Oudere artikels (periode 2000-2020) worden weergegeven in hun oorspronkelijke opmaak.
Je zocht naar een artikel uit een van de oudere jaargangen uit ons archief, toen deze nieuwsbrief nog VLIZINE heette (periode 2000-2020). De oudste nieuwsbrieven werden niet geoptimaliseerd voor weergave op deze website, daarom zie je ze nog in hun oorspronkelijke opmaak.
VLIZINE jrg. 8, nr. 3 (maart 2007)
VLIZINE
jrg. 8, nr. 3 (maart 2007)
Ht e-zine met praktische informatie over onderzoek
en beleid door en voor Vlaamse mariene wetenschappers.
Deze gratis on line uitgave van het Vlaams Instituut
voor de Zee vzw verschijnt maandelijks en wordt verspreid onder alle
genteresseerden.
V.U.: Jan Mees
Redactie: Jan
Seys
Reacties naar jan.seys@vliz.be
Het Vlaams
Instituut voor de Zee (VLIZ) wil via dit e-zine maandelijks informeren over de
eigen activiteiten en die van onderzoeks- en beleidsgroepen in Vlaanderen
actief in de mariene en kustgebonden wetenschappen. Alle nuttige informatie van
uw kant (zoals vacatures, nieuwe projecten, vraag voor samenwerking,
interessante symposia, etc.) wordt graag ingewacht om in het eerstvolgende
VLIZINE te worden opgenomen. Dit bericht bereikt u via de VLIZINE
rondzendlijst. Om u uit te schrijven, stuur een e-mail naar info@vliz.be met in de subjectline: unsubscribe VLIZINE.
Inschrijven op dezelfde manier met vermelding: subscribe VLIZINE. Archieven
van dit e-zine zijn raadpleegbaar via deze link.
INHOUD
1. Kalender
1.1. Overgangswateren onder de wetenschappelijke loupe
1.2.
Infodag over nieuw tweejarig Master-programma in de Mariene en Lacustriene
wetenschappen
1.3.
Wereldcongres Malacologie in Antwerpen
1.4.
Cursussen onderwaterakoestiek in Londen
1.5. Belgisch Netwerk voor Kustonderzoek (BeNCoRe) formuleert reacties op
Groenboek Europese Maritieme Strategie op eerste nationale meeting
1.6.
Twee ICES meetings met grote uitstraling!
1.7. Financile risico's leren inschatten in de industrile scheepvaart
2. Publicaties
2.1. Rapport over de effecten van klimaatverandering op
Europese zeen en kusten gelanceerd op de VLIZ Jongerencontactdag
2.2. Reacties gevraagd op de startnotitie van het Zwin
2.3. Eerste Afrikaanse Mariene Atlas online gelanceerd
2.4. Hoe de voedselecologie en het gedrag van overwinterende watervogels
langs de Zeeschelde bestuderen?
3. Vacatures, beurzen en
fondsen
3.1. 'Smart Gear Competition' beloont nieuw vistuig met minder bijvangst
4. Belgisch marien onderzoek
in de kijker
4.1. Merkers ontwikkeld voor stamboomonderzoek bij Kaapse Zeepaardjes
door Zoo van Antwerpen
4.2. Impact van klimaatverandering op Vlaamse rivieren
4.3. Onderzoek naar oorzaak giftige mosselen
5. Varia
5.1.
Vissers vissen de zee proper
5.2. Mariene energietechnologie krijgt voet aan de grond
in Europa
5.3. Zeezoogdierennieuws: 2007 Jaar van de Dolfijn
5.4. Doctoraatsverdedigingen e.a.
6. Vraagbaak
6.1. Papieren strandbloemen
1.1. OVERGANGSWATEREN ONDER DE WETENSCHAPPELIJKE LOUPE
Naar jaarlijkse gewoonte organiseert de Estuarine and Coastal Science
Association (ESCA), in samenwerking met andere partners, een Europees symposium
in september (16-22 september). Dit jaar gaat het evenement voor het eerst door
in Rusland, meer bepaald in het vakantiestadje Svetlogorsk in de Russische
enclave Kalinigrad. De locatie is uniek: aan de basis van de smalle, 90 km
lange landtong Koerse Schoorwal (of Curonian Spit), die de Baltische Zee
scheidt van de Curonian Lagoon. Het symposium heeft als thema estuariene
ecosystemen (en andere overgangswateren): hun structuur en functie, beheer,
watervervuiling en eutrofiring, de status en het gebruik van de biologische
natuurlijke hulpbronnen, en andere gerelateerde onderwerpen. Indienen van
abstracts kan nog tot 30 april 2007. Meer info? www.nck-web.org/pages/Encora/Current/ECSA_42/ECSA_42.php?nck_menu_show=Encora23
1.2.
INFODAG OVER NIEUW TWEEJARIG MASTER-PROGRAMMA IN DE MARIENE EN LACUSTRIENE
WETENSCHAPPEN
Steeds meer werd de nood ervaren aan een gespecialiseerde masteropleiding in de
mariene en lacustriene wetenschappen. Vandaar dat vanaf het academiejaar
2007-2008 hierover een nieuw, tweejarige masterprogramma start aan de
Universiteit Gent. De troef van deze opleiding is de multidisciplinaire aanpak;
een troef die zeer gewaardeerd wordt in het nationale en internationale marine
en lacustrien onderzoek, maar ook in het onderwijs en het milieubeheer. Het
doel van de opleiding is om de kennis en het inzicht van wetenschappers
afkomstig uit verschillende disciplines te verbreden, maar tegelijkertijd ook
om hun kennis toe te spitsen op de specifieke milieus van oceanen, zeen,
estuaria en meren.
De Engelstalige opleiding staat open voor een internationaal publiek met een
diploma bachelor (bv. Bachelor Biologie, Geologie, Geografie, Bio-ingenieur,
Chemie, Biochemie en Biotechnologie). De cursus, uniek in Europa, bereidt de
studenten voor op de toenemende internationalisering op vlak van onderzoek,
onderwijs en beheer. Meer info vind je op de website http://www.marelac.ugent.be of bij de
cordinator van de nieuwe opleiding Ann Vanreusel (ann.vanreusel@ugent.be of 09 264 85 21).
1.3. WERELDCONGRES MALACOLOGIE IN ANTWERPEN
Van 15 tot 20
juli komen malacologen of weekdierkenners van over gans de wereld samen in
Antwerpen voor het World Congres of Malacology. Gedurende het congres,
georganiseerd door de Unitas Malacologica (UM) en de American Malacological
Society (AMS), lopen er parallelle sessies met uiteenlopende themas als: ecologie,
fysiologie, taxonomie, zogeografie en biodiversiteit, evolutionaire biologie
en paleontologie, ecotoxicologie en bestrijding van plagen en mollusken als
model voor de studie van het oog en oogziekten. Mariene malacologen vinden er
beslist hun gading! Ook is er op 19 juli s avonds een verkoop van boeken,
spulletjes en parafernalia (geen organismen!) voor het sponsoren van de studentenprogrammas
van het AMS. Abstracts kunnen nog ingediend worden tot 31 mei 2007. Meer info
op: www.ucd.ie/zoology/unitas/congress.html.
1.4.
CURSUSSEN ONDERWATERAKOESTIEK IN LONDEN
In september 2007 organiseert Seiche (www.seiche.com)
drie cursussen voor professionals die alles willen weten over de technieken
gebruikt in underwater acoustics: een basiscursus (10-12 september), gevolgd
door een cursus voor gevorderden of een cursus acoustic monitoring of marine
wildlife (13-14 september). De opleidingen gaan door in de National Physical
Laboratory in Londen. Informatie en inschrijving op de website.
1.5. BELGISCH NETWERK VOOR KUSTONDERZOEK (BENCORE) FORMULEERT
REACTIES OP GROENBOEK EUROPESE MARITIEME STRATEGIE OP EERSTE NATIONALE MEETING
Dichter bij huis, maar niet minder interessant: de eerste BeNCoRe conferentie
op 26 april 2007 in Leuven. Op deze dag geven alle netwerkambassadeurs, elk
respectievelijk verantwoordelijk voor n van de tien subthemas binnen dit
netwerk voor kustonderzoek, meer informatie over hun onderwerp gedurende vier
sessies. Elk van de onderwerpen wordt door hen ingeleid, waarna ze een update
geven van de Belgische toestand n hun persoonlijke mening over het thema. De vier sessies behandelen respectievelijk Coastal Engineering and
Observation Techniques, the Natural System, Integrated Coastal Zone
Management en Marine and Coastal Spatial Planning. De discussie sluit aan bij de
beslissingen die vermeld staan in het Groenboek voor een toekomstige Europese
Maritieme Strategie (www.encora.eu/documents/com_2006_0275_en_part2.pdf).
Dit groenboek wordt door Europa opgesteld om op een omgevingsvriendelijke
manier te streven naar een weldraaiende maritieme economie. Het staat nog tot
eind juni 2007 open ter consultatie. Mogelijke resultaten of suggesties
geformuleerd binnen de discussiemomenten van de BeNCoRe-conferentie, zullen
opgenomen worden in de officile reactie van het ENCORA netwerk op het
groenboek (www.encora.eu/documents/GREENPAPER2.pdf).
Meer informatie over de conferentie is beschikbaar op de website van de
conferentie: www.bencore.be/index.php?contentid=36&mid=15.
Inschrijven kan nog tot 30 maart.
1.6.
TWEE ICES MEETINGS MET GROTE UITSTRALING!
In de loop van 2007 organiseert de International Council for the Exploration
of the Sea (ICES) twee grote Europese symposia die zeker en vast de moeite
waard zijn!
Van 11 tot 14 juni loopt het 'International Symposium on Integrated Coastal
Zone Management in Arendal, Noorwegen. Hier worden de huidige
wetenschappelijke inzichten in gentegreerd kustzonebeheer gepresenteerd en
worden vernieuwende ideen in de adviesvorming en het duurzaam beheren van
kustzones bediscussieerd. Zowel wetenschappers, ingenieurs als beheerders
kunnen er hun gading vinden in de 148 presentaties. Meer info op de website van
het symposium: http://www.imr.no/iczm/home.
Later, in de herfst van 2007 (20-23 november), loopt in Londen het ICES
symposium Environmental indicators: utility in meeting regulatory needs.
Milieu- en omgevingsindicatoren zijn een grote hulp bij het communiceren van
trends in een ecosysteem, veroorzaakt door bijvoorbeeld klimaatverandering of
een duurzamer beheer. Nieuw is het gebruik van indicatoren om de impact van
menselijke activiteiten op de mariene biologische activiteit op te volgen.
Indicatoren worden ook steeds vaker gebruikt als duidelijke instrumenten in de
regelgevingsprocessen. Het symposium in november (20-23/11) wil anticiperen op
de nieuw te ontwikkelen indicatoren die bijvoorbeeld door OSPAR en door de EU
Kaderrichtlijn Water opgelegd worden. Het Instituut voor Landbouw- en
Visserijonderzoek (ILVO) co-organiseert de internationale meeting. Het
programma en andere informatie wordt aangekondigd op: envind2007.benthos.be.
1.7. FINANCILE RISICO'S LEREN INSCHATTEN IN DE INDUSTRILE
SCHEEPVAART
Grote scheepvaartmaatschappijen nemen aanzienlijke financile risicos. Zij die
deze risicos goed kunnen inschatten en er effectief mee om kunnen gaan, hebben
een stapje voor binnen deze globale, sterk concurrentile markt. Op 7 en 8 juni
2007 organiseert het Instituut voor Transport en Maritiem Management Antwerpen
(ITMMA) een opleiding getiteld 'Shipping Derivatives and Risk Management. Ze
wil daarmee een publiek bereiken van professionelen genteresseerd in de
financile kant van de scheepvaartindustrie (scheepseigenaars, -operatoren en
-managers, makelaars, accountants, bankiers, juristen, postgraduaat studenten,
etc.). Alle informatie over de cursus is terug te vinden op www.itmma.ua.ac.be.
2.1. RAPPORT OVER DE EFFECTEN VAN
KLIMAATVERANDERING OP EUROPESE ZEEN EN KUSTEN GELANCEERD OP DE VLIZ
JONGERENCONTACTDAG
De VLIZ
Jongerencontactdag editie 2007 op 2 maart laatstleden werd weer een feest!
Meer dan 180 deelnemers, boeiende praatjes uit een breed spectrum aan zee- en
kustwetenschappen, veel interessante posters in competitie en de uitreiking van
welverdiende prijzen. Dank voor allen die aanwezig waren en die er een leerrijk
en leuk evenement van maakten!
Speciaal aan deze dag was toch wel het officieel lanceren van een position
paper rond de effecten van klimaatwijziging op de Europese zeen en kusten.
Met Katja Philippart van NIOZ als voorzitster, boog een speciale werkgroep van
Europese experten van de Marine Board van de European Science Foundation
(MB-ESF) zich sinds september 2005 over deze materie. Resultaat is een uitgebreid
verslag van welke effecten te verwachten zijn en dit voor elke zee in Europa.
Algemeen voor alle zeen zijn een zeespiegelstijging van 2 tot 86 cm, een
stijging van de zeewatertemperatuur van 1,5 C, het noordwaarts
verschuiven van vispopulaties, en het meer voorkomen van zuiderse soorten. Ook
het verzoeten van de zeen door een hogere rivierafvoer en smelten van de
ijskappen, en de daarmee gepaard gaande veranderingen van zeestromingen zijn
fenomenen die nu al aan de gang zijn. De voorlopige versie van rapport is te
downloaden vanop de VLIZ website (www.vliz.be/NL/HOME&id=197).
De finale versie zal beschikbaar zijn vanaf eind maart via de websites van ESF
(www.esf.org) en de Marine Board (www.esf.org/marineboard).
2.2. REACTIES GEVRAAGD OP DE STARTNOTITIE VAN HET ZWIN
Er zijn grote
veranderingen op til in de Zwinstreek. De uitbreiding van het Zwin is een van
de projecten die voortvloeit uit de Ontwikkelingsschets 2010 voor het
Schelde-estuarium. De uitbreiding bestaat erin dat een deel van de
Belgisch-Nederlandse Willem-Leopoldpolder omgevormd wordt tot slikken en
schorren. Deze polder ontstond na de laatste indijking van het Zwin in 1873.
Natuurlijk vereisen zulke grote natuurherinrichtingsplannen een grondige
milieueffectrapportage (MER), waarin de belangrijkste effecten op mens en
milieu in beeld worden gebracht.
In het rapport Structurele maatregelen voor het duurzaam behoud en de
uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied staat wat er in
het milieueffectrapport voor het gebied zal worden onderzocht en hoe dat gaat
gebeuren. Het dossier ligt nog tot 26 maart op diverse locaties in Vlaanderen
en Nederland ter inzage voor inspraak. Op basis van de reacties worden
richtlijnen opgesteld die het vertrekpunt zullen vormen voor het opstellen van
de uiteindelijke MER.
De startnotitie kan gedownload worden vanop de websites www.mervlaanderen.be, www.zeeland.nl/natuurpakket of www.ontwikkelingsschets.nl. Op deze websites
vindt u ook terug hoe de inspraakprocedure in elkaar zit. Meer informatie bij
Jon Coosen (mjoncoosen@proses2010.nl of + 32 (0)164
212 826) of bij Erik Steen Redeker (meriksteenredeker@proses2010.be of + 32
(0)164 212 816).
2.3. EERSTE AFRIKAANSE MARIENE ATLAS ONLINE GELANCEERD
Ben je op zoek naar kaartmateriaal, beelden, data en informatie over de
Afrikaanse kustregios? Dan vind je beslist je gading in de nieuwe Afrikaanse
Mariene Atlas (http://iodeweb2.vliz.be/omap/OMAP/index.htm).
De 800 te downloaden dataproducten coveren de onderwerpen mariene geosfeer,
hydrosfeer, atmosfeer, biosfeer, en spiegelen de geopolitieke en sociaal-economische
toestand. Het projectkantoor voor IODE van IOC/UNESCO stelde de atlas samen met
de hulp van teams verspreid over 16 Afrikaanse mariene staten en actief binnen
het 'Ocean Data and Information Network for Africa' (ODINAFRICA). Steun voor
het project werd gegeven door IOC, UNEP, ECEP en de Vlaamse overheid. Meer
informatie bij Peter Pissierssens (p.pissierssens@unesco.org
of 059 34 21 34) of Mika Odido (m.odido@unesco.org).
2.4. HOE DE VOEDSELECOLOGIE EN HET GEDRAG VAN OVERWINTERENDE
WATERVOGELS LANGS DE ZEESCHELDE BESTUDEREN?
Dertien jaar
maandelijkse watervogeltellingen langs de Zeeschelde bewijzen dat het estuarium
een onweerlegbaar belangrijk gebied is voor verschillende overwinterende
watervogels. Alleen puzzelen de onderzoekers van het Instituut voor Natuur- en
Bosonderzoek (INBO) nog steeds op het waarom: welke elementen van het estuarium
staan garant voor deze hoge vogeldensiteiten? Deze kennis is nochtans van
belang indien men natuurlijke veranderingen en menselijke ingrepen wil
evalueren
Verder multidisciplinair onderzoek dringt zich dus op. Maar eerst werd een
overzicht gemaakt van alle beschikbare methodes voor het bestuderen van de
voedingsecologie, terreingebruik, overwinteringsstrategie, populatie-turnover,
etc. van de meest voorkomende eenden (bergeend, wintertaling, krakeend,
pijlstaart en tafeleend). De meest praktische onderzoeksmethodes werden
gevalueerd en getoetst aan hun toepasbaarheid in de Zeeschelde. Ook vermeldt
het rapport de kennisstand van de vijf soorten in het algemeen en in de
Zeeschelde in het bijzonder, en formuleert het de noden voor verder onderzoek.
Het rapport Voedselecologie en gedrag van overwinterende watervogels langs de
Zeeschelde: een methodologische studie is beschikbaar via www.inbo.be/ygen/bibliotheekref.asp?show=html&refid=167272&pid=PUB_ASP_ONA.
3.1. 'SMART GEAR
COMPETITION' BELOONT NIEUW VISTUIG MET MINDER BIJVANGST
De meeste vistechnieken vangen, naast de doelsoorten waarop gevist wordt, ook
tal van andere zeeorganismen. Deze bijvangsten bestaan voornamelijk uit
niet-commercile vissen en ongewervelden. Maar uitzonderlijk eindigen ook
dolfijnen, haaien, duikende zeevogels, zeeschildpadden of koralen in de netten
of aan de haken. Jaarlijks gaan zo vele miljoenen tonnen dood of bijna dood
weer overboord (de zogenaamde discards).
Om de ontwikkeling van nieuwe vangsttechnieken met minder bijvangst te
stimuleren, reikt WWF, nu al voor de derde maal op rij, een prijs van
30.000 dollar uit (en twee Runner-up prijzen van 10.000 dollar) voor
de meest innovatieve ideen. Uitvinders uit 80 landen namen reeds deel aan
eerdere edities van WWFs International Smart Gear Competition. Inzendingen
worden beoordeeld door een professionele jury van vissers, onderzoekers,
ingenieurs en visserijmanagers op volgende kenmerken: innovatief,
kost-effectief, reductie van de bijvangst en bijdrage aan het behoud van
bedreigde soorten. De wedstrijd staat open tot 21 juli 2007 voor iedereen:
vissers, professionele makers van vistuig, leraars en studenten, ingenieurs tot
huis-tuin-en-keuken-uitvinders. Het reglement en de uitvindingen van eerdere
winnaars vind je op www.smartgear.org.
4.1. MERKERS ONTWIKKELD VOOR STAMBOOMONDERZOEK BIJ KAAPSE
ZEEPAARDJES DOOR ZOO VAN ANTWERPEN
Zeepaardjes
staan wereldwijd onder druk. Veel soorten zijn dan ook beschermd en staan op de
rode lijst van IUCN, de World Conservation Union. In aquaria worden voor
sommige van deze soorten kweekprogrammas opgesteld om hun behoud te
bewerkstelligen. Vaak start men de kweek met een klein aantal ouderorganismen
en bestaat daarbij een niet irreel gevaar voor inteelt. Wanneer de genetische
diversiteit van de populatie in gevangenschap te klein wordt (de zogenaamde
genetic bottleneck), bestaat het gevaar dat de kweek instort.
In de Zoo van Antwerpen (KMDA) loopt sinds 1998 een uniek kweekprogramma voor
het Kaapse Zeepaardje (Hippocampus
capensis). Dit dier komt enkel voor in drie estuaria in Zuid-Afrika en
wordt daar sterk bedreigd in zijn voortbestaan. De kweek startte eertijds met
een 15-tal organismen en de nabestaanden ervan moesten dus al de genetische
bottleneck gepasseerd zijn. De vraag stelde zich hoe divers de genenpool van
deze populatie nog wel was.
Om de genetische diversiteit van zeepaardjes in te kunnen schatten bestonden
tot nu toe enkel mitochondriale DNA merkers. Deze brengen uitsluitend de
overdracht van genetisch materiaal via de vrouwelijke lijn in kaart.
Onderzoekers van de Antwerpse zoo (Center for Research and Conservation, CRC),
KULeuven en Rhodes University in Zuid-Afrika ontwikkelden 15 microsatelliet
merkers voor het Kaapse Zeepaardje, die ook de vaderlijke overerving kunnen
bepalen. Dit soort hypervariabele merkers wordt vaker toegepast in ecologische
studies, maar moet voor elke soort vaak apart ontwikkeld worden.
De resultaten van het onderzoek zijn zojuist gepubliceerd in het tijdschrift
Molecular Ecology Notes. Quasi tegelijkertijd publiceerden Spaanse
onderzoekers de ontdekking van soortgelijke merkers voor het eveneens bedreigde
Europese Zeepaardje (Hippocampus
guttulatus). Meer informatie? Contacteer Peter Galbusera van het KMDA/CRC (Peter.Galbusera@zooantwerpen.be of 03 202
45 80). Beide artikels zijn ook beschikbaar via de VLIZ Zeebibliotheek: www.vliz.be/vmdcdata/Imis2/ref.php?refid=108520
en www.vliz.be/vmdcdata/Imis2/ref.php?refid=108526.
4.2. IMPACT VAN KLIMAATVERANDERING OP VLAAMSE
RIVIEREN
Wereldwijd is de luchttemperatuur met 0.5 C toegenomen in de laatste 30
jaar. Dat dit voornamelijk onder invloed van stijgende broeikasgasconcentraties
door menselijke activiteiten komt, is nu wel bewezen. De invloed van hogere
temperaturen op extreme hydrologische condities, zoals overstromingsrisicos en
droogte, zijn minder gekend.
Onderzoekers van de KULeuven, het KMI en het Waterbouwkundig laboratorium
hebben klimaatveranderingsscenarios opgesteld voor Vlaanderen. Op basis van de
huidige klimaatmodellen blijkt dat de neerslaghoeveelheden er tijdens de
winters tot 16 % kunnen toenemen; tijdens de zomers tussen 6 en 40 %
kunnen dalen. Bovendien zal er beduidend meer water verdampen, wat de kans op
watertekorten verhoogt. De mate waarin de overstromingen zullen toenemen is
minder duidelijk. Een duidelijk signaal naar de waterbeheerders in Vlaanderen!
De gegevens zijn verschenen in Het Ingenieursblad van januari 2007. Het
artikel is beschikbaar via de VLIZ Zeebibliotheek: www.vliz.be/vmdcdata/Imis2/ref.php?refid=107329.
Meer info en de uitgebreide rapporten van de berekeningen (www.vliz.be/vmdcdata/Imis2/ref.php?refid=107828
en www.vliz.be/vmdcdata/Imis2/ref.php?refid=107831)
zijn verkrijgbaar via het Waterbouwkundig Laboratorium. Contacteer Katrien Van
Eerdenbrugh (katrien.vaneerdenbrugh@mow.vlaanderen.be
of 03 224 61 93).
4.3. ONDERZOEK NAAR OORZAAK GIFTIGE MOSSELEN
Het zal wellicht in onze cultuur ingebakken zitten, maar feit is dat n van
onze oudste marien-wetenschappelijke publicaties in Belgi lekker eten met
natuuronderzoek combineerde. De Acadmie Impriale et Royale de Bruxelles
publiceerde in haar allereerste Mmoires (1777) enkele artikels over de
giftigheid van mosselen voor mens en dier. J.B. de Beunie en collega Durondeau
beschrijven uitvoerig (en zonder de sappige details weg te laten!) enkele
gevallen van vergiftiging bij vrienden die mossels hadden gekocht op de markten
van Antwerpen, Brussel en Dendermonde. Na eigen veldonderzoek aan de kust, waarbij
hij zelf serieus ziek geworden was, besloot de Beunie om nog enkel straathonden
als proefdier te gebruiken. Een paar van deze viervoeters hebben niet meer
kunnen verder vertellen dat het eten van enkele rauwe mossels al gevaarlijk kan
zijn.
De Beunie zocht de oorzaak van de toxiciteit in het massaal voorkomen van
zeesterrenlarven (Asterias rubens) in
de kustwateren tussen april en juni (de periode waarin de meeste
mosselongevallen voorkwamen). Deze larven werden ook waargenomen in levende
mosselschelpen, en vissers verzekerden hem dat alleen al het aanraken van deze
Qual of Waetergroey hevige jeuk veroorzaakte. Vandaar
Tegenwoordig weten we dat de shellfish poisoning door giftige algen wordt
veroorzaakt, maar niettemin bevatten deze bijdragen waardevolle informatie over
hoe men toen met onderzoek omging. We leren daarnaast ook hoe wijdverbreid de
mosselhandel toen reeds was, en dat op de markten van Antwerpen ook zonder
probleem vette steur en zalm uit de Westerschelde te krijgen was! Tenslotte geven
de Beunie en Durondeau tips voor een veilige bereiding van een potje mosselen:
een grote gesneden ajuin, flink wat peper en een scheut azijn meekoken
Smakelijk! Beide artikels werden online beschikbaar gemaakt door de VLIZ
Zeebibliotheek: www.vliz.be/vmdcdata/Imis2/ref.php?refid=40573
en www.vliz.be/vmdcdata/Imis2/ref.php?refid=40736.
5.1. VISSERS VISSEN DE ZEE PROPER
In de zeen
en oceanen dwaalt heel wat zwerfvuil rond. Getuige hiervan is de troep die
vanuit zee op de stranden terechtkomt. Vogels en zeezoogdieren aanzien het
ronddrijvende plastiek vaak verkeerdelijk als voedsel. In ronddrijvende stukken
afgeslagen vissersnetten verstrikken ook vogels, zeehonden, dolfijnen en vissen
(ghost fishing). Vissers halen veel van die rondzwevende troep binnen in hun
netten. Ze weten zich met dat afval geen raad. Vaak gaat het terug waar het
vandaan komt: terug in zee.
Een initiatief als Fishing for litter van de internationale mariene
milieuorganisatie KIMO wil dat het door vissersvaartuigen opgeviste afval aan
boord opgeslagen wordt en in een containerpark in de thuishaven wordt
afgegeven. Daar kan men het dan verder verwerken of recycleren. Zo verleent het
een positief imago aan deze vissers die de zee helpen proper te vissen. Aan
de Vlaamse vissers worden vanaf maart 2007 big bags uitgedeeld om het afval
aan boord in te verzamelen. Het project wordt gesteund door de Stichting
Duurzame Visserijontwikkeling (SDVO). Soortgelijke initiatieven lopen ook in
Nederland en Schotland (www.kimointernational.org/Default.aspx?tabid=129).
Meer info over het Vlaamse initiatief? Stichting Duurzame Visserijontwikkeling
- SDVO (info@sdvo.be of 059 50 95 26).
5.2. MARIENE ENERGIETECHNOLOGIE KRIJGT VOET AAN
DE GROND IN EUROPA
Terwijl we deze week hoorden dat de 150 geplande windmolens in het Belgisch
deel van de Noordzee nog wat op zich laten wachten, is in Nederland het eerste
windmolenpark bij Egmond aan Zee eerder dit jaar actief geworden. De 36
windmolens leveren een totale capaciteit van 108 Megawatt. Op de site www.noordzeewind.nl kun je de windmolens aan het werk zien en het laatste nummer van
de energiekrant (www.noordzee.nl/ruimtelijkeordening/energiekrant.pdf)
is er volledig aan gewijd. De bouw van het tweede park in Nederland (Q7),
23 km uit de kust bij IJmuiden, is eind 2006 begonnen. Het wordt verwacht
in werking te treden eind 2008. Verder zijn er bij onze noorderburen plannen
voor het installeren van het windmolenpark West Rijn (284 Megawatt)
40 km uit de kust bij Hoek van Holland.
Schotland maakt met een aantal nieuwe projecten voor het opwekken van
elektriciteit uit getijde- en golfnenergie een serieuze stap voorwaarts om haar
ambitieuze doel uiteindelijk 25 % van Europas mariene hernieuwbare
energie leveren te behalen. Zo staat in de wateren van Eday (n van de
Orkney eilanden), nabij het European Marine Energy Center EMEC, de eerste
experimentele tidale turbine op de zeebodem van de Atlantische Oceaan (www.openhydro.com). Indien deze test succesvol blijkt, kunnen
volgens de ontwikkelaars overal ter wereld turbineparken geplaatst worden waar
er voldoende stroming is (volume en snelheid), een geschikte bodem en een
geschikte aansluiting op het elektriciteitsnet.
Naast getijdenenergie rekent Schotland ook op golfenergie om hun aandeel
hernieuwbare energie uit zee te laten stijgen. Zo startte in dezelfde Orkneys
de installatie van een commercieel park met Pelamis toestellen (www.oceanpd.com). Daarnaast worden meerdere nieuwe
golfenergie-convertoren getest: op volle zee en in de nabijheid van de kust. De
volgende websites tonen met behulp van simulaties hoe ze werken: www.emec.org.uk/wave_energy_developers.asp
, www.aquamarinepower.com , www.woodshedtechnologies.com.au/images/Tidal%20Delay(R).pdf
, www.wavegen.co.uk en www.tidalgeneration.co.uk.
5.3. ZEEZOOGDIERENNIEUWS: 2007 JAAR VAN DE DOLFIJN
2007 is door
de Verenigde Naties uitgeroepen tot het Jaar van de Dolfijn (www.yod2007.org). Wereldwijd wil men op deze manier aandacht
vragen voor deze dieren en het mariene milieu. In Belgi wordt de campagne op
gang getrokken door Natuurpunt, in samenwerking met tal van andere organisaties
waaronder het VLIZ. Op de website www.jaarvandedolfijn.org
vind je heel wat informatie over de soorten in de Noordzee, maar ook nieuwtjes
en geplande activiteiten in het kader van dit speciale jaar.
Daarnaast is er een Dolphin Fund (www.jaarvandedolfijn.org/dolphinfund)
opgericht dat bedrijven, organisaties en particulieren wil aanzetten om centen
te verzamelen voor het ondersteunen van onderzoek en projecten ter bescherming
van deze dieren. Men denkt dan aan onderzoek naar dolfijnvriendelijke visserij,
aan het opstellen van een lijst verantwoorde walvis- en dolfijnenexcursies op
vakantiebestemmingen in Europa en aan financile hulp voor de opvang van
gestrande dieren.
Ben je een leraar? Wil je je leerlingen warm maken voor de boeiende wereld van
dolfijnen en hun bedreigingen? Dan kan je binnenkort aan de slag met een
educatief pakket dat vanaf het nieuwe schooljaar beschikbaar zal zijn. Als
school of klas kun je in dit speciale jaar ook een activiteit over dolfijnen
organiseren en zo een duit in het zakje doen in het Dolphin Fund. Een gesponsorde
dolfijnenloop organiseren tijdens de Week van de Dolfijn bijvoorbeeld? Kijk het
na op www.jaarvandedolfijn.org/sponsorlopen.
Daar vind je ook het inschrijvingsformulier indien je interesse hebt voor het
educatieve pakket. Meer info is te verkrijgen bij Bart Slabbinck (bart.slabbinck@natuurpunt.be of 0473 47 23 74).
Wereldwijd worden dolfijnenpopulaties bedreigd door verstikking in visnetten,
habitatverlies, vervuiling, scheepvaart en onderwatergeluiden. Op onze stranden
spoelen steeds meer dieren dood aan (www.mumm.ac.be/NL/Management/Nature/strandings.php).
Niet anders in Nederland (www.walvisstrandingen.nl).
In opdracht van de overheid bestudeerden onderzoekers van Wageningen IMARES en
het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) alle in 2006
aangespoelde bruinvissen en gingen nader in op achtergronden, leeftijd,
voedselkeuze en mogelijke doodsoorzaken (www.minlnv.nl/portal/page?_pageid=116,1640321&_dad=portal&_schema=PORTAL&p_file_id=16704).
Het merendeel van de bruinvissen die in het voorjaar aanspoelden, bleek gezond
en volle magen te hebben. Ze waren door verdrinking in visnetten om het leven
gekomen. De dieren die in volle zomer aanspoelden, waren vooral ongezonde
dieren, met geringe vetreserves en vaak lege magen. Verdrinking als
doodsoorzaak kwam bij deze dieren vrijwel niet voor.
5.4. DOCTORAATSVERDEDIGINGEN
Op vrijdag 9 maart verdedigde Valentine Kayawe Mubiana van de onderzoeksgroep Ecofysiologie, Biochemie en Toxicologie van de Universiteit Antwerpen zijn doctoraat met als titel: Delineating factors influencing the uptake and accumulation of heavy metals in the intertidal mussel Mytilus edulis'. Proficiat!
Op vrijdag 16 maart 2007 is het de beurt aan Sophie Derycke van de Sectie Marine Biologie aan de UGent met haar thesis: Patterns and processes in the genetic structure of two marine nematoda taxa (Rhabditis (Pellioditis) marina and Halomonhystera disjuncta). A molecular, morphological and experimental approach. (Campus De Sterre, S9 Krijgslaan 281 - Gent 16.00 uur)
6.1. PAPIEREN STRANDBLOEMEN
Het is een typisch Belgisch fenomeen, het ruilen van papieren bloemen op het
strand. De fel gekleurde prachtstukken gaan over van kinderhand naar kinderhand
met een aantal speciale schelpen die dienen als pasmunt. Voor een artikel in
het zomernummer van de Grote Rede zoeken we nog een aantal
ervaringsdeskundigen die een dergelijk handeltje drijven aan de westkust of
de oostkust. Ook fotomateriaal is steeds welkom! Contacteer Nancy Fockedey (Nancy.Fockedey@vliz.be of 059/34 01 30).
DISCLAIMER
VLIZINE heeft als doel informatie te verstrekken. Eventuele standpunten zijn
die van de auteurs en stemmen niet noodzakelijk overeen met die van het VLIZ.
Het VLIZ is niet verantwoordelijk voor enige schade opgelopen ten gevolge van
foutieve of verkeerd genterpreteerde informatie in dit e-zine, noch voor de
inhoud van websites waarnaar verwezen wordt. Uw adres opgenomen in onze e-zine
rondzendlijst wordt niet aan derden doorgegeven zonder uw toestemming en wordt
niet gebruikt voor commercile doeleinden.
COPYRIGHT
Copyright 2007 Vlaams Instituut voor de Zee. Delen uit dit e-zine mogen in
andere publicaties worden overgenomen, maar uitsluitend met bronvermelding.
Deze publicatie mag wel in haar geheel ter kennismaking worden doorgestuurd
naar derden.
LID
WORDEN VAN HET VLIZ KAN
Meer info vindt u op onze website.
WEBSITE
http://www.vliz.be
VLIZ
Vlaams Instituut voor de Zee vzw
Flanders Marine Institute
Wandelaarkaai 7, 8400 Oostende, Belgium
Tel. +32/(0)59 34 21 30
Fax +32/(0)59 34 21 31
http://www.vliz.be