Advies Scheldebrug Antwerpen: deelrapport 4. Conceptontwerp bodembescherming
Verelst, K.; Visser, K.P.; De Maerschalck, B.; Mostaert, F. (2019). Advies Scheldebrug Antwerpen: deelrapport 4. Conceptontwerp bodembescherming. Versie 4.0. WL Rapporten, 18_120_4. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen. VIII, 38 + 7 p. bijl. pp. https://dx.doi.org/10.48607/294
Part of: WL Rapporten. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen. , more
|
Available in | Authors |
|
Document type: Project report
|
Keywords |
Bridge pilings > Bridge piers Hydraulic structures > Bridge piles Literature and desktop study Preliminary designs Belgium, Zeeschelde, Antwerp [Marine Regions]
|
Author keywords |
Rede van Antwerpen; Soil protection; Bodembescherming |
Contact detailsProposer: De Vlaamse Waterweg; Afdeling Zeeschelde-Zeekanaal (AZZ) , more
Abstract |
Eén van de overkappings- en leefbaarheidsprojecten van de Antwerpse ring betreft de aanleg van een Scheldebrug voor fietsers ter hoogte van de Kennedytunnel. De Vlaamse Waterweg nv staat in voor de realisatie van de nieuwe Scheldebrug. De Studiebureaus SBE en Omgeving zijn aangesteld voor de opmaak van een projectdefinitie en het onderzoek van de haalbaarheid van de fiets- en voetgangersbrug. De Vlaamse Waterweg nv Afdeling Zeeschelde-Zeekanaal (contactpersoon: Michiel Derycke) vraagt aan het WL om een conceptontwerp uit te voeren van de bodembescherming rond de brugpijlers van de nieuwe fiets- en voetgangersbrug over de Schelde te Antwerpen. Dit conceptontwerp moet het studiebureau toelaten een raming op te maken van de kostprijs van het project. Vooreerst is voor de drie pijlers van de Scheldebrug de hydraulische belasting aan de bodem bepaald. Deze bestaat uit getijstroming in de Schelde, retourstroming ten gevolge van scheepvaart en stroomsnelheid aan de bodem ten gevolge van hoofdschroef en boegschroef van scheepvaart. Wat scheepvaart betreft is zowel het grootste schip uit de scheepvaartsimulaties beschouwd, i.e. de tanker Stolt Kimberley, als een binnenvaartschip CEMT klasse VIa en een duwkonvooi CEMT-klasse VIb. Daarna werd aan de hand van formuleringen uit de literatuur nagegaan wat de grootte van de erosiekuil ter plaatse van de brugpijlers zou zijn indien geen bodembescherming aangebracht wordt. Hieruit volgen evenwichtsdieptes van de erosiekuil tussen 9.5 m en 35.3 m. Vervolgens is voor de drie brugpijlers van de Scheldebrug aan de hand van de maatgevende hydraulische belastingen het concept bodembescherming rond de brugpijlers bepaald. Twee concepten zijn bepaald: enerzijds een concept waarbij enkel breuksteen rond de pijlers aanwezig is en anderzijds een concept waarbij de breuksteen wordt gepenetreerd met colloïdaal beton waardoor een relatief kleinere sortering mogelijk is. Bij beide concepten wordt bodembescherming over een minimale afstand van 50 m opwaarts en 50 m afwaarts van de pijler aangebracht. De voorgestelde concepten voor de bodembescherming rond de brugpijlers van de nieuwe Scheldebrug te Antwerpen is ook vergeleken met de bodembescherming van de pijlers van de al bestaande Scheldebrug te Temse. In vergelijking met het in dit rapport bepaalde conceptontwerp van de bodembescherming rond de brugpijlers van de Scheldebrug te Antwerpen, wordt vastgesteld dat ter plaatse van de Scheldebrug te Temse geen erosiebescherming rond de brugpijlers is aangebracht. De afwezigheid van erosiebescherming rond de brugpijlers te Temse heeft echter niet gezorgd voor een noemenswaardige erosie rond de brugpijlers. De grote dieptes van de erosiekuilen zoals berekend aan de hand van de literatuurformules worden daar dus niet waargenomen. |
|