Oudere artikels (periode 2000-2020) worden weergegeven in hun oorspronkelijke opmaak.
Je zocht naar een artikel uit een van de oudere jaargangen uit ons archief, toen deze nieuwsbrief nog VLIZINE heette (periode 2000-2020). De oudste nieuwsbrieven werden niet geoptimaliseerd voor weergave op deze website, daarom zie je ze nog in hun oorspronkelijke opmaak.
VLIZINE jrg. 9, nr. 8-9 (augustus-september 2008)
VLIZINE
jrg. 9, nr. 8-9 (augustus-september
2008)
Ht e-zine met praktische informatie
over onderzoek en beleid door en voor Vlaamse mariene wetenschappers.
Deze gratis on line
uitgave van het Vlaams Instituut voor de Zee vzw
verschijnt maandelijks en wordt verspreid onder alle genteresseerden.
V.U.: Jan Mees
Redactie: Nancy Fockedey,
Ann-Katrien Lescrauwaet en Jan Seys
Reacties naar jan.seys@vliz.be
Het
Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ) wil via dit e-zine
maandelijks informeren over de eigen activiteiten en die van onderzoeks- en beleidsgroepen in Vlaanderen actief in de
mariene en kustgebonden wetenschappen. Alle nuttige informatie van uw kant
(zoals vacatures, nieuwe projecten, vraag voor samenwerking, interessante
symposia, etc.) wordt graag ingewacht om in het eerstvolgende VLIZINE te worden
opgenomen. Dit bericht bereikt u via de VLIZINE rondzendlijst. Om u uit te
schrijven, stuur een e-mail naar info@vliz.be met in
de subjectline: unsubscribe
VLIZINE. Inschrijven op dezelfde manier met
vermelding: subscribe VLIZINE.
Archieven van dit e-zine zijn raadpleegbaar via deze link.
1. Kalender
1.1. Effecten van klimaatverandering
1.2. Wetenschapsfeest als startschot van een week vol wetenschappen
1.3. Zee- en kustlezingen in De Nachtegaal
1.4. Naar een betere opsporing van olievlekken
1.5. Maritiem-archeologisch onderzoek tentoongesteld in Raversijde
1.6.
Planeet Zee: een sprankelend educatief zeeproject
1.7. De Zeeschelde op met de milieuboot
1.8. 250 jaar Natuurwetenschappen in Belgi
1.9. Randvoorwaarden en recente evoluties in het havenbeheer
2. Publicaties
2.1. Sabeltandtijger uit de Noordzee
2.2. Windmolenparken een refugium voor vissen?
2.3.
Wetenschatten 4 eeuwen kustonderzoek in beeld
2.4. Kaderrichtlijn Mariene Strategie van kracht
2.5.
Met de klas Koers naar zee
2.6. Welke klimaateffecten te verwachten in het Belgisch deel van de
Noordzee?
2.7.
Hoe goed verging het de Vlaamse havens in 2007?
3. Vacatures, beurzen en fondsen
3.1. Twee IT-specialisten
gezocht voor het datacentrum bij VLIZ
3.2.
Acht mariene wetenschappers welkom bij NURC in Itali
3.3. Beheerder mariene data bij BMM
3.4. Examen wervingsreserve attachs mariene biodiversiteit
3.5.
ILVO-Visserij zoekt zes nieuwe medewerkers
3.6. Zeewetenschappelijke prijzen bij VLIZ
3.7. Studentenbeurs voor het gebruik van Qmetrix instrumenten
3.8. Beurzen voor Schots aquacultuuronderzoek (SARF)
4. Belgisch marien onderzoek in de
kijker
4.1. Vrees voor hinder door algenbloei tijdens olympische zeilwedstrijd
4.2. Combinatie van meettechnieken brengt
sedimentbewegingen in schorren in kaart
4.3. Jonge zalmen op weg naar de Noordzee
5. Varia
5.1. Vlaams maritiem erfgoed in cijfers
5.2. Fossiele moleculen helpen klimaatonderzoekers NIOZ
5.3. Erbarmelijk broedseizoen op het
sternenschiereiland Zeebrugge
5.4. Zeezoogdierennieuws
5.5. Doctoraatsverdedigingen
1. KALENDER
1.1. Effecten van klimaatverandering
Een goede voorbereiding is het halve werk, zeker als we het hebben over de
effecten van klimaatveranderingen en het toenemend
risico op overstromingen. De impact zal vooral afhangen van de mate waarin
overheden, wetenschappers, de bedrijfswereld en het verenigingsleven er in
zullen slagen om hun activiteiten op elkaar af te stemmen, van de mate waarin
zij verreikende beheerplannen kunnen opzetten, nieuwe methodes en technieken
kunnen ontwikkelen en de toekomstige generaties op grote schaal kunnen
sensibiliseren. In de komende maanden vormen de effecten van klimaatverandering
op zee en kust het gespreksonderwerp van drie congressen.
Op 14 en 15 oktober wordt aan de
Universiteit Antwerpen een multidisciplinair congres gehouden over de gevolgen
van de klimaatverandering in het Scheldebekken.
Wetenschappers, institutionele gezagsdragers en economische actoren komen
bijeen om kennis en ervaringen te delen. Deelname is gratis, maar inschrijven
is verplicht via de website www.ua.ac.be/klimaatwater.
Op 5 november verwelkomt Seas at Risk je dan weer in Brussel op hun studiedag naar
de effecten van klimaatveranderingen op de visserij en scheepvaart (www.seas-at-risk.org). In deze sectoren worden
effecten verwacht die verder gaan dan alleen maar een stijgende zeespiegel. De
sprekers (wetenschappers) willen nagaan hoe deze twee economische sectoren hun
globale CO2 emissies kunnen doen dalen en tegelijkertijd de druk die ze
uitoefenen op de mariene en kustecosystemen kunnen reduceren. Meer info over het programma kan verkregen worden bij Vera Coelho (vcoelho@seas-at-risk.org).
Op 4 december is er de workshop De
kust op maat van het klimaat in Oostende. Op deze
dag, georganiseerd door het Waterbouwkundig Laboratorium i.s.m.
het Cordinatiepunt Duurzaam Kustbeheer en Afdeling Kust, wordt specifiek
ingegaan op de huidige kustverdedigingstechnieken en
alle mogelijke gevolgen van klimaatveranderingen die te maken hebben met
overstromingen in de Belgische kustvlakte. Deelnemers aan de workshop (experts
en vertegenwoordigers uit de sectoren toerisme, visserij, economie, natuur,
ruimtelijke planning,) worden uitgenodigd mee te denken over alternatieve en
innovatieve technieken en aanpassingsmogelijkheden. Ook hier is inschrijven verplicht
en deelname gratis. Meer informatie bij Katrien Van der Biest (katrien.vanderbiest@mow.vlaanderen.be of
03-224 69 46) of Kathy Belpaeme
(kathy.belpaeme@kustbeheer.be of
059-34 21 41).
