Oudere artikels (periode 2000-2020) worden weergegeven in hun oorspronkelijke opmaak.
Je zocht naar een artikel uit een van de oudere jaargangen uit ons archief, toen deze nieuwsbrief nog VLIZINE heette (periode 2000-2020). De oudste nieuwsbrieven werden niet geoptimaliseerd voor weergave op deze website, daarom zie je ze nog in hun oorspronkelijke opmaak.
VLIZINE jrg. 2, nr. 4 (april 2001)
jrg. 2, nr. 4 (april 2001)
Hét e-zine met praktische informatie
over onderzoek en beleid door en voor Vlaamse mariene wetenschappers.
Deze gratis on line uitgave van het Vlaams
Instituut voor de Zee vzw verschijnt maandelijks en wordt verspreid onder
alle geïnteresseerden.
V.U.: Jan Mees
Redactie: Jan Seys
Reacties naar jan.seys@vliz.be
Het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ) wil
via dit e-zine maandelijks informeren over de eigen activiteiten en die
van onderzoeks- en beleidsgroepen in Vlaanderen actief in de mariene en
kustgebonden wetenschappen. Alle nuttige informatie van uw kant (zoals
vacatures, nieuwe projecten, vraag voor samenwerking, interessante symposia,
etc.) wordt graag ingewacht om in het eerstvolgende VLIZINE te worden opgenomen.
Dit bericht bereikt u via de VLIZINE rondzendlijst. Om u uit te schrijven,
stuur een e-mail naar info@vliz.be met
in de subjectline: unsubscribe VLIZINE. Inschrijven op dezelfde manier
met vermelding: subscribe VLIZINE. Archieven van dit e-zine zijn raadpleegbaar
via deze link.
INHOUD
1. Kalender
1.1. MareLac: een nieuwe
MSc specialisatiecursus in mariene en lacustriene wetenschappen aan de
universiteit Gent
1.2. Een groots evenement
voor de larvicultuur: Larvi 2001
1.3. Naar een duurzame
zeevisserij: een symposium georganiseerd door FAO en de regering van IJsland
1.4. De grootste schelpenshow
en beurs ter wereld dit weekend te Antwerpen
1.5. Een symposium over
het rijke leven in de extreme condities van onderzeese kraters: snel registreren
is de boodschap
2. Publicaties
2.1. Windturbines op zee:
een special over dit onderwerp
2.2. De Schelde: een aanhoudende
stroom informatie
2.3. Veelzijdige portaalsite
over mariene wetenschappen en technologie
2.4. Marien-biologische
website voor Amerikaanse studenten
3. Vacatures
3.1. Manager gezocht voor
Marien Datacenter in Iers Marien Instituut
3.2. Laboratorium Hydraulica
Leuven zoekt twee nieuwe vorsers
4. Varia
4.1. Coastwatch ontleedt
de aangespoelde afvalstroom op het strand
4.2. Zeehonden en dolfijnen
hebben het aan onze kust niet onder de markt
4.3. Strandwaterkwaliteit
en veiligheid: het Blauwe Wimpel programma
4.4. Doctoraatsverdediging
5. Vraagbaak de Zeeloods
1.1. MARELAC: EEN NIEUWE MSC SPECIALISATIECURSUS IN MARIENE EN LACUSTRIENE WETENSCHAPPEN AAN DE UNIVERSITEIT GENT
Het komende academiejaar 2001-2002 start aan de Universiteit Gent een
multidisciplinaire specialisatiecursus Advanced studies in Marine and
Lacustrine Sciences, afgekort MARELAC. Deze MSc cursus, gedoceerd in het
Engels, wordt georganiseerd door prof. Ann Vanreusel en dr. Vera Van Lancker
en besteedt aandacht aan een zeer breed gamma aspecten van biologie, geologie,
ingenieurswetenschappen en recht. Tijdens een eerste semester worden cursussen
gedoceerd (één verplichte module, drie pakketten waaruit
kan worden gekozen), het tweede semester staat in het teken van een eindverhandeling.
