voor van alles kan dienen waar we op land geen raad en ruimte mee weten. Een zee-georiënteerd planningsdiscours kan dan oplossingen bieden.

Daarnaast moeten we ook rekening houden met het grenzeloze karakter van de zee. Het zeer dynamische systeem dat de Noordzee uiteindelijk is, laat zich niet in territoria afbakenen. Water en de organismes die erin leven storen zich niet aan deze grenzen. Vervuiling en afval trouwens ook niet. De dynamiek van de zee maakt haar onvoorspelbaar en moeilijk organiseerbaar. De zee leent zich daardoor niet voor een sectorale benadering en een gezoneerde inrichting, maar vraagt om integratie van de verschillende beleidsvelden in de overkoepelende visie voor de gehele Noordzee.

Een vijfde eigenschap is de driedimensionale opbouw van de zee. De complexiteit van het mariene systeem vergroot nog doordat verschillende dimensies – bodem, waterkolom en luchtruim – elk verschillende gebruiken gelijktijdig op éénzelfde plek mogelijk maken. Deze drie lagen zijn bovendien sterk met elkaar verweven. Tenslotte moeten we aanvaarden dat onze kennis over de zee zeer beperkt is. Zelfs als we toegang hebben tot alle beschikbare data, – het Belgische deel van de Noordzee is immers één van de meest bemonsterde delen ter wereld – weten we nog te weinig over de zee en de processen die er zich in af spelen. Daardoor kunnen we de impact van nieuwe ingrepen in het mariene milieu nog steeds niet goed inschatten. Er zal nog veel onderzoek moeten worden verricht om gefundeerde beslissingen te nemen over de toekomst van de zee.


MARE MEUM

CURATOR Katrien Vandermarliere, directeur VAi | ADVIESCOMITE Kathy Belpaeme, coördinator Geïntegreerd Beheer van Kustgebieden, Bernard De Putter, afdelingshoofd Afdeling Waterwegen Kust AWZ, Steven Jacobs, dr. kunstwetenschappen, Lode Janssens, directeur op rust Hogeschool voor WenK Sint-Lucas, Piet Lombaerde, hoogleraar Henry van de Velde instituut Antwerpen | PROJECTLEIDER Roeland Dudal, VAi | PROJECTTEAMS GAUFRE onderzoeksgroep en FLCextended MARE MEUM CONCEPT EN SCENOGRAFIE FLCextended | OPBOUW TENTOONSTELLING Patrick Tjikke Van Hoof | TAPIJT Lano Carpets, Harelbeke | ONTWERP TAPIJT FLCextended | VIDEO EDITING Design is Dead, Antwerpen | OPNAMESTUDIO Champs d’Action, Antwerpen | VERTALING VOICE-OVER Gregory Ball | STEM Colin Clapson
© Vlaams Architectuurinstituut, Antwerpen, 2005

M.U.D

ONTWERP EN VISUALISATIE Carl Bourgeois, Marc Godts, Wim Van Der Vurst | ONDERZOEK EN FEEDBACK Nel Janssens, Charlotte Geldof, Koen Pauwels | TEKST Nel Janssens, Caroline Goossens
© FLCextended, Brussel, 2005

ZEE VERSUS LAND

COÖRDINATIE Frank Maes | ONDERZOEK EN ONTWERP Peter Vanden Abeele, An Vanhulle
© GAUFRE onderzoeksgroep, Maritiem Instituut, Universiteit Gent, 2005

PRAKTISCHE INFORMATIE

De tentoonstelling is te bezichtigen in de gang en de tijdschriftenzaal van de Universiteitsbibliotheek van de Universiteit Gent (Boekentoren), Rozier 9, 9000 Gent. Van dinsdag 6 december 2005 tot 13 januari 2006, van maandag tot vrijdag, telkens van 8u00 tot 17u00. De bibliotheek is gesloten van 24 december 2005 tot en met 2 januari 2006.

MARE MEUM NOCTURNE
PRESENTATIE VAN HET BOEK ‘EEN ZEE VAN RUIMTE’

Op woensdag 14 december 2005 om 19u00 wordt een nocturne georganiseerd, ter gelegenheid van de presentatie en de overhandiging van het eerste exemplaar van het boek ‘Een Zee van Ruimte’. Dit boek vormt de weergave van het ruimtelijk-analytisch en ontwerpdeel van het GAUFRE project. Grote aandacht gaat hierbij uit naar het ontwikkelen van een specifieke methodologie voor ruimtelijke planning op zee.

TOP MEETING ON FUTURE REFERENCES
EEN TAFELGESPREK OVER INTERACTIEVE KUST EN COLLECTIEVE INTELLIGENTIE

Op vrijdag 13 januari 2006 wordt naar aanleiding van de M.U.D installatie een rondetafelgesprek georganiseerd. De aanwezigen worden uitgedaagd om de inzetbaarheid van het ontwerpmatig denken dat het dynamisch ruimtemodel M.U.D stuurt, kritisch te evalueren.

(enkel op uitnodiging – voor meer info bel +32(0) 3 242 89 70 of mail info@vai.be)

Mare Meum is een productie van het Vlaams Architectuurinstituut (VAi), gerealiseerd met de steun van de minister van Cultuur van de Vlaamse Gemeenschap voor de Internationale Architectuurbiënnale van Rotterdam 2005.

De tentoonstelling Mare Meum in de Universiteitsbibliotheek van Gent is tot stand gekomen in samenwerking met de Universiteitsbibliotheek Gent en de Afdeling Communicatie van de UGent, met de steun van het Directoraat-generaal Leefmilieu van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.

In een inleidend luik wordt een historisch overzicht van de ontwikkeling van het kustgebied geschetst. Daarop leidt het huidige kustbeheer van het Agentschap Maritieme Dienstverlening en Kust, dat ressorteert onder het Vlaams ministerie van Mobiliteit en Openbare Werken, de bezoeker in in de thematiek van harde (dijken) en zachte (duinen) kustverdediging.

Tenslotte tonen twee verschillende benaderingswijzen een mogelijke integrale aanpak voor de toekomstige uitdagingen waarvoor de zee ons stelt.  Het Maritiem Instituut van de Universiteit Gent introduceert een zeegeoriënteerde ruimtelijke planning op het Belgische deel van de Noordzee.  De ontwerpers van FLCextended voorspellen een nieuw ruimtelijk scenario voor het kustlandschap van Calais tot de monding van de Schelde.

Mare Meum toont denkoefeningen over toekomstige ruimtelijke scenario’s voor de Noordzee en de Belgische kust.  Alternatieven op de klassieke voorbeelden van een dijk, strand en duin worden naar voor geschoven.  De klemtoon ligt op de uitdagingen voor de architectuur, de ruimtelijke planning en de landschapsarchitectuur.
Toegang tot de tentoonstelling is gratis.
 

Type activiteit: Tentoonstellingen België
Organisator: Vlaams Architectuurinstituut, met de steun van de Vlaamse Overheid en de Nationale Loterij


Medewerkers: Katrien Vandermarliere, Roeland Dudal en Eline Dehullu
 
Casino Kursaal, Ridderzaal
Oosthelling 
8400  Oostende
 
Contactpersoon: Roeland Dudal
Info tel.: +32 (0) 3 242 89 74
Info fax: +32 (0) 3 242 89 79
Info e-mail: roeland.dudal@vai.be


Datum: 13/07/06-31/08/06
(Openings)uren: elke dag van 11u00 tot 18u00
 



Terug