1.2. Wetenschapsfeest als startschot van een week vol
wetenschappen
Dat wetenschap verrassend, verwonderend en
vernieuwend kan zijn, kunnen klassen leerlingen zelf ontdekken tijdens de
Vlaamse Wetenschapsweek. Deze week gaat van start met een spetterend
Wetenschapsfeest in de Nekkerhal in Mechelen. Tijdens drie dagen (17 t.e.m.
19 oktober 2008) kunnen klassen en gezinnen op een aangename en speelse manier
kennismaken met het wetenschappelijk onderzoek in Vlaanderen.
Het VLIZ biedt in een uitgebreide zeestand de mogelijkheid aan een 10-tal
onderzoeksgroepen uit de zee- en kustwetenschappen om hun onderzoek te
demonstreren via een interactief zeegebeuren met als thema De weldaden van de
zee. Niet te missen als je bv. wil weten hoe je zelf een windmolen kan bouwen
of als je wel eens kwallen of algen wil proeven!
Tot 26 oktober staan overal in Vlaanderen nog meer wetenschappelijke
activiteiten in de kijker: van biologie en chemie over aardrijkskunde en
geschiedenis tot kunst, cultuur en milieu. Op www.vliz.be/nl/infoloket/wetenschapsweek vind
je alvast een selectie uit dit overgrote aanbod. Het wetenschapsfeest en de wetenschapsweek worden
georganiseerd door Technopolis en zijn een initiatief
van de Vlaamse overheid dat kadert in het actieplan
'Wetenschapsinformatie en Innovatie'.
1.3. Zee- en kustlezingen in De Nachtegaal
In het Vlaams Bezoekers- en Natuureducatief Centrum
De Nachtegaal in De Panne is de najaarsvorming weer van start gegaan (www.vbncdenachtegaal.be/nachtegaal.cgi?s_id=94&lang=nl).
Wij schreven alvast de volgende zee- en kustlezingen in onze agenda: op 15
oktober schetst Tom Lenaerts van het Vlaams Instituut voor Onroerend Erfgoed (VIOE) het onderzoek
naar het wrak van het vroegere onderzoeksschip Belgica
in een Noorse baai nabij Harstad. Op 10 december
onderhoudt Sam Provoost het publiek over hoe de dynamiek van zee en wind de biodiversiteit aan onze kust benvloedt. Deelnemen is
gratis, maar inschrijven vooraf is noodzakelijk (058-42 99 55 of nachtegaal.anb@vlaanderen.be).
1.4. Naar een betere opsporing van olievlekken
Grote accidentele olierampen op zee, meren en
rivieren blijven gelukkig uitzonderlijk. Anderzijds worden deze ecosystemen
continu bedreigd door diffuse olielekken. Olievervuiling heeft een nog steeds
moeilijk voorspelbare invloed op de aquatische
organismen, de biodiversiteit, en de functie en
diensten van het ecosysteem (visserij, toerisme,). Het verbeteren van de
technieken voor het opsporen van olievervuiling en het monitoren van olierampen
m.b.v. bioassay- en biomarkertechnologien
is dan ook cruciaal. Op 20-22 januari 2009 blazen internationale experts en
belanghebbenden uit industrie en overheid verzamelen in Leipzig
(Duitsland) voor het internationale symposium Monitoring
Effects of Aquatic Oil Pollution. Indienen van
abstracts voor mondelinge en posterpresentaties is nog mogelijk tot 15 november
2009. Meer informatie: www.ufz.de/faceit2009.
1.5. Maritiem-archeologisch onderzoek tentoongesteld in Raversijde
Twee vliegen in n klap als je naar het
provinciedomein van Raversijde trekt! Nog tot 11
november loopt op de archeologische site Walraversijde
de tentoonstelling Gewrakt en Gewogen De zoektocht
naar een 18de eeuws scheepswrak voor de kust van Nieuwpoort. De expositie laat je kennis maken met het
onderzoek naar het wrak op de zandbank Buitenratel en met de gebruikte
technieken bij het identificeren. Op een boogscheut van Walraversijde
bezoek je in het Memoriaal Prins Karel de tentoonstelling Eindbestemming Harstad Het wrak
van de zuidpoolvaarder Belgica
ontdekt op de bodem van een Noorse baai (tot 11 november). Aan de hand van
nieuw en oud beeldmateriaal, originele voorwerpen en reconstructies wordt de
volledige geschiedenis van het voormalige onderzoeksschip Belgica
geschetst met focus op het recente marien-archeologisch
onderzoek van het wrak.
Op het voormalige domein van Leopold II kun je
natuurlijk ook de archeologische site van Walraversijde
en de Atlantikwall bezoeken (al dan niet in combiticket
met de bovenvermelde tijdelijke tentoonstellingen). Meer info
op www.west-vlaanderen.be/raversijde.
1.6. Planeet Zee: een sprankelend educatief zeeproject
Vanaf 1 september 2008 kunnen klassen uit het 4de tot 7de jaar ASO, BSO en TSO
terug deelnemen aan het educatieve project Planeet Zee. Ook tijdens deze tweede
editie stellen zeewetenschappers uit verschillende disciplines hun recentste zee- en kustonderzoek voor in 21 lesmodules. Het e-learningplatform www.planeetzee.org bestaat
uit een virtuele zeiltocht doorheen de Noord-Atlantische Oceaan waar jongeren
geconfronteerd worden met specifieke vraagstukken over actuele onderwerpen: Hoe
overleven organismen in extreme diepzeemilieus? Wat brengt de oceanen in
beweging? Kan men drinkwater uit zeewater winnen?
De lesmodules bestaan telkens uit een theoretisch deel vol interessante
informatie en leuke weetjes, videoclips en animaties, en een praktisch gedeelte
met meer dan 75 opdrachten om ook losstaand van het project in de klas of
op het veld uit te voeren. De uitwerking van een module duurt gemiddeld 4 tot 6
uur, ideaal dus als project binnen de vrije ruimte. Klassen die een
videologboek van al hun activiteiten inzenden vr 27 maart 2009 maken kans om
in april 2009 een week op het onderzoeksschip Zeeleeuw in te schepen.
Inschrijven voor de wedstrijd kan vanaf 1 september 2008 tot 27 maart 2009.
Meer info op de website of via info@planeetzee.org.
1.7. De Zeeschelde op met de milieuboot
Dit najaar en volgend voorjaar zet de milieuboot koers naar de Dender en de
Schelde. Van 8 september tot 26 oktober 2008 kan je varen op Dender en Zeeschelde, van 9 maart tot 6 juni 2009 op de Zeeschelde, de Bovenschelde en het Kanaal Bossuit-Kortrijk. Zowel scholen, verenigingen,
organisaties, milieuraden, gemeentelijke en gewestelijke administraties, als
ondernemingen, intercommunales en individuele deelnemers kunnen mee aan boord.
Gepassioneerde lesgevers bieden een boeiend programma aan in het labo, in het
ruim en aan dek.
Tot aan de sluispoorten van Gent is de Schelde onderhevig aan de getijden
vanuit de zee. Daarom wordt dit Belgisch deel ook de Zeeschelde
genoemd. Het is een belangrijke scheepvaartroute van en naar de havens van
Antwerpen, Vlissingen, Terneuzen, Gent en Brussel. Hoge dijken beschermen de Scheldedorpen tegen overstromingsgevaar, maar steeds vaker
worden nu overstromingsgebieden aangelegd die het teveel aan Scheldewater tijdelijk opvangen. Wel is de waterkwaliteit
van de Zeeschelde nog altijd niet goed, maar
verbetering is in zicht, o.a. door de stilaan betere kwaliteit in de Zenne, die via de Rupel uitmondt
in de Schelde. De Zeeschelde is voor de natuur van
onschatbare waarde met haar zoete en brakke slikken en schorren. Het programma
met de trajecten en de vaardata van de milieuboot vind je op www.milieuboot.be. Meer info via info@milieuboot.be of via 053-72 94 20.
1.8. 250 jaar Natuurwetenschappen in Belgi
250 Jaar
Natuurwetenschappen: grasduinen in de geschiedenis van het Museum is de titel
van een nieuwe vaste tentoonstelling die vanaf 10 september 2008 in het Museum
voor Natuurwetenschappen in Brussel te bekijken valt. In de historische
kloostervleugel naast de Galerij van de Dinosaurirs volg je een parcours langs
20 mijlpalen en 14 opmerkelijke specimens. Ze
vertellen stuk voor stuk een deel van de geschiedenis van het instituut: hoe
het uitgroeide van een rariteitenkabinet tot een natuurhistorisch museum met 37
miljoen specimens.
Het mariene onderzoek is steeds een belangrijke peiler geweest binnen het
museum en het geassocieerde wetenschappelijk instituut KBIN.
Al omstreeks 1860 bogen Belgische onderzoekers als Pierre-Joseph
Van Beneden zich over walvissen. Anderhalve eeuw later wordt nog steeds
onderzoek verricht op de zeezoogdieren van de Noordzee.
Het mariene onderzoek van het KBIN wordt in de tentoonstelling 250 jaar
Natuurwetenschappen o.a. gellustreerd aan de hand van de walvisbeenderen die
rond 1860 opgegraven werden in Antwerpen tijdens werken aan de fortengordel.
Ook kan je neuzen in de logboeken, manuscripten en schetsen van de wetenschappers
die tussen 1897 en 1899 met de Belgica naar het
Zuidpoolgebied voeren.
1.9. Randvoorwaarden en recente evoluties in het havenbeheer
Het Maritiem Instituut van de UGent richt in het
kader van haar permanente vorming de reeks Havenbeheer randvoorwaarden en
recente evoluties in. Havens en havenbedrijven werken binnen een zeer complexe
omgeving. Zij moeten niet alleen rekening houden met de internationale handel
en de technieken van het maritiem transport, zij
moeten hun beheer ook dermate organiseren dat zij een vaste positie verwerven
in een sterk concurrerende omgeving. Zij moeten bovendien beantwoorden aan de
socio-economische rol die hen wordt toebedeeld. Om hieraan te kunnen voldoen is
het nodig inzicht te verwerven in de achterliggende
mechanismen van de havenomgeving. Dit programma wil een antwoord bieden op deze
in de maritieme praktijk bestaande noodzaak.
De cursus duurt zes dagen tussen oktober 2008 en maart 2009 en is bedoeld voor
mensen werkzaam in de transportsector, maritieme diensten en industrien,
toeleveringsbedrijven, kamer van koophandel, bij de overheid of in de
advocatuur. Verdere inlichtingen, brochure en inschrijvingskaart zijn terug te
vinden op www.maritieminstituut.be.
2. PUBLICATIES
2.1. Sabeltandtijger uit de Noordzee
De sabeltandtijger (Homotherium latidens) was een katachtig roofdier met
opvallend grote hoektanden. Fossiele overblijfselen van deze soort in Europa
zijn erg zeldzaam. De onderkaak die in maart 2000 uit de Noordzee
werd opgevist, bleek 28.000 jaar oud. Tot deze vondst werd aangenomen dat de sabeltandtijger in Europa al 300.000 tot 400.000 jaar
geleden was uitgestorven.
De auteurs van het boek Sabeltandtijger uit de Noordzee schetsen op basis van deze opzienbarende vondst
een beeld van de leefomgeving van het roofdier en zijn prooidieren in het
destijds droog liggende Noordzeegebied. Het verhaal
is doorspekt met recente wetenschappelijke gegevens en rijk gellustreerd met
nooit eerder gepubliceerd beeldmateriaal. Het boek werd geschreven door Dick
Mol, Wilrie van Logchem,
Kees van Hooijdonk en Remie
Bakker en is uitgegeven bij Uitgeverij DrukWare (ISBN
978-90-78707-03-5).
2.2. Windmolenparken een refugium voor vissen?
Er wordt beweerd dat windmolenparken op zee, mits afgesloten voor de visserij,
een schuiloord vormen voor vissen. Stichting De Noordzee
(www.noordzee.nl) gaf de opdracht aan student
Joop Coolen van de Rijksuniversiteit Groningen om te
onderzoeken of deze bewering wetenschappelijk onderbouwd kan worden. Hij
heranalyseerde hiervoor resultaten van bestaand onderzoek naar vis en
bodemfauna in windparken op zee.
De zandbodemfauna werd in geen enkele van de onderzochte Europese windparken op
grote schaal verstoord door de aanwezigheid van de windturbines. Effecten van
windmolenparken op de bodemfauna konden niet worden aangetoond, vooral te
wijten aan de grote variatie tussen de verschillende gebieden. De fauna op de
masten en stortsteen rond turbines verschilde niet significant van
referentiegebieden met gelijke ondergrond. In de wetenschappelijke visbestandopnames werden veel verschillen gevonden, zowel
binnen de windparken als in vergelijking met de referentiegebieden. De
natuurlijke variatie in vispopulaties is echter dermate
groot, dat geen significante verschillen konden worden aangetoond. Potentile
andere effecten van windparken, zoals de verspreiding van organismen vanaf de
masten en stortstenen naar de zandbodem waarbij het bestaande ecosysteem zou
verstoord worden, en de productie van onderwatergeluiden
die de vissen zouden verstoren, zijn ook te weinig onderzocht om er onderbouwde
uitspraken over te doen.
Uit de studie blijkt dat voor beperkt migrerende bodemorganismen pas een
positief effect te verwachten valt als het windpark een minimale afmeting heeft
van 2.500 km2. Voor beperkt migrerende vissoorten moet er algauw een minimale
afmeting zijn van 10.000 km2. Het volledige afstudeerwerk Windparken in
de Noordzee: effecten op vis en bodemfauna is online
beschikbaar via www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=126093.
2.3. Wetenschatten 4 eeuwen kustonderzoek in beeld
Het zeewetenschappelijk onderzoek in Belgi kent een rijke geschiedenis. De
Belgische kust en zee werden de afgelopen eeuwen steeds beter onderzocht.
Verschillende Belgen waren pioniers in de mariene onderzoekswereld. Denk maar
aan de Leuvense professor Pierre-Joseph Van Beneden,
die in 1843 het eerste laboratorium voor mariene biologie ter wereld oprichtte
in Oostende of aan Gustave Gilson, n van de eerste Belgische oceanografen die op
systematische wijze de relatie van zeeorganismen met hun milieu in de
zuidelijke Noordzee bestudeerde. Al dit onderzoek resulteerde
in een veelheid aan publicaties. Hun teksten zijn vrij goed ontsloten en
eenvoudig terug te vinden via allerlei catalogi, zoals bv. de IMIS-databank van het VLIZ (www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref.
Anders is het gesteld met de vele beelden in deze publicaties. Prachtige fotos
van kustlandschappen, gedetailleerde tekeningen van wieren, vissen of
zeezoogdieren, oude kaarten van de zuidelijke Noordzee
en nog veel meer dreigen nooit meer het daglicht te zien. Het VLIZ is daarom
gestart met de website Wetenschatten 4 eeuwen
kustonderzoek in beeld dat dit unieke wetenschappelijke erfgoed wil redden en
ontsluiten. www.wetenschatten.be bevat ondertussen al meer dan 1000 historische
figuren (onder andere alle strand-, duin- en
polderfoto's van Jean Massart),
kaarten en plannen van de Belgische kust en zee. De hogeresolutiescans
zijn vrij te gebruiken voor niet-commercile doeleinden. Wetenschatten
kwam tot stand met de steun van de provincie
West-Vlaanderen en kadert in een programma voor
permanente ontsluiting van Immaterieel Cultureel Erfgoed in de provincie
West-Vlaanderen.
2.4. Kaderrichtlijn Mariene Strategie van kracht
Sinds 15 juli 2008 is de Europese Kaderrichtlijn Mariene Strategie (KRM)
officieel van kracht (http://www.eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:L:2008:164:0019:0040:NL:PDF).
De KRM is een bijzondere richtlijn omdat het de eerste keer is dat op Europees
niveau het beschermen en herstellen van alle Europese zeen, inclusief onze Noordzee, geregeld wordt. De Kaderrichtlijn Mariene
Strategie heeft twee doelen. Enerzijds wordt met de kaderrichtlijn het herstel
en de bescherming van alle Europese zeen beoogd, zodat zij (weer) schoon,
gezond en productief zijn. Ten tweede wil men de schadelijke menselijke
activiteiten op zee verminderen of stoppen, zodat ook toekomstige generaties
gebruik kunnen maken van dit belangrijke ecosysteem. Hierbij gaat het om het
meer duurzaam maken van activiteiten zoals visserij en scheepvaart. Omdat er
binnen Europa veel verschillende typen zeen zijn, zijn ze ingedeeld in een
aantal gebieden. Zo is de Noordzee n van deze
gebieden. Per gebied werkt de overheid aan herstelplannen en -maatregelen.
2.5. Met de klas Koers naar zee
Waar kan ik met de klas biologisch veldwerk doen aan zee? Met wie neem ik
contact op om de haven van Zeebrugge te bezoeken?
Waar kan ik me bijscholen over de ontwikkelingen van het klimaat? In de loop
van september verschijnt de gloednieuwe informatieve brochure over de uitstappen aan zee: 'Koers naar zee, een excursiegids
voor het secundair onderwijs'. De gids wil het uitgebreide beschikbare aanbod
van wetenschaps-, technologie-,
natuur- en milieueducatie aan zee in kaart brengen. 'Koers naar Zee' wordt naar
alle Vlaamse secundaire scholen gestuurd. Je kan
gratis een extra exemplaar bekomen via het VLIZ (evy.copejans@vliz.be) of bij de Provincie
West-Vlaanderen - Tolhuis (barbara.depraetere@west-vlaanderen.be). De
informatie uit de brochure zal ook doorzoekbaar worden gemaakt via de website www.koersnaarzee.be (vanaf
november te verwachten).
2.6. Welke klimaateffecten te verwachten in het Belgisch
deel van de Noordzee?
Verschillende Vlaams wetenschappelijke instellingen
zoals het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO-Visserij),
de BMM, het Waterbouwkundig Laboratorium Borgerhout, Arcadis Belgium en het Maritiem Instituut van de Universiteit Gent
werken samen in het federaal onderzoeksproject CLIMAR om een algemeen beeld te
krijgen van de primaire en secundaire effecten van de globale klimaatverandering
op ons deel van de Noordzee. Het project evalueert de
verschillende mogelijke aanpassingsstrategien, zodat problemen in ons deel van
de Noordzee zoveel mogelijk beperkt blijven. Het
tussentijdse rapport van het onderzoeksproject CLIMAR werd afgerond en is nu
beschikbaar via www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=126198.
2.7. Hoe goed verging het de Vlaamse havens in 2007?
De Vlaamse havens voeren jaar na jaar meer en meer goederen aan en af. Er werden
in 2007 dan ook nieuwe trafiekrecords gebroken in de havens van Antwerpen,
Gent, Zeebrugge en Oostende.
Het grote publiek kan sinds 2007 tijdens de Vlaamse Havendag kennismaken met
het belang van deze sector voor onze economie en werkgelegenheid. Nu is ook het
Jaaroverzicht Vlaamse havens 2007 gepubliceerd. Enerzijds verschaft het
rapport een cijfermatig beeld van het heden, anderzijds geeft het ook een
overzicht voor een langere periode zodat evoluties en trends zichtbaar worden.
Het volledige jaarverslag is beschikbaar via de VLIZ-bibliotheek:
www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=125397.
3. VACATURES, BEURZEN EN FONDSEN
3.1. Twee IT-specialisten gezocht voor
het datacentrum bij VLIZ
Het Vlaams Marien Datacentrum (VMDC) van het VLIZ zoekt voor onmiddellijke
indiensttreding 2 projectmedewerkers IT voor de ontwikkeling en onderhoud van
websites, databanken en andere toepassingen; het voorzien van hulp aan
computergebruikers binnenshuis; het beheren van computer/IT materiaal en het
installeren van software. Meer informatie op www.vliz.be/NL/Over_het_VLIZ/VLIZ_Vacatures.
Spreekt deze functie je aan, stuur dan uw sollicitatiebrief met uw curriculum
vitae vr 3 oktober 2008 naar Jan Mees, Directeur VLIZ, Wandelaarkaai 7,
B-8400 Oostende, jan.mees@vliz.be
059-34 21 30.
3.2. Acht mariene wetenschappers welkom bij NURC in Itali
Als een van de drie onderzoeksinstellingen van de NATO, is het NURC op de militaire basis van Muggiano (Noord-Itali) de
instelling die het ondersteunende mariene en maritieme onderzoek uitvoert. Men
zoekt verschillende nieuwe wetenschappelijke stafmedewerkers (zie www.nurc.nato.int/employment/vacancies.htm)
voor de vakgebieden maritiem toezicht, onderwatercommunicatie
en netwerking, processen en -voorspelling, reductie
van zeezoogdierenimpact en oceanografische modellering. Meer informatie kun je
verkrijgen bij Renaud Flamant
(Renaud.Flamant@mil.be of 02-701 60 74).
3.3. Beheerder mariene data bij BMM
De Beheerseenheid van het Mathematisch Model van
de Noordzee (BMM) van het KBIN zoekt een beheerder
van mariene gegevens voor het Belgian Marine Data Centre (BMDC) in Brussel. Hun team is belast met de verwerking
en het behoud van oceanografische gegevens die o.a. afkomstig zijn van de
federale programmas voor de monitoring van het
mariene milieu en de onderzoeksprogrammas in mariene wetenschappen.
Sollicitaties van genteresseerden met een
universitair diploma wetenschappen of toegepaste wetenschappen worden vr 21
september verwacht. Info op www.mumm.ac.be/NL/Jobs/index.php , jobs_p01@mumm.ac.be of 02-773 21 33.
3.4. Examen wervingsreserve attachs mariene biodiversiteit
De dienst Mariene Milieu van het directoraat-generaal Leefmilieu van de
Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid Voedselketen en Leefmilieu
wil een wervingsreserve aanleggen voor Nederlandstalige attachs mariene biodiversiteit. Deelnemen aan het wervingsexamen door Selor is dan ook de boodschap. Kandidaten moeten een
basisdiploma hebben in de biologie, geografie of nautische wetenschappen en
daarnaast beschikken over minstens n jaar relevante ervaring in de
bescherming van de mariene biodiversiteit.
Inschrijven kan tot 22 september 2008 bij Selor (www.selor.be/List/ExamenDFPreview.aspx?ex_code=ANG08068).
Meer info over de jobinhoud
bij Wendy Bonne (Wendy.Bonne@health.fgov.be 0474-630 691)
of Michael Kyramarios
(Michael.Kyramarios@health.fgov.be - 02-524 96 27).
3.5. ILVO-Visserij zoekt zes nieuwe medewerkers
Binnenkort worden bij ILVO-Visserij in Oostende zes nieuwe medewerkers aangenomen. Men gaat er op
zoek naar een groepsleider visserijbiologie en een groepsleider chemie &
producttechnologie. Universitairen met het
opleidingsniveau van ingenieur, doctor of M.Sc./licentiaat met relevante ervaring, kunnen er zich kandidaat
stellen. Daarnaast is de cel Milieumonitoring
dringend op zoek naar een nieuwe mariene bioloog. Ook zijn er openstaande
vacatures voor een informaticus, een administratief
medewerker en een verantwoordelijke
gebouwen, veiligheid en milieu. Meer informatie over deze vacatures kan bekomen
worden bij directeur Kris Cooreman (kris.cooreman@ilvo.vlaanderen.be of
0496-25 24 60).
3.6. Zeewetenschappelijke prijzen bij
VLIZ
VLIZ lanceerde onlangs opnieuw de jaarlijkse oproep voor zijn
wetenschapsprijzen. Elk jaar worden twee Aanmoedigingsprijzen Mariene Wetenschappen
2008 ter waarde van 500 Euro elk toegekend om twee afstudeerwerken (M.Sc.-niveau) te bekronen. Zowel
fundamenteel wetenschappelijke als toegepaste onderwerpen in alle takken van de
mariene wetenschappen komen in aanmerking. Ben je maximaal 2 jaar geleden
afgestudeerd aan een Vlaamse universiteit of hogeschool? Waag dan je kans!
Inschrijven vergt niet veel van je tijd! Stuur ons vr 14 november een
exemplaar van je afstudeerwerk, samen met een ingevuld inschrijvingsformulier,
een Nederlandstalige samenvatting en een CV. Het inschrijvingsformulier en het
reglement zijn te downloaden via http://www.vliz.be/NL/Over_het_VLIZ/VLIZ_Aanmoedigingsprijs.
Ook is er de North Sea
Award 2008. Jaarlijks wordt zo een onderzoeker of onderzoeksgroep, afkomstig
uit een land grenzend aan de Noordzee, in de bloemetjes gezet voor zijn/haar recent en origineel
wetenschappelijk werk. Een Ph.D. thesis of artikel(s)
over de Noordzee of een deelaspect ervan maken kans op de prijs ter waarde van 1000 EUR. Inschrijven kan nog tot 14 november 2008 door heel
eenvoudig (!) het ingevuld inschrijvingsformulier te
downloaden van de website (www.vliz.be/NL/Over_het_VLIZ/VLIZ_North_Sea_Award),
en samen met drie exemplaren van de bijdrage, een Engelstalige samenvatting en
een CV naar het VLIZ door te sturen.
3.7. Studentenbeurs voor het gebruik van Qmetrix instrumenten
De meetinstrumenten van Nortek worden veel gebruikt
voor marien wetenschappelijk onderzoek. Denk daarbij vooral aan de
verschillende modellen stroommeters, debietmeters, golfhoogtemeters en
waterhoogtemeters, te gebruiken in zee en oceaan, rivieren en in laboratoriumopstellingen.
Soms is er voor het onderzoek van graduaat- of doctoraatsstudenten een van deze
instrumenten nodig, maar ontbreekt de nodige financiering. De firma Qmetrix wil deze apparatuur tijdelijk ter beschikking
stellen onder de vorm van een Student Equipment Grant. Nog tot 1 oktober worden studenten en doctorandi
uitgedaagd om een goed voorstel in te dienen voor het gebruik van n van de
instrumenten in hun onderzoek. De winnaar krijgt het toestel voor drie maanden
in bruikleen en kan bovendien gebruikmaken van een reisbudget van 1000 EUR
voor het presenteren van de resultaten op een conferentie. Meer info op www.qmetrix.nl/vacatures/16/student_equipment_grant_2008.html.
3.8. Beurzen voor Schots aquacultuuronderzoek (SARF)
De SARF (Scottisch Aquaculture
Research Forum) is een onafhankelijke organisatie die
het onderzoek in aquacultuur en de ermee gerelateerde domeinen wil stimuleren.
Op ad hoc basis schrijven zij onderzoeksbeurzen uit voor
het uitvoeren van specifiek onderzoek. Hou dus hun
website www.sarf.org.uk in het oog!
In juli lanceerde de SARF een oproep voor zeven
onderzoeksbeurzen rond de themas: (1) Differentile opname en zuivering van biotoxines bij mosselen en oesters; (2) Controle van
zeeluizen in gewone en organische zalmkwekerijen; (3) Ontwikkelen van vaccins
voor mariene vissen; (4) Milieueffectrapportage bij
Schotse schelpdierkwekerijen met inbegrip van het benthos,
de waterkolom en andere relevante speciale interacties; (5) Ontwikkelen en
evaluatie van een best practice contingency
planning voor het verbeteren van de stockbeheersing; (6) Validatie
van het OECD-model voor het voorspellen van de impact
van de kooiproductie in zoetwater op de totale fosforconcentratie van de loch (smalle zeearm) en (7) Opstellen van een
onderzoeksaanvraag voor het herstel van de natuurlijke oesterpopulatie in
Schotland. Genteresseerden kunnen nog tot 3
oktober inschrijven. Meer uitleg over de exacte invulling van de beurzen en de
sollicitatieprocedure op www.sarf.org.uk/Call%20For%20Proposals/SARF%20Call%20For%20Proposals%20-%202008%20v2.pdf
of bij Mark James (majames@frmltd.com of +44-(0)1-350 72).
4. BELGISCH MARIEN ONDERZOEK IN DE KIJKER
4.1. Vrees
voor hinder door algenbloei tijdens olympische zeilwedstrijd
Begin juli berichtten de kranten over een enorme algenplaag die de Olympische
zeilwedstrijd in Qingdao (China) serieus zouden
bedreigden. Meer dan 10 duizend burgers en militairen en 1400 boten werden
ingezet om de algen te ruimen. Op 16 juli was reeds 1
miljoen ton algen geruimd en de Chinese autoriteiten verklaarden dat de
Olympische zeilwateren algenvrij waren. Tot dan was de identiteit van de alg die de bloei veroorzaakte onbekend, en dit leidde tot
enkele misvattingen over het ontstaan van de bloei. Chinese autoriteiten en het
Olympisch comit aanzagen de algen als een buitenlandse vijand en de oorzaken
van de bloei werden gezocht in zeestromingen, wind, temperatuur en zoutgehalte
van het zeewater.
Ter plaatse ingezameld materiaal kwam in handen van wetenschappers van de
Afdeling Algologie aan de Universiteit Gent. Zij
hebben de alg gedentificeerd aan de hand van
morfologisch onderzoek en DNA sequentie bepaling. De alg
behoort tot het groenwiergenus Ulva
(Zeesla) en de fylogenetische analyses tonen aan dat de soort algemeen en
wereldwijd verspreid is. De DNA sequentie van het Chinese wier bleek identiek
aan dat van wieren uit Finland, Portugal, Japan en Nieuw Zeeland. De algenbloei
in Qingdao is een typisch voorbeeld van een green tide (i.e. een schadelijke
algenbloei veroorzaakt door proliferatie van groenwieren, voornamelijk uit het
genus Ulva). Een combinatie van verschillende
factoren zoals eutrofiring (verhoogde stikstof en fosforconcentraties), hoge
temperatuur en lichtintensiteit, en een lage verversing van het water kunnen de
oorzaak zijn van dit soort van bloei. Green tides
ontwikkelen zich elke lente en zomer langs kusten wereldwijd en ze komen de
laatste decennia meer en meer voor. Ook langs de Chinese kusten komen deze
bloeien in toenemende mate voor als een gevolg van verhoogde lozing van
stikstofrijke chemische vervuiling, ongezuiverd afvalwater en meststoffen van
industrile en stedelijke activiteiten. De resultaten van dit onderzoek
verschenen op 4 augustus in Nature News en in Marine Pollution
Bulletin News (www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=126225).
Later volgt nog een bijdrage over dit onderzoek in het wetenschappelijke
tijdschrift Phycological Research.
4.2. Combinatie van meettechnieken
brengt sedimentbewegingen in schorren in kaart
In een estuarium als de Schelde beweegt er bij
elke getijbeweging heel wat zand en slib. Om correcte voorspellingen te kunnen
maken van al die sedimentbewegingen zijn goede veldgegevens noodzakelijk. Denk
maar hoe nuttig het kan zijn om te weten hoe het estuarium zal gaan uitschuren
of opvullen bij een gewijzigd klimaat. Met behulp van geofysische
meettechnieken kan men de bewegingen van de bovenste sedimentlagen zeer gedetailleerd
in kaart brengen. Zo zijn er specifieke meettechnieken die geschikt zijn voor
onderwatergebruik, andere meetmethodes bewezen dan weer nuttig te zijn op het
droge. In de overgangszone van water naar land zijn weinig meetgegevens bekend,
omdat men weinig weet over de accuratesse van de verschillende geofysische
meettechnieken in dit gebied.
Onderzoekers van het Renard Center voor Mariene
Geologie (RCMG) van de Universiteit Gent gingen er samen met wetenschappers van
de Technische Universiteit Delft op uit om dit te gaan uitzoeken. Ze kozen als
studiegebied het uitgestrekte schor Het Verdronken land van Saeftinge waar ze alle mogelijke meettechnieken
uitprobeerden op de bovenste 10 20 meter van het sediment. De akoestische
methoden bleken in deze omstandigheden een beter resultaat te geven dan de elektrische
of elektromagnetische technieken. Maar ook boringen blijken noodzakelijk om de
gelaagdheid en de resistentie van de bodem te kennen. Uit deze studie blijkt
dat een enkele meettechniek niet alle antwoorden kan leveren. Enkel een
combinatie van complementaire methoden is kennelijk geschikt om de
sedimentarchitectuur van actieve estuariene sedimenten te leren kennen. Lees
het volledige artikel via www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=125912.
4.3. Jonge zalmen op weg naar de Noordzee
De Atlantische zalm brengt een belangrijk deel van zijn leven in zee door en
trekt voor zijn voortplanting de rivier op. Jonge zalm blijft tijdens zijn
eerste levensjaren in de rivier om daarna terug naar zee te zwemmen. Ook bij
ons kwam de zalm in de rivieren voor. De zalmpopulaties zijn tussen de 18de en
20ste eeuw quasi volledig verdwenen in de meeste Europese rivieren. Belangrijke
redenen hiervoor waren de industrialisatie en de toename van het aantal barrires die de trek verhinderen.
Ook op de Maas waren er te veel barrires. Tot vorig jaar konden volwassen
zalmen de Belgische rivieren niet bereiken vanuit de Noordzee.
Sinds 2008 zijn alle migratiebarrires in het Nederlandse deel van de Maas
opnieuw opengemaakt. Met succes, want de eerste volwassen zalmen zijn al
opgemerkt in Walloni!
De verschillende migratieknelpunten bemoeilijken niet alleen de intrek van
volwassen zalmen, maar ook de uittrek van jonge
zalmen. Nu de volwassen zalmen het benedenstroomse deel van de Maas weer
ontdekten, is het belangrijk om ook zicht te krijgen op de uittrekmogelijkheden
van de jonge zalmen. Om dit in kaart te brengen startte het INBO in het
voorjaar van 2008, in samenwerking met Rijkswaterstaat Waterdienst en de
Universiteit van Luik, een onderzoek naar de uittrek
van jonge zalmen vanuit de Berwijn richting Noordzee. Hiervoor gebruiken ze een transponderdetectiesysteem,
waarmee ze ook de uittrek van zilverpaling volgen. In
maart 2008 werden 36 jonge zalmen gezenderd en
uitgezet in de Berwijn bij Berneau.
Enkele weken later bereikten tien zalmen het Haringvliet. Zes hiervan zwommen
de Noordzee in, waar ze kunnen opgroeien tot
volwassen zalmen. Meer info bij Hilde Verbiest (hilde.verbiest@inbo.be 02-528 88 99).
5. VARIA
5.1. Vlaams maritiem erfgoed in cijfers
Als je vandaag de Vlaamse databank van het maritieme erfgoed raadpleegt (www.maritieme-archeologie.be), vind je een
gedetailleerde omschrijving voor minstens 3 vliegtuigwrakken, ruim 300
scheepswrakken, 9 andere wrakken (zoals boeien,
tanks,..), en een 45-tal maritieme artefacten afkomstig uit wrakken. De oudste
zeekaart van de Vlaamse Hydrografie Carte Gnrale des Bancs
de Flandres dateert van 1866 en vertoont geen
wrakposities. De eerste wrakkenlijsten zijn in het archief van de Vlaamse
Hydrografie terug te vinden vanaf 1919. En van die
wrakken is de Kogge I gedateerd tussen 1325 en 1327 aangetroffen bij de graafwerken van de
kaaimuren van het Deurganckdok in Doel in 2000. In
2002 vond men hier de resten van een 2de kogge (Kogge II).
Deze en andere betrouwbare feiten en data vind je terug op de VLIZ website: www.vliz.be/cijfers_beleid/zeecijfers/index.php.
Klik op 'Mens, Wetenschap en Cultuur (vuurtoren- icoontje), kies voor de
rubriek 'Geschiedenis en Erfgoed en dan voor Maritiem Erfgoed. Klik op de pdf symbooltjes naast de cijfergegevens om de bronnen zelf
te raadplegen.
5.2. Fossiele moleculen helpen klimaatonderzoekers NIOZ
De huidige klimaatmodellen werken nog lang niet altijd goed. Ze zijn nog steeds
niet goed in staat om de opwarming van de laatste decennia te voorspellen. We
kunnen ze verbeteren door te kijken hoe accuraat ze de bewezen situaties in het
verleden kunnen nabootsen. Maar dan moet dat verleden wel nauwkeurig genoeg
bekend zijn. Helaas beschikt de mensheid nog maar 300 jaar over accurate
thermometers. Als we heel veel verder willen terugkijken, moet dat dus met
klimaatreconstructies uit het verre geologische verleden.
Onderzoekers van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Zeeonderzoek (NIOZ)
willen dit nu gaan doen door de fossiele resten van bodembacterin te gaan
onderzoeken in boorkernen van de zeebodem in de uitstromingsgebieden van rivieren.
De vetachtige stoffen uit de membranen van de
bodembacterin worden zichtbaar gemaakt met behulp van chemische technieken. Zij
ondervonden eerder dat deze lipiden, die overal ter wereld in de bodems terug
te vinden zijn, subtiele verschillen vertonen die nauw samenhangen met de
omgevingstemperatuur.
Doordat de rivieren het bodemmateriaal (met membraanlipiden)
uitspoelen en meenemen naar zee, waar het materiaal jaar na jaar met regelmaat
wordt afgezet op plaatsen met een lage stroomsnelheid, is de zeebodem dan ook
een prachtig archief van de klimaatveranderingen op het land. De moleculen
worden in het zeesediment nauwelijks afgebroken. Door de boorkernen te
analyseren kunnen de scheikundigen zeker tot 55 miljoen jaar terugblikken in de
tijd.
5.3. Erbarmelijk broedseizoen op het sternenschiereiland Zeebrugge
Het broedseizoen 2008 op het Sternenschiereiland
in de haven van Zeebrugge was geen hoogvlieger.
Vooral het aantal grote sterns was bedroevend laag: slechts 249 paartjes in
vergelijking met 1000-4000 in voorbijgaande jaren. Ook de visdief ging sterk in
aantal achteruit. Er werden 2003 nesten geteld, bijna 800 minder dan in 2007.
Daar staat tegenover dat de dwergstern het heel goed heeft gedaan. Er werden 52
nesten op de Baai van Heist geteld en nog eens 125 op
het Sternenschiereiland.
Van de in 2004 vooropgestelde 22 ha broedhabitat is er anno 2008 nog niet
de helft gerealiseerd. Ook het broedhabitat op het Sternenschiereiland blijkt
steeds minder geschikt. In voorgaande jaren waren er op de huidige 10 ha
nog veel open, zandige stukken beschikbaar voor visdief en grote stern. Maar
deze waren dit jaar door vegetatiesuccessie redelijk
schaars geworden.
Tevens had de broedkolonie in 2008 te kampen met een enorm hoge predatie door
verwilderde katten. Zij verrassen broedende sterns s nachts op hun nest; vnl.
visdief is hiervan het slachtoffer. Later op het seizoen zijn de kuikens
slachtoffer. De grote stern heeft een zeer slecht broedseizoen achter de rug.
De 249 koppels brachten in totaal slechts 1 jong groot. Ook de dwergstern kende
een slecht seizoen: waarschijnlijk zijn slechts enkele kuikens uitgevlogen. De
visdief had dan weer een goed broedseizoen. Als de oudervogels tenminste niet werden opgegeten door katten, waren ze
vrijwel altijd in staat om 1 of 2 kuikens groot te brengen. De kokmeeuwen
brachten meer dan 1 vliegvlug kuiken per paar groot en ook vlogen er minstens 3
zwartkopmeeuwen uit.
De zilvermeeuw en de kleine mantelmeeuw, die tot voor kort netjes in
kolonieverband broedden in de westelijke voorhaven van Zeebrugge
maar daar verdwijnen als gevolg van havenwerken en de intrede van de vos, zijn
zich nu aan het verspreiden naar bestaande kolonies elders
in het havengebied en naar kolonies in Oostende, Knokke-Zoute, Nederland en Frankrijk.
5.4. Zeezoogdierennieuws
In de periode 22-25 juli werden door onderzoekers van het INBO maar liefst 35 bruinvissen
gezien vanaf de Zeeleeuw. De meeste waarnemingen werden gedaan in de buurt van
de Oosthinder en de Bligh
Bank. Ook op hun augustuscampagne (20-21 augustus) werden bruinvissen gezien.
Ditmaal betrof het 5 individuen in de buurt van de Wenduinebank
en op de Thorntonbank. Ook in Nederlandse wateren zijn er vele waarnemingen van levende bruinvissen
(zie http://home.planet.nl/~camphuys/CetaceaAut2008.html).
De BMM website (www.mumm.ac.be/NL/Management/Nature/strandings.php)
meldt twee waarnemingen van een gewone zeehond diep in de Schelde (t.h.v. het Zennegat en t.h.v. Wetteren). Ook
werden een gestrande pup en een volwassen gewone zeehond naar Sealife gebracht. Helaas liep het niet goed af voor de pup.
Begin augustus werd twee keer een tuimelaar gezien ter hoogte van Nieuwpoort. Uiterst vreemd was dan weer de vondst van een
in plastiek ingepakt kadaver van een 2.2 meter lange haringhaai in de berm van
het kanaal Plassendale-Nieuwpoort.
De International Union for
the Conservation of Nature
(IUCN) rapporteerde in augustus over de toestand van zeezoogdieren wereldwijd.
Volgens de update van de IUCN rode lijst zijn sommige
grotere walvissen, zoals de bultrug en de zuidkaper,
nu minder bedreigd dan voordien. Minder goed is het echter gesteld met de kleinere kust- en zoetwater dolfijnen. Deze zijn nog te
vaak het slachtoffer van bijvangst in de visserij. Over het algemeen worden een
vierde van de soorten van walvisachtigen bedreigd.
Het IUCN rapport geeft aan dat walvissen, dolfijnen en andere zeezoogdieren
voornamelijk bedreigd worden door aanvaringen met
schepen, bijvangst in de visserij, verlies aan habitat of prooien, klimaatverandering
en het door de mens opgewekte onderwaterlawaai in
zeen en oceanen. De geluidsgolven opgewekt door scheepsmotoren en propellers,
seismische luchtkanonnen gebruikt voor olie- en gasexploratie, militaire
sonarsystemen,... dragen in watermassas immers veel
verder dan in de atmosfeer. Met het toenemende transport op zee, verdubbelt het
onderwatergeluid in de wereldoceanen elke 10 jaar. De
opgewekte geluidsgolven interfereren met de communicatiemiddelen van de zeezoogsdieren en verstoren hun duik-,
voedings- en paargedrag. Men beweert dat het effect
van onderwaterlawaai op zeezoogdieren hetzelfde zou
zijn als de symptomen die gepaard gaan met de caissonziekte een fenomeen dat voorkomt bij duikers die te snel naar het opppervlak komen.
5.5. Doctoraatsverdedigingen
Saskia Van Gaever van de Sectie Mariene Biologie aan de UGent verdedigt op 18 september haar doctoraatstudie Biodiversity, distribution patterns and trophic position of meiobentos associated with reduced environments at continental margins. An Vanreusel is de promotor van het werk. Meer info: saskia.vangaever@ugent.be of 0495-72 80 40.
Daags nadien (19 september 2008) wordt aan de KULeuven ook een mariene openbare doctoraatsverdediging gepland. De Ecuadoriaanse Ana Cristina Gutierrez werkte met een VLIR sandwich-beurs aan het Laboratorium voor Ontwikkelingsfysiologie, Genomics en Proteomics van prof. Liliane Schoofs op de Identification of insulin-related peptides and their relation in molt and metabolism of the shrimp Litopenaeus vannamei.
Op 7 november is het de beurt aan Anton Van de Putte. Hij doctoreert aan de KULeuven op het onderwerp: Ecology and evolution of fishes of the Southern Ocean, with special focus on the myctophid Electrona antarctica onder het promotorschap van prof. Filip Volckaert. We wensen hem alvast veel succes! Meer info: Filip.Volckaert@bio.kuleuven.be of 016-32 39 72.
DISCLAIMER
VLIZINE heeft als doel informatie te verstrekken. Eventuele standpunten zijn
die van de auteurs en stemmen niet noodzakelijk overeen met die van het VLIZ.
Het VLIZ is niet verantwoordelijk voor enige schade opgelopen ten gevolge van
foutieve of verkeerd genterpreteerde informatie in dit
e-zine, noch voor de inhoud van websites waarnaar verwezen wordt. Uw adres
opgenomen in onze e-zine rondzendlijst wordt niet aan derden doorgegeven zonder
uw toestemming en wordt niet gebruikt voor commercile doeleinden.
COPYRIGHT
Copyright 2008 Vlaams Instituut voor de Zee. Delen uit dit
e-zine mogen in andere publicaties worden overgenomen, maar uitsluitend met
bronvermelding. Deze publicatie mag wel in haar geheel ter kennismaking worden
doorgestuurd naar derden.
LID WORDEN VAN HET VLIZ KAN
Meer info vindt u op onze website.
WEBSITE
http://www.vliz.be
Vlaams Instituut voor de Zee
Flanders Marine Institute
VLIZ InnovOcean site
Wandelaarkaai 7
8400 Oostende
Tel. +32-(0)59-34 21 30
Fax +32-(0)59-34 21 31
http://www.vliz.be