De input van experten in diverse aspecten van mariene ecosystemen en grote
meren, zowel van binnen als van buiten de plaatselijke universiteit garandeert
een hoog opleidingsniveau.
Het programma, de toelatingsvoorwaarden en registratievereisten zijn
terug te vinden op: http://allserv.rug.ac.be/~avreusel/MScMarelac
1.2. EEN GROOTS EVENEMENT VOOR DE LARVICULTUUR: LARVI 2001
Van 3 tot 6 september 2001 vindt te Gent het LARVI 2001 symposium plaats,
een groots evenement voor onderzoekers en producenten van zoetwater- en
mariene vis- en schelpdierlarven. Sinds het eerste LARVI symposium in 1991
is immers heel wat vooruitgang geboekt in verschillende disciplines van
het larvicultuuronderzoek. De organisatoren van deze bijeenkomst - de professoren
Patrick Sorgeloos (Laboratorium voor Aquacultuur en Artemia Reference Center,
Univ. Gent), Frans Ollevier (Laboratorium voor Aquatische Ecologie, Univ.
Leuven) en Yngvar Olsen (Trondheim Biological Station, Noorwegen) hebben
uit meer dan 250 proposals uit 50 landen een programma gedestilleerd met
40 voordrachten, vier poster discussie sessies en een workshop. Aansluitend
op dit symposium organiseert Patrick Lavens (INVE) een seminarie met als
thema: A focus on important commercial aspects of fish larviculture and
its future. Voor bijkomende inlichtingen omtrent LARVI 2001 kunt
u terecht op de larvi website (http://www.rug.ac.be/larvi).
1.3. NAAR EEN DUURZAME ZEEVISSERIJ: EEN SYMPOSIUM GEORGANISEERD DOOR FAO EN DE REGERING VAN IJSLAND
Het zal voor iedereen wel duidelijk zijn. Er is nood aan een duurzaam
visserijbeheer dat rekening houdt met het mariene ecosysteem en aldus de
garantie inbouwt dat ook toekomstige generaties van de vruchten van de
zee kunnen genieten. Dat ook FAO (Food and Agricultural Organisation) en
visserijlanden als IJsland en Noorwegen dit inzien, bewijst de organisatie
van een belangrijke conferentie te Reykjavik (Ijsland) van 1 tot 4 oktober
e.v., met als titel: The Reykjavik Conference on Responsible Fisheries
in the Marine Ecosystem.
Op deze meeting wil men wetenschappers, beleidsmakers uit de visserij
en het mariene ecosysteembeheer, groene jongens en vertegenwoordigers van
de industrie samenbrengen om de toekomst van de zeevisserij te bespreken.
Komen aan bod: 1) een overzicht van de beschikbare relevante kennis betreffende
het mariene ecosysteem, 2) een identificatie van methodes die ecosysteembelangen
integreren in het visserijbeheer, 3) een bespreking van toekomstige
uitdagingen en strategieën. Meer informatie vindt u op: http://www.refisheries2001.org
of http://www.fao.org of kunt u opvragen
via: grimur.valdimarsson@fao.org
1.4. DE GROOTSTE SCHELPENSHOW EN BEURS TER WERELD DIT WEEKEND TE ANTWERPEN
Met vertegenwoordigers uit 30 landen en schelpen van over gans de wereld,
claimt de Belgische Vereniging voor Conchyliologie dit weekend 5 en 6 mei,
de grootste schelpenshow en beurs ter wereld te openen. Het evenement
gaat door in de Sporthal Schijnpoort te Antwerpen (naast Sportpaleis) op
zaterdag (10-18u) en zondag (10-16u). Inkom: 50 BEF.
1.5. EEN SYMPOSIUM OVER HET RIJKE LEVEN IN DE EXTREME CONDITIES VAN ONDERZEESE KRATERS: SNEL REGISTREREN IS DE BOODSCHAP
Pas tien jaar na de eerste landing op de maan, bezocht een wetenschappelijke expeditie voor het eerst een hydrothermal vent of onderzeese vulkaan. Groot was de verbazing als bleek dat in deze extreme condities van hitte en chemische uitwasemingen die sindsdien op velerlei locaties ter hoogte van de mid-oceanische ruggen en elders zijn teruggevonden - een uitzonderlijk rijk bodemleven floreerde. De meer dan 600 soorten schelpdieren, garnalen, kokerwormen en andere levensvormen bleken nagenoeg alle endemisch voor dit zeer bijzondere habitat. De aangetroffen biomassas konden wedijveren met de meest productieve ecosystemen ter wereld. Vele ongewone vormen van samenleven (symbiose) bleken zich te hebben ontwikkeld in een ecosysteem dat gedragen wordt door chemoautotrofe bacteriën. Het zeer diverse en rijke microbiële leven wekt intussen de interesse van de farmaceutische industrie bepaalde bacteria kunnen mogelijks nieuwe nuttige enzymes en metabolieten vormen en stimuleert nieuwe theorieën over de oorsprong en evolutie van het leven op aarde.
Niet verwonderlijk dus dat specialisten van over de ganse wereld een
symposium organiseren rond dit thema (http://www.ifremer.fr/2ishvb).
Het tweede Hydrothermal Vents symposium vindt plaats van 8 tot 12 oktober
2001 in het Franse Brest, en wordt medegeorganiseerd door IFREMER.
Let wel: deadline voor registratie en insturen van abstracts is 15 mei
2001. Snelwezen dus!
2.1. WINDTURBINES OP ZEE: EEN SPECIAL OVER DIT ONDERWERP
Er zit duidelijk druk op de ketel om liefst zo snel mogelijk windmolens
te gaan plaatsen op de Noordzee en omliggende wateren. De British Crown
Estate eigenaar van de territoriale zeebodem in het Verenigd Koninkrijk
verleende zojuist een vergunning aan achttien ontwikkelaars om samen
540 turbines van 3 MW elk te installeren. De molens zouden in bosjes
van 30 worden geplaatst, vanaf 1,5 tot 10 kilometer uit de kust en met
een belangrijke concentratie in de Ierse Zee. Dat rond het plaatsen van
windmolens op zee het laatste woord nog niet is gezegd, moge blijken uit
de Wind Power Special gebracht in de laatste editie van de Coastal Guide
(http://www.coastalguide.org/windpower/index.html).
Een aanrader voor wie iets meer wil vernemen over een zeer actueel
onderwerp.
2.2. DE SCHELDE: EEN AANHOUDENDE STROOM INFORMATIE
Het Schelde estuarium is weer volop in de aandacht. Op 17 april jl. organiseerde de onderzoeksgroep Ecosysteembeheer van de Universitaire Instelling Antwerpen een studiedag over het onderzoeksprogramma OMES (Onderzoek Milieu-effecten Sigmaplan). De aanwezige schare Vlaamse en Nederlandse wetenschappers en beleidsmensen werden er letterlijk overspoeld door een vloedgolf aan onderzoeksresultaten die het beleid moeten toelaten het beheer van het Vlaamse deel van de getijde-Schelde beter te onderbouwen. Een brochure met de belangrijkste resultaten van dit onderzoek werd op de studiedag door de organisatoren verspreid.
Aan de Nederlandse zijde staat het Schelde InformatieCentrum (SIC) dan
weer borg voor een doorlopende informatieverstrekking over het estuarium
naar beleidslui, gebruikers, omwonenden en media. Dit centrum, fysisch
gevestigd op het RIKZ (Rijksinstituut voor Kust en Zee) te Middelburg,
werd in 1994 boven de doopvont gehouden met als initiële doel:
- meldpunt te zijn voor nieuwe plannen en activiteiten die in het kader
van het beleidsplan Westerschelde aangemeld moeten worden
- het bijhouden van de voortgang van het actieplan van het beleidsplan
Westerschelde
- de publicatie van een nieuwsbrief (de Schelde Nieuwsbrief) en een
knipselkrant
- de opzet van een literatuur- en informatiesysteem
Dit takenpakket werd in de loop van de jaren verder ontwikkeld, waarbij
als niet onbelangrijk punt de samenwerking met Vlaanderen verder werd geïntensiveerd.
Hoe SIC de nabije toekomst tegemoet ziet, kunt u lezen in hun Activiteitenplan
2001 of in het Beleids- en Activiteitenplan 2001-2004, op te vragen op
het Schelde InformatieCentrum (http://www.scheldenet.nl;
e-mail: sic@rikz.rws.minvenw.nl;
Tel.: +31/(0)118 672 293).
2.3. VEELZIJDIGE PORTAALSITE OVER MARIENE WETENSCHAPPEN EN TECHNOLOGIE
Marine science and technology.com (http://www.marinescienceandtechnology.com)
is een nieuwe portaalsite ten behoeve van professionals in het domein van
de mariene wetenschappen en technologie. De ontwerper van de site, Marine
Science and Technologies Ltd uit Southampton, wil op deze wijze zoveel
mogelijk data, producten, diensten, jobs en andere informatie aanbieden
aan geïnteresseerden wereldwijd. Een zoektocht leert al snel dat het
hier gaat om een zeer veelzijdig product, met bijvoorbeeld nieuws over
uiteenlopende topics als visserijbeheer, marine mapping, satellietnavigatiesystemen,
diepzeeonderzoek, defensie op zee, scheepvaart, enz. Directories met daarin
honderden organisaties kunnen worden geconsulteerd (wel nog beperkt voor
onderzoeksinstellingen), evenals een overzicht van de belangrijkste symposia,
tentoonstellingen en meetings, en nog veel meer.
Een goede start alvast voor een hopelijk groeiend product.
2.4. MARIEN-BIOLOGISCHE WEBSITE VOOR AMERIKAANSE STUDENTEN
De Marine Biology Web Page (MBWEB) is er in de eerste plaats voor
Amerikaanse studenten met interesse voor mariene biologie. Je kunt er uitgebreide
lijsten vinden van voornamelijk Amerikaanse onderzoeksinstellingen, maar
ook over tal van zomercursussen in diverse vakgebieden. Heel interessant
is de uitgebreide lijst digitale referenties (links) over mariene organismen
en habitats. Ook het aspect introducties van vreemde organismen in Amerikaanse
wateren, komt ruimschoots aan bod. Zo vind je er het verhaal van de (Europese)
Strandkrab, en hoe die sinds zijn introductie in de U.S. zon 200 jaar
geleden ingrijpt op de locale fauna. Doe zoals wij en dompel je onder
in deze leuke website (http://life.bio.sunysb.edu/marinebio/mbweb.html).
3.1. MANAGER GEZOCHT VOOR MARIEN DATACENTER IN IERS MARIEN INSTITUUT
Het Marine Institute in Dublin (Ierland) zoekt een manager voor zijn
Marien Data Centrum. Dit centrum is het Nationaal Oceanografisch Data Centrum
(NODC) binnen het internationale IODE-netwerk en levert tal van producten
af die mogen gezien worden. Met een personeelscapaciteit van 14 personen
behoort het tot één van de grootste in Europa. Wie zijn kans
wil wagen kan alvast een kijkje nemen op de website van het Ierse Marine
Institute (http://www.marine.ie) of
contact opnemen met Ellen Roche op ellenroche@eircom.net.
3.2. LABORATORIUM HYDRAULICA LEUVEN ZOEKT TWEE NIEUWE VORSERS
Wie wiskundig geschoold is, een diploma burgerlijk of industrieel ingenieur
op zak heeft of een gelijkwaardige wetenschappelijke opleiding heeft genoten,
en enige achtergrond heeft van golf- en stromingmodellering, data-assimilatie,
statistiek en/of sedimenttransport, kan zich aanmelden bij professor Jaak
Monbaliu van het Laboratorium Hydraulica aan de KULeuven. Minimaal
twee kandidaten worden gezocht om gedurende een jaar (met mogelijkheid
tot verlenging) te worden ingeschakeld in verschillende boeiende nationale
en Europese projecten. Meer informatie kan worden verkregen bij Jaak Monbaliu
op: jaak.monbaliu@bwk.kuleuven.ac.be
of telefonisch op 016 32 16 61.
4.1. COASTWATCH ONTLEEDT DE AANGESPOELDE AFVALSTROOM OP HET STRAND
Coastwatch is een internationaal milieuproject dat scholen mobiliseert
om zwerfvuil op stranden rond de Noordzee te inventariseren. In België
zijn Horizon Educatief, stad Oostende en het Marien Ecologisch Centrum
momenteel druk in de weer met de voorbereiding van een dergelijk project
voor onze kust. In Nederland wordt het project al 12 jaar gecoördineerd
door Stichting Noordzee, die tevens de onderzoeksresultaten verzamelt en
analyseert. Uit de meest recente gegevens (2000) blijkt overigens dat de
vuilnisman op zee nog steeds hard nodig is en dat afval op stranden voor
ruim 44% aantoonbaar afkomstig is van zeeschepen (zoals touwen, paletten,
handschoenen), een indicatie dat ondanks een internationaal verbod op dumping
er nog altijd van alles overboord gaat. Zestien percent van het afval is
van toeristen afkomstig, 1% komt van het land en 40% is niet echt thuis
te wijzen (toerisme of schepen). Ruim de helft van het afval bestaat uit
kunststof (63%). Meer over Coastwatch Nederland op: http://www.noordzee.nl/coastwatch-online.
4.2. ZEEHONDEN EN DOLFIJNEN HEBBEN HET AAN ONZE KUST NIET ONDER DE MARKT
Er mogen dan al tekenen zijn dat zeezoogdieren als zeehonden, walvissen
en dolfijnen langzaam in aantal toenemen in de Noordzee, ze hebben het
daarbij zeker niet onder de markt. Getuige daarvan de talrijke aanspoelingen
van dode exemplaren aan de Noordfranse, Belgische en Nederlandse stranden.
In het kader van een samenwerkingsverband tussen BMM, KBIN, Instituut voor
Natuurbehoud en de universiteiten van Luik en Brussel - het zogenaamde
MARIN-netwerk - verzamelen Thierry Jauniaux en zijn companen (Faculteit
Veeartsenij, Université Liège: http://www.ulg.ac.be/fmv/patho/marine.htm)
kadavers van deze dieren om ze vervolgens te autopsiëren. Sinds het
begin van dit jaar kunnen ze de aanhoudende stroom soms zelfs moeilijk
bijhouden, met de stranding van een Gewone Vinvis in Vlissingen, een Dwergvinvis
in Noordwijk (NL), twee Gestreepte Dolfijnen in Noord-Frankrijk en tal
van Bruinvissen, Gewone en Grijze Zeehonden aan de Belgische of Noord-Franse
kust. Opvallend hierbij is dat nogal wat dode bruinvissen en zeehonden
kennelijk in zeer goede gezondheid zijn gestorven, met duidelijke sporen
van verstikking. Komen daarbij de vaak aanwijsbare insnoeringen en kwetsuren
in kop en vinnen, en alles wijst in de richting van verdrinking in de voor
zeezoogdieren fatale warrelnetten.
4.3. STRANDWATERKWALITEIT EN VEILIGHEID: HET BLAUWE WIMPEL PROGRAMMA
De Blauwe Wimpel (http://www.blueflag.org) is een Europees eco-label dat jaarlijks door de Foundation for Environmental Education in Europe (FEEE) wordt toegekend aan beheerders van stranden en marinas die voldoen aan een reeks criteria inzake waterkwaliteit en sanitaire en veiligheidsvoorzieningen. Dit programma startte officieel tijdens het Europese Jaar voor het Leefmilieu (1987) en kan intussen bogen op de deelname uit 21 voornamelijk Europese landen, waaronder België. De lijst van sites die een voldoende kregen is intussen uitgegroeid tot 1873 stranden en 652 marinas en ook Zuid-Afrika en de Caraïben staan klaar om het programma te vervoegen.
In Vlaanderen wordt de bacteriologische kwaliteit van 39 officiële
zwemzones aan de kust sinds 1993 onderzocht door de Vlaamse Milieumaatschappij
(http://www.vmm.be/water/water_kwali_opp3.html
). Dat gebeurt in opdracht van en in samenwerking met de Gezondheidsinspectie
van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. De overheid gaat na of er
kiemen (bacteriën) in het water zitten die de mens ziek kunnen maken.
Van half juni tot half september wordt het strandwater van de officiële
zwemzones aan de kust twee keer per week onderzocht op stoelgangbacteriën,
die maag- en darmproblemen kunnen veroorzaken bij de mens. Salmonella wordt
enkel gemeten als er aanwijzingen zijn dat de kwaliteit van het water minder
goed is. Waar de kwaliteit slecht is, worden dagelijks controles uitgevoerd.
De resultaten van het onderzoek worden vertaald in de al of niet lachende
gezichtjes, die in verschillende kleuren terug te vinden zijn op de verdwaalpalen
op het strand. Een blauw gezichtje betekent: de waterkwaliteit is zeer
goed, grijs betekent een aanvaardbare kwaliteit en rood staat voor een
slechte waterkwaliteit. Als er gevaar is voor de volksgezondheid, wordt
er door de gezondheidsinspectie een zwemverbod geadviseerd aan de burgemeester
van de respectievelijke gemeente. Tijdens de afgelopen zomer 2000 scoorden
12 locaties aan de Belgische kust gemiddeld zeer goed, 27 andere moesten
het doen met een aanvaardbare bacteriologische kwaliteit. Goed om tijdens
de komende zomer in de gaten te houden.
4.4. DOCTORAATSVERDEDIGING
* Marleen De Troch (Universiteit Gent, Vakgroep Dierkunde, Sectie Mariene Biologie, promotor: prof. Magda Vincx) bestudeerde in het kader van haar doctoraat de Ecologie van harpacticoide copepoden: structurele biodiversiteit in tropische zeegrasvelden en behaalde op 30 maart de doctoraatstitel met grootste onderscheiding. Proficiat, Marleen!
* Filip Meysman (Universiteit Gent,
Vakgroep Dierkunde, Sectie Mariene Biologie, promotor: prof. Carlo Heip)
heeft na een diploma burgerlijk ingenieur nu ook een doctoraatstitel in
de wetenschappen op zijn cv staan. Op 20 april ll. kreeg hij voor zijn
proefschrift Modelling the influence of ecological interactions
on reactive transport processes in sediments de grootste onderscheiding
met felicitaties van de jury. Tijd om op de lauweren te rusten? Niet
aan hem besteed. Filip vertrok deze week naar Southampton waar hij een
postdoc positie aanvat op een thematiek, in het verlengde van zijn doctoraatswerk.
5. VRAAGBAAK DE 'ZEELOODS'
Via deze rubriek kan iedereen oproepen lanceren voor samenwerking, gezamenlijk gebruik van materiaal, vraag naar levende en andere monsters, enz. De informatie dient gestuurd te worden naar Jan Seys. We nemen het bericht op in de vraagbaak van één van de volgende VLIZINES.
*Jan Tavernier (Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen,
Vautierstraat 29, B-1000 Brussel; Tel.: 02 627 42 66; Fax: 02 646 44 33;
e-mail: tavernier@kbinirsnb.be)
is ijverig op zoek naar allerhande fotos, films en documenten van zeezoogdieren,
aangespoeld aan de Belgische kust. Het betreft meldingen van bruinvissen,
zeehonden, dolfijnen, walvissen (of andere merkwaardige grote vondsten)
en dit zowel uit historische tijden als van recentere datum. Deze informatie
zal ten goede komen aan de uitbouw van een documentendatabank betreffende
zeezoogdieren. Heb je beschrijvingen, verslagen van hoe het dier aanspoelde
en werd behandeld, fotos of filmmateriaal, graag een seintje op bovenvermelde
coördinaten.
_________
DISCLAIMER
VLIZINE heeft als doel informatie te verstrekken.
Eventuele standpunten zijn die van de auteurs en stemmen niet noodzakelijk
overeen met die van het VLIZ. Het VLIZ is niet verantwoordelijk voor
enige schade opgelopen ten gevolge van foutieve of verkeerd geïnterpreteerde
informatie in dit e-zine, noch voor de inhoud van websites waarnaar verