Oudere artikels (periode 2000-2020) worden weergegeven in hun oorspronkelijke opmaak.
Je zocht naar een artikel uit een van de oudere jaargangen uit ons archief, toen deze nieuwsbrief nog VLIZINE heette (periode 2000-2020). De oudste nieuwsbrieven werden niet geoptimaliseerd voor weergave op deze website, daarom zie je ze nog in hun oorspronkelijke opmaak.
VLIZINE jrg. 8, nr. 10 (oktober 2007)
VLIZINE
jrg. 8, nr. 10 (oktober 2007)
Ht e-zine met praktische informatie over onderzoek
en beleid door en voor Vlaamse mariene wetenschappers.
Deze gratis on line uitgave van het Vlaams Instituut
voor de Zee vzw verschijnt maandelijks en wordt verspreid onder alle
genteresseerden.
V.U.: Jan Mees
Redactie: Nancy
Fockedey, Jan Haspeslagh en Jan Seys
Reacties naar jan.seys@vliz.be
Het
Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ) wil via dit e-zine maandelijks informeren
over de eigen activiteiten en die van onderzoeks- en beleidsgroepen in
Vlaanderen actief in de mariene en kustgebonden wetenschappen. Alle nuttige
informatie van uw kant (zoals vacatures, nieuwe projecten, vraag voor
samenwerking, interessante symposia, etc.) wordt graag ingewacht om in het
eerstvolgende VLIZINE te worden opgenomen. Dit bericht bereikt u via de VLIZINE
rondzendlijst. Om u uit te schrijven, stuur een e-mail naar info@vliz.be met in de subjectline: unsubscribe VLIZINE.
Inschrijven op dezelfde manier met vermelding: subscribe VLIZINE. Archieven
van dit e-zine zijn raadpleegbaar via deze link.
INHOUD
1. Kalender
1.1. Wereldconferentie over mariene biodiversiteit
1.2. De haven van Antwerpen, een gastronomisch lappendeken
1.3.
Lezingen in de Nachtegaal
1.4. Welk onderzoek is nodig om olieslachtoffers op zee te
vermijden?
2. Publicaties
2.1. Rede provinciegouverneur met focus op Kust & Zee
2.2. Worden dolfijnen verliefd?
2.3. Nieuwe Viswijzer
2.4. Belgisch marien onderzoek sinds de jaren 70
3. Vacatures, beurzen en fondsen
3.1. Unesco/IOC Project Office for IODE zoekt een
informaticus
3.2. Beurzen Sir Alister Hardy Foundation for Ocean
Science
3.3. Ralph Brown Expedition Award
3.4. Award Duurzaam Kustproject
2008
4. Belgisch marien onderzoek in de kijker
4.1.
Uitdagingen voor toekomstig genetisch onderzoek bij de Europese paling
4.2. Vaker vis eten is gezond, te vaak vis eten niet
4.3.
Le poisson devient-il plus rare sur nos ctes? debat
1866
5. Varia
5.1. Zeedierennieuws Belgische kust
5.2.
Tsunami waarschuwingssysteem bewijst effectiviteit
5.3. Algen sterven in zee door virusinfecties
5.4. Doctoraatsverdedigingen
1. KALENDER
1.1. WERELDCONFERENTIE OVER MARIENE BIODIVERSITEIT
Van 11 tot 15 november 2008 zal
Valencia (Spanje) het schouwtoneel zijn van een wereldconferentie over mariene
biodiversiteit. Het Europese Netwerk of Excellence on Marine Biodiversity and
Ecosystem Functioning (MarBEF) is hoofdorganisator van het evenement (www.marbef.org/worldconference/). Vragen
en themas die aan bod zullen komen zijn: Hoever staan we in onze kennis van de
mariene biodiversiteit? Welke rol speelt ze in het functioneren van het mariene
ecosysteem? Welke is haar socio-economische waarde? Welke bedreigingen kent de
mariene biodiversiteit nu en in de toekomst? Welke middelen en strategien
kunnen een oplossing bieden voor het duurzaam beheer van de mariene
hulpbronnen? Welke zijn de onderzoeksthemas van de toekomst betreffende
mariene biodiversiteit?
Denk je een wetenschappelijke bijdrage te kunnen leveren? Abstracts voor
posters en presentaties worden verwacht tegen 1 februari 2008.
1.2. DE HAVEN VAN
ANTWERPEN, EEN GASTRONOMISCH LAPPENDEKEN
Het Havencentrum Lillo ontwikkelde een nieuwe thema-excursie voor
socio-culturele verenigingen en bedrijven onder de noemer: De haven, een
gastronomisch lappendeken. Het neemt de groep, getooid in veiligheidsjasjes en
helmen, mee vanaf het Havencentrum Lillo door de haven op rechter- en
linkeroever. Men toont je verschillende voedingsgebonden laad-, los- en
opslagactiviteiten (kruiden, koffie, banaan, ...), maar ook natuur in de
polders en natuurcompensatiegebieden komen aan bod (vogel- en habitatgebieden,
krabbenvangers en herders, welen, ...). Over de middag wordt gestopt in het
beroemde truckersrestaurant Routier, waar intercultureel gekookt wordt en de
chef-kok getuigt met gastronomische zeemansverhalen. De excursie toont je voor
25 EUR per persoon een haven vol smaak, geuren en kleuren en poogt hiermee
het maatschappelijk draagvlak van de Antwerpse haven te vergroten. Bedrijven en
verenigingen kunnen boeken bij het Havencentrum Lillo (reservaties@havencentrum.be). Meer informatie
bij didactisch medewerker Dirk Brentjens (dirk.brentjens@havencentrum.be of 03-569 90
12).
1.3. LEZINGEN IN DE NACHTEGAAL
Voor (natuur)gidsen, leerkrachten, NME-werkers en al wie wat meer wil weten
over de zee en kust organiseert het Vlaamse bezoekers- en Natuureducatiecentrum
De Nachtegaal in De Panne regelmatig lezingen over de meest uiteenlopende
zee- en kustonderwerpen. Ook op 28 november en 5 december (19.30 uur). De
lezingen zijn gratis, maar inschrijving is verplicht via nachtegaal.anb@vlaanderen.be of 058-42 21 51.
Zeevogels krijgen we moeilijk te zien, maar toch zijn ze talrijk aanwezig in
het Belgisch deel van de Noordzee. Waar houden ze zich op? Met hoeveel zijn ze
en welke problemen ondervinden ze? Op deze en andere vragen geeft Eric Stienen,
vogelspecialist werkzaam op het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO),
je antwoord op 28 november.
Op 5 december neemt Willem Lanszweert, conservator van het Nationaal
Visserijmuseum in Oostduinkerke, je mee in zee met de Vlaamse IJslandvaarders
van weleer. Wie waren die stoere bonken? Waarom kozen ze het ruime sop? Je mag
je verwachten aan een aangrijpend verhaal met opgetekende getuigenissen van
IJslandvaarders en een projectie van oude beelden. Een verhaal over ijzeren
mannen op houten schepen, werkend in barre omstandigheden.
1.4. WELK ONDERZOEK IS
NODIG OM OLIESLACHTOFFERS OP ZEE TE VERMIJDEN?
Bij een olieramp op zee zijn vogels en zeezoogdieren vaak het slachtoffer.
Reddingsoperaties worden dan in allerijl opgestart. Experten, samen met
talrijke vrijwilligers, proberen de dieren weer op te knappen. Het succes van
deze acties is vaak afhankelijk van de ervaring van de mensen ter plekke,
waarbij ze kunnen rekenen op een transatlantisch netwerk van reddingswerkers,
veeartsen en cordinatoren binnen de organisatie Sea Alarm. Toch blijkt stevig
gefundeerde wetenschappelijke kennis vaak nog schaars of te ontbreken... Denk
hierbij aan de monitoring van zeevogels en zeezoogdieren (tellingen, populatiedynamica,
voedselecologie), soortspecifieke veterinaire kennis, beoordelingskaarten met
aanduiding van prioritair te beschermen zones, etc.
Het Europese RIOS-project (Reducing the Impact of Oil Spills) organiseert van
17 tot 19 april 2008 een workshop in Albufeira (Portugal). Hier worden
wetenschappers, veeartsen, experten in vogel- en zeezoogdierenopvang, overheden
en ngos, bedrijven in de olie-industrie en scheepvaart, en mariene
wetenschapscommunicatoren verwacht. Bedoeling is om tot een actieplan te komen
dat het toekomstig onderzoek in deze materie vorm moet geven. Meer informatie
bij Claudia Jesus-Rydin (claudia.jesus-rydin@nordeconsult.com)
of Hugo Nijkamp (nijkamp@sea-alarm.org).
2. PUBLICATIES
2.1. REDE PROVINCIEGOUVERNEUR MET FOCUS OP
KUST & ZEE
West-Vlaanderen en de Noordzee zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De
Noordzee biedt veel opportuniteiten, maar kan tevens een bedreiging vormen en
West-Vlaanderen confronteren met scheepsrampen en overstromingen. De Rede door
de provinciegouverneur Paul Breyne, die op 2 oktober werd voorgesteld ter
gelegenheid van de opening van het provinciaal werkjaar, geeft een beschrijving
van de verschillende aspecten van zee en kust: wonen en werken aan de kust,
landbouw, visserij en aquacultuur, transport, scheepvaart en havens,
toerisme, cultuur en erfgoed, ontginning van grondstoffen, duurzame
energie en waterwinning. De rede werd samengesteld door het Cordinatiepunt
Duurzaam Kustbeheer en het VLIZ, i.s.m. andere actoren. Ze is te downloaden via
www.vliz.be/vmdcdata/imis2/imis.php?module=ref&refid=114957
of aan te vragen in gedrukte versie bij Ann-Katrien Lescrauwaet (annkatrien.lescrauwaet@vliz.be of 059-34 21
46).
De provinciegouverneur stelde tijdens zijn rede voor om de site aan de
voormalige Oostendse vismijn, met zijn gerenoveerde pakhuizen en omgeving, de
merknaam InnovOcean te geven. Het is de locatie waar de Kustwacht, het Vlaams
Instituut voor de Zee (VLIZ) en het Cordinatiepunt Duurzaam Kustbeheer
gevestigd zijn, legde de gouverneur uit. Daar zijn verder ook het Provinciaal
Ankerpunt Kust en het oceanografisch datacentrum van UNESCO ondergebracht.
Binnenkort volgen twee Europese organisaties: de Marine Board van de European
Science Foundation en de European Fisheries and Aquaculture Research
Organisation (EFARO). Het is tijd om deze bruisende site onder n noemer te
plaatsen. InnovOcean is een naam die de belofte van innovatie, dynamiek en
excellentie voor de toekomst inhoudt.
2.2. WORDEN DOLFIJNEN VERLIEFD?
Natuurpunt lanceerde i.s.m. Clavis Uitgeverij het leuke kinderboek Worden
dolfijnen verliefd?. Gellustreerd met veel tekeningen en fotos geeft deze
publicatie antwoorden op 101 vragen van kinderen over dolfijnen. Om er enkele
te noemen: Waarom lacht een dolfijn altijd? Hebben dolfijnen vrienden? Worden
ze zeeziek? Slapen ze? Waar gaan ze naar het toilet? Waarom stranden dolfijnen?
En natuurlijk ook de hamvraag: Worden dolfijnen verliefd? De antwoorden komen
van Vlaamse en Nederlandse wetenschappers, de toegewijde trainers van het
Boudewijn Seapark dolfinarium en de jeugdauteur gespecialiseerd in dol-fijne
verhalen: Patrick Lagrou. Het boek is te koop in alle Standaard boekhandels en
de Natuurpunt winkel (www.natuurpunt.be/default.asp?ID=22).
De lancering viel samen met de aanvang van de week van de dolfijn (10-17
oktober). Onder het motto Wij laten de dolfijnen niet stikken werkten 170
scholen die week rond het internationale Jaar van de Dolfijn. Meer dan 3.800
kleuters en leerlingen van het lager onderwijs werden ondergedompeld in de wereld
van dolfijnen. Vele scholen dragen hun steentje bij door geld in te zamelen
voor het Dolphin Fund, waarmee natuurbeschermers, overheden en wetenschappers
projecten zullen opzetten ter bescherming van deze dieren in onze Noordzee en
wereldwijd. Met deze acties nadert het Jaar van de Dolfijn haar apotheose. Op 4
november volgt een spetterend slotfeest in de Vismijn in Nieuwpoort (let op de
veranderde locatie!).
2.3. NIEUWE VISWIJZER
Stichting De Noordzee, de milieuorganisatie achter de campagne Goede vis,
beoordeelt jaarlijks vissoorten op duurzaamheid en voorziet ze van een groene,
oranje of rode score. Ze hebben zopas een nieuwe viswijzer gelanceerd i.s.m.
WWF (te downloaden van op www.goedevis.nl).
Op een kaartje in portemonneeformaat kunnen consumenten voor de 60
belangrijkste vissoorten zien welke soorten ze prima kunnen eten en welke ze
beter even niet kunnen eten, omdat de populatie in moeilijkheden verkeert. De
visstanden kunnen per jaar verschillen. Daarom is het belangrijk elk jaar
opnieuw de soorten te beoordelen en de consument daarover te informeren.
De nieuwe beoordelingen laten vooral negatieve verschuivingen zien. Soorten als
poon, mul, mossel en IJslandse kabeljauw evolueerden van groen naar oranje,
geelvintonijn en wijting van oranje naar rood. De octopus is de enige soort die
gunstig gevolueerd is van rood naar oranje.
Aan de verschuivingen valt op dat beheermaatregelen belangrijk zijn om een
goede score te houden. Zo stond de mul vorig jaar nog in het groen, maar staat
nu in oranje wegens gebrek aan beheer. De mul trekt vanuit de zuidelijkere
Atlantische Oceaan steeds verder de Noordzee in. Door vissers wordt er de
laatste jaren op gevist, maar er is geen quotum of andere vorm van beheer.
"Willen we ervoor zorgen dat deze soorten groen blijven, dan is het
noodzaak ook voor 'nieuwe' soorten direct goede beheermaatregelen te nemen. Dat
is de basis voor een duurzame visserij met een gezond
toekomstperspectief," aldus Christien Absil van Stichting De Noordzee.
2.4. BELGISCH MARIEN ONDERZOEK SINDS DE
JAREN 70
Op de pas gelanceerde pagina www.belspo.be/belspo
van het Federaal Wetenschapsbeleid valt heel wat te ontdekken over het
Belgische marien onderzoek. Je krijgt er een overzicht vanaf de eerste
gecordineerde onderzoeksactie Project Zee uit het begin van de jaren 70 tot
de meest recent gelanceerde fase binnen het Science for a Sustainable
Development programma.
De site vestigt ook de aandacht op twee pas verschenen werken. In Visions for
a Sea Change bundelen Charles Esher en Fanny Douvere de bevindingen van de
eerste internationale workshop over Ruimtelijke Planning op zee (MSP of Marine
Spatial Planning), gehouden in Parijs in november 2006 en gezamenlijk
georganiseerd door de Intergovernmental Oceanographic Commission (IOC) en het
Man and Biosphere Programme (MBP). Bedoeling was om goede voorbeelden uit de
praktijk van het ecosysteem-gebaseerde beheer van zeegebieden te delen met een gemeenschap van wetenschappers en
ruimtelijke planners en ze te gebruiken als basis voor het bepalen van
toekomstige acties en richtlijnen. De Belgische situatie geldt als n van deze
goede voorbeelden!
Het boek Science and Sustainable Management of the North Sea: Belgian Case
Studies werd samengesteld door Jan-Bart Calewaert en Frank Maes (Maritiem
Instituut van de Universiteit Gent) en geeft een gentegreerd beeld van de
resultaten van vier mariene onderzoeksprojecten uit een eerdere fase (VI) van
het Federaal Noordzeeprogramma: TROPHOS, MAREBASSE, BALANS en GAUFRE. Het
rapport geeft je op een wetenschappelijke, maar toegankelijke manier inzicht in
de conclusies van elk van deze projecten, zonder in teveel detail te vervallen.
Het is bedoeld voor alle onderzoekers die op de Noordzee werken, evenals voor
beleidsmakers en andere eindgebruikers.
3. VACATURES, BEURZEN
EN FONDSEN
3.1. UNESCO/IOC PROJECT OFFICE FOR IODE
ZOEKT EEN INFORMATICUS
Het projectkantoor voor IODE van UNESCO-IOC in Oostende zoekt een recent afgestudeerde informaticus, ingenieur of oceanografisch databeheerder (MSc niveau of hoger) met minder dan 2-4 jaar ervaring voor tijdelijke in diensttreding.
De geselecteerde kandidaat zal de ploeg van het projectkantoor bijstaan in het ontwikkelen en onderhouden van web-based data- en informatieproducten. Ook wordt verwacht dat de kandidaat assisteert bij de internationale trainingen in data- en informatiebeheer en gerelateerde online trainingsinstrumenten die het projectkantoor regelmatig in Oostende organiseert. Interesse in nieuwe technologien en oceanografisch databeheer strekken tot aanbeveling. Goede kennis van het Engels is noodzakelijk, evenals een van de andere vaak gebruikte UNESCO/IOC-talen (Frans, Spaans of Russisch). Lees de uitgebreide vacature op www.iode.org/news. Meer info bij Peter Pissierssens (p.pissierssens@unesco.org of 059-34 01 58). Solliciteren kan tot 1 december.
3.2. BEURZEN SIR ALISTER HARDY
FOUNDATION FOR OCEAN SCIENCE
De Sir Alister Hardy Foundation for Ocean Science (SAHFOS) in Plymouth
verzamelt sinds 1931 planktonstalen in de Noord-Atlantische oceaan en de
Noordzee (CPR Continuous Plankton Recording). Op basis van deze unieke
dataset kunnen ecologische en biogeografische veranderingen nauwgezet gevolgd
worden. Denk maar aan de effecten die klimaatswijziging, vervuiling of visserij
veroorzaken. Maar er zijn nog veel andere toepassingen te bedenken...
Om onderzoekers aan te moedigen met deze lange tijdsreeks aan de slag te gaan
tijdens het kalenderjaar 2008, schrijven ze beurzen uit voor Associated
researchers. Van hen wordt verwacht dat ze nauw samenwerken met SAHFOS
medewerkers en direct of indirect CPR data publiceren. Meer info? www.sahfos.ac.uk/assoc-researcher-details.htm
3.3. RALPH BROWN EXPEDITION AWARD
De Royal Geographical Society
verenigt geografen van over de hele wereld. In het nalatenschap van Ralph
Brown, bekend om zijn expedities van gevaarlijke rivieren gebruik makend van
jet boats, schrijft de Society
jaarlijks een Award uit van GBP 15.000 voor de leider van een
wetenschappelijke expeditie in het mariene milieu (koraalriffen, ondiepe zeen,
). Dus plan je binnenkort een
expeditie van 4-6 weken en ben je ervan overtuigd dat het project van dienst is
voor de lokale gemeenschap? Neem dan een kijkje op www.rgs.org/ralphbrownexpeditionaward.
Voorwaarde is wel dat je lid bent van de Society. Solliciteren kan nog tot 30
november 2007.
3.4. AWARD DUURZAAM KUSTPROJECT 2008
Ben jij actief aan de kust? Heb je een project met oog op de toekomst en met
aandacht voor duurzaamheid? Net als vorig jaar schenkt het Cordinatiepunt
Duurzaam Kustbeheer dit label aan bedrijven en projecten die duurzaamheid hoog
in het vaandel dragen. Dankzij de Awards wordt hun bekendheid vergroot, hun
profiel versterkt en meer knowhow verworven over het duurzame beheer van onze
kust. De projecten mogen uitgaan van bedrijven, alsook van verenigingen of
overheidsinstanties. Stuur je aanvraag in voor 15 december! Meer info op www.dekustkijktverder.be of bij Sylvia
Theunynck (sylvia.theunynck@kustbeheer.be
of 059-34 21 47).
4. BELGISCH MARIEN ONDERZOEK IN DE
KIJKER
4.1.
UITDAGINGEN VOOR TOEKOMSTIG GENETISCH ONDERZOEK IN DE EUROPESE PALING
Het gaat niet goed met de
Europese paling. Zijn huidige stock wordt geschat op amper 1 % van het
niveau van 1960. De soort heeft meerdere kenmerken die hem vatbaar maken voor
overbevissing: ze groeien traag en worden oud (als ze niet opgevist worden), ze
paaien laat in hun levenscyclus, ze produceren al hun nakomelingen in n keer
en ze migreren over grote afstanden (vanuit de Europese rivieren naar de
Sargasso Zee aan de andere kant van de Atlantische oceaan). Maar ook de mens
draagt zijn steentje bij in de ondergang van deze soort: overbevissing op
adulten en de jonge glasaal, vernietiging van zijn habitat, blokkeren van zijn
doortrekroutes, vervuiling, klimaatswijziging en de ermee gepaard gaande
veranderingen in de oceaanstromingen,...
De Europese Commissie heeft recent een actieplan voor de Europese paling
voorgesteld, met als hoofddoel het versterken van de terugkerende paaipopulatie
in de Sargasso Zee. Elk land moet hiervoor nationale beheersplannen opstellen.
Verder werd de Europese paling onlangs toegevoegd aan Appendix II van de CITES
Rode Lijst van Bedreigde Soorten. Zo kan de handel in de soort beperkt worden,
iets wat van belang is voor het aan banden leggen van de grootschalige export
van levende glasaal vanuit Europa naar het verre oosten.
Om de Europese paling beter te beschermen, is het ook belangrijk om de
genetische diversiteit te behouden, een betere uitzettingsstrategie te
cordineren en een succesvolle artificile reproductie te realiseren. In hun
recente overzichtsartikel (www.vliz.be/vmdcdata/imis2/imis.php?module=ref&refid=116129)
bepleiten Gregory Maes en Filip Volckaert (KULeuven) de mogelijkheden voor een
beter gebruik van de genetica in toekomstige beheersvoorstellen voor de paling.
Ze vinden dat studies van de levensgeschiedenis voor Europese paling rekening
moeten houden met genetische consequenties. Ook zien ze grote voordelen in het
synthetiseren van de meest recente genetische kennis van deze sterk achteruitgaande
soort.
4.2. VAKER VIS ETEN IS GEZOND, TE VAAK
VIS ETEN NIET
In de jaren 60-70 bracht onderzoek naar het voedingspatroon van eskimos aan
het licht dat zij, ondanks hun vet- en cholesterolrijk dieet, weinig hart- en
vaatziekten vertonen. Het hoog gehalte aan omega-3 vetzuren in mariene
producten bleek de heilbrenger. Nu is men het erover eens dat twee keer per
week vette vis eten nodig is voor een voldoende opname van omega-3 vetzuren.
Dit kan ook door te variren tussen vette en magere vis, maar dan moet vis drie
keer per week op het menu staan. In haar doctoraatsverhandeling schrijft
Isabelle Sioen (www.vliz.be/vmdcdata/imis2/imis.php?module=ref&refid=116136)
dat bij de gemiddelde Vlaamse kleuter, adolescent en jonge vrouw de aanbeveling
voor deze vetzuren ver beneden de aanbevelingen ligt en dat consumptie van vis,
schaal- en schelpdieren hier zou moeten gestimuleerd worden. Temeer omdat
visproducten tegelijkertijd ook de inname van vitamine D verhogen en een gezond
alternatief vormen voor vleeswaren, meestal rijk aan verzadigde vetzuren. Wel
is het belangrijk om te weten dat de inname van dioxineachtige polluenten de
grenswaarde kan bereiken, wanneer men per week drie porties of meer vette vis
eet (zoals zalm, haring of sardines). Temeer omdat in het dieet ook andere
bronnen van dioxineachtige stoffen aanwezig zijn. Kwik in onze vis blijkt dan
weer geen toxicologische risicos meer in te houden.
4.3. LE POISSON DEVIENT-IL PLUS RARE
SUR NOS CTES? DEBAT 1866
Met deze vraag
begint Pierre-Joseph Van Beneden in 1866 zijn rapport over de Belgische
zeevisserij aan het Parlement. Immers, op aanstichten van Pieter Bortier, een
lokale mecenas, had in 1864 een delegatie vissers uit De Panne een oproep
gelanceerd aan de regering om snel de visserij voor onze kust te reglementeren
pour empcher la destruction du fretin (= juveniele vis) sur nos ctes.
Datzelfde parlement gaf daarom opdracht om de toestand van de hele Belgische
visserijsector grondig te onderzoeken. Van Beneden beperkte zich dus niet tot
de klachten en de situatie in De Panne, maar ondervroeg ook vissers en reders
in Nieuwpoort, Oostende, Blankenberge, Heyst, Nederland, Engeland en Schotland.
Tenslotte consulteerde hij zijn collega-wetenschappers op een visserijcongres
in Noorwegen.
In het weinig gekende rapport, dat hij voor de Kamercommissie bracht, staan wel
heel verrassende conclusies, zeker uit de pen van een internationaal
gerespecteerd bioloog. Van Beneden stelt dat alles in orde is met de
Noordzeevis, dat de mens weinig of geen invloed gehad heeft, en ook nooit zal
hebben op de enorme vruchtbaarheid en productie van de zee. Hij argumenteert
dit met het voorbeeld van de enorme aantallen geproduceerde viseieren, en met
de bewering dat enkele scholen vraatzuchtige vissen meer larven en juvenielen
wegkapen, dan de hele Europese vissersvloot in de Noordzee in n jaar kan
vernietigen.
De klachten over verminderde vangsten vergelijkt hij met wat oudere mensen
beweren over het weer: vroeger hadden we nog chte zomers en vreselijke
winters, net zoals de oude vissers zich alleen de grootste vangsten
herinneren... Verder maakt hij ook brandhout van de andere argumenten, zoals
het vernielen van de broedplaatsen voor jonge vis door sleepnetten. Van Beneden
pleit zelfs voor het oprichten van een fonds om de hele vloot met plankennetten
of chaluts uit te rusten, in plaats van de tot dan toe gebruikte stroopnetten
(passieve vismethode).
Tenslotte pleit Van Beneden voor een deregulering van de Belgische visserij
naar Hollands voorbeeld, want sinds de Hollandse visserij volledig vrij
geworden was (in 1857)...tous les pcheurs [Hollandais] saccordent dire que
lon prend, au total, sinon plus de poisson quautrefois, au moins autant..
Het is een vreemde kronkel om op basis van uitspraken van enkele vissers uit
Scheveningen en Katwijk het hele visbestand in de Noordzee te evalueren... Het
rapport en andere bijdragen van deze commissie kan je digitaal terugvinden in ons
OMA-archief: www.vliz.be/vmdcdata/imis2/imis.php?module=ref&refid=77967
en www.vliz.be/vmdcdata/imis2/imis.php?module=ref&refid=77961.
5. VARIA
5.1.
ZEEDIERENNIEUWS BELGISCHE KUST
Elk jaar tijdens vaste periodes in de lente en in de herfst trekken
onderzoekers van de Sectie Milieumonitoring van het ILVO-Visserij erop uit voor
een campagne in het Belgisch deel van de Noordzee. Op vaste punten nemen ze met
het onderzoeksschip Belgica stalen van de sedimenten, bodemdieren (vnl.
wormen en schelpen) en van de vissen die dicht tegen de zeebodem vertoeven.
Met de 8-meter-garnalenkor werden op 4 oktober 2007, in de geul ten noordwesten
van de Oosthinder, enkele zeldzame gasten voor ons stukje Noordzee
bovengehaald, nl. dikrugtong (Microchirus
variegatus), goudbrasem (Sparus
aurata), zonnevis (Zeus faber) en
Engelse poon (Aspitrigla cuculus).
Noorse meun (Ciliata septentrionalis)
en vierdradige meun (Enchelyopus cimbrius)
werden sinds 2006 meerdere keren waargenomen in het offshore gedeelte van het
Belgisch Continentaal Plat. Ook werden enkele exemplaren van gladde haai (Mustelus mustelus), gevlekte gladde haai
(Mustelus asterias) en stekelrog (Raja clavata) gevangen ter hoogte van de
Vlakte van de Raan en de Gootebank. Het warme nazomerweer ligt waarschijnlijk
aan de basis van deze zomerse waarnemingen voor onze Belgische kust tijdens
deze herfstcampagne.
Tenslotte werd in de hoofdvaargeul ten westen van de Hinderbanken en in de
buurt van de Buitenratel telkens een kortsnuitzeepaardje (Hippocampus guttulatus) bovengehaald. Verder werden in de nacht van
3 op 4 oktober hoge aantallen bioluminescerende ribkwalletjes waargenomen in
het opspattende water, terwijl in de daaropvolgende nacht vooral kompaskwallen
langsheen het onderzoeksschip passeerden.
5.2. TSUNAMI WAARSCHUWINGSSYSTEEM BEWIJST EFFECTIVITEIT
Op 12 en 13 september 2007 werd Indonesi andermaal getroffen door een aantal
zware aardbevingen, de sterkste sinds de grote tsunami in 2004. Het epicentrum
van de beving bevond zich in het zuidwesten van Sumatra. Onmiddellijk werden
door het Pacific Tsunami Warning Center in Hawa verschillende tsunamiberichten
uitgestuurd voor het gebied van de Indische Oceaan. In afwachting van de
oprichting van een Tsunami Warning Center voor de Indische Oceaan neemt het
Pacific Tsunami Warning Center deze taak op zich.
Een serie van tsunami golven bereikte reeds vrij snel na de beving de kuststad
Padang. De golfhoogte was relatief beperkt, zodat de schade ook beperkt bleef.
In de daaropvolgende uren werden de sterk afgezwakte golven tot Colombo in Sri
Lanka en de Seychellen waargenomen.
Op de website van het Sealevel station (www.sealevelstation.net) kon de
tsunami live gevolgd worden (kies het station Padang, stel de starttijd in
op 11.09.2007 en kies een grafiek voor een periode van 3 dagen). Deze webtool
is ontwikkeld door het UNESCO/IOC Project Office for IODE en het VLIZ in
Oostende i.s.m. het Pacific Tsunami Warning Center in Hawa. Het toont de
getijden in het gebied van de Indische Oceaan. Een netwerk van getijmeters
stuurt via de satelliet in near-real time gegevens door. Aan de hand van de
gegevens uit de getijmeters kan de ernst en de impact van de golf onmiddellijk
gevalueerd worden. Dit initiatief kwam tot stand na de verwoestende tsunami
van 26 december 2004 met steun van de Vlaamse overheid en bleek effectief te
werken!
5.3. ALGEN STERVEN IN ZEE DOOR
VIRUSINFECTIES
Encellige algen (fytoplankton)
vormen de basis van de mariene voedselketen. Traditioneel worden begrazing van
de algen door dierlijk plankton en bezinking naar diep water en de zeebodem als
de belangrijkste oorzaak van fytoplanktonsterfte gezien. Maar onderzoekers van
het NIOZ vonden dat algen ook in belangrijke mate sterven door een infectie met
virussen. Na infectie zal het virus de gastheer aanzetten tot het maken van
nieuwe virusdeeltjes. Uiteindelijk barst de gastheer open en de nieuwe virussen
komen vrij in zee. Als er dan nog steeds voldoende algen van de gevoelige soort
aanwezig zijn, zal de cyclus zich herhalen.
De invloed van virusinfecties bleek groter in voedselrijkere wateren dan in
voedselarme zeen. Daarnaast is de soort alg van grote invloed op de
gevoeligheid voor virussen. Virussen bleken bijvoorbeeld in belangrijke mate
verantwoordelijk voor het instorten van voorjaarsbloei van de schuimalg Phaeocystis globosa in het Nederlandse
kustwater. P. globosa kan voorkomen
als losse cellen van ongeveer 0,0005 mm in diameter en als tot 1 cm
grote kolonies met vele duizenden cellen in een slijmachtig omhulsel. De losse
cellen werden veel gemakkelijker genfecteerd dan de kolonies.
Als een algencel wordt genfecteerd door een virus, komt de celinhoud
uiteindelijk in zee vrij als dood organisch materiaal, dat weer wordt
afgebroken door bacterin in het zeewater. De directe doorstroming naar de
hogere trofische niveaus (via begrazing door het zooplankton) is hierbij dus
onderbroken. Echter, in gebieden met een tekort aan voedingsstoffen kan de
sterfte van algen toch weer wel bijdragen aan de productie van het ecosysteem.
Tijdens het verteren van de vrijgekomen celinhoud door bacterin komen namelijk
elementaire voedingszouten vrij, die weer door andere algen gebruikt kunnen
worden.
Op 5 september doctoreerde Maria Da Assuno De Carvalho Soares Franco aan de Sectie Mariene Biologie van de Universiteit Gent (promotor prof. dr. Magda Vincx) met het werk Nematode response to changing food conditions in shallow marine and estuarine sediments.
Op 14 september 2007 verdedigde Ibrahim Chikira Mjemah zijn proefschrift met de titel Hydrogeological and Hydrogeochemical Investigation of a Coastal Aquifer in Dar-es-Salaam en haalde daarmee de graad van doctor in de Geologische Wetenschappen aan de Universiteit Gent (promotor prof. dr. Kristine Walraevens). Hij bestudeerde de hoeveelheid en de kwaliteit van het grondwater in niet-geconsolideerde quartaire sedimenten in de Tanzaniaanse kustvlakte.
Aan de Vrije Universiteit Brussel (Laboratorium Analytische en Milieuchemie prof. Willy Baeyens) behaalde Sandra De Galan op 20 september haar doctorstitel voor het verdedigen van het werk Dissolved nitrogen in two contrasting marine ecosystems. In de thesis werden de nutrintenbeschikbaarheid en productiviteit vergeleken tussen de sterk door de mens benvloede Noordzee en de relatief ongestoorde noordwest-Iberische marge. Hiervoor werd een nieuwe techniek ontwikkeld, genaamd de microgolfovendigestie.
Tom Pauwels van het Departement Transport en Ruimtelijke Economie aan de Universiteit Antwerpen (Faculteit Toegepaste Economische Wetenschappen) verdedigde op 2 oktober zijn doctoraat over de Modellering van het goederenvervoer in Belgi. Analyse van de vervoerswijze, het transitvervoer en de relatie met de economie (promotor Eddy Van De Voorde).
Op 4 oktober was het de beurt aan Isabelle Sioen. Ze bestudeerde The Nutritional-Toxicological Conflict related to Seafood Consumption en haalde daarmee de graad van doctor in de Medische Wetenschappen. Haar onderzoek bundelt de expertise van zowel de vakgroep Maatschappelijke gezondheidskunde van de Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen (promotor prof. dr. Stefaan De Henauw) als deze van de vakgroep Voedselveiligheid en voedselkwaliteit van de Faculteit Bio-Ingenieurwetenschappen (dr. John Van Camp).
Mercury, methylmercury and other heavy metals in a marine ecosystem Case study: Persian Gulf and Caspian Sea is de titel van het proefschrift waarmee Homira Agah aan de Vrije Universiteit Brussel (Laboratorium Analytische en Milieuchemie prof. Willy Baeyens) op 22 oktober haar doctoraat verdedigde. Het bundelt haar analyses naar de accumulatie van zware metalen aanwezig in vis, menselijk haar en mariene sedimenten in de Perzische Golf en de Caspische Zee.
DISCLAIMER
VLIZINE heeft als doel informatie te verstrekken. Eventuele standpunten zijn
die van de auteurs en stemmen niet noodzakelijk overeen met die van het VLIZ.
Het VLIZ is niet verantwoordelijk voor enige schade opgelopen ten gevolge van
foutieve of verkeerd genterpreteerde informatie in dit e-zine, noch voor de
inhoud van websites waarnaar verwezen wordt. Uw adres opgenomen in onze e-zine
rondzendlijst wordt niet aan derden doorgegeven zonder uw toestemming en wordt
niet gebruikt voor commercile doeleinden.
COPYRIGHT
Copyright 2007 Vlaams Instituut voor de Zee. Delen uit dit e-zine mogen in
andere publicaties worden overgenomen, maar uitsluitend met bronvermelding.
Deze publicatie mag wel in haar geheel ter kennismaking worden doorgestuurd
naar derden.
LID
WORDEN VAN HET VLIZ KAN
Meer info vindt u op onze website.
WEBSITE
http://www.vliz.be
VLIZ
Vlaams Instituut voor de Zee vzw
Flanders Marine Institute
Wandelaarkaai 7, 8400 Oostende, Belgium
Tel. +32/(0)59 34 21 30
Fax +32/(0)59 34 21 31
http://www.vliz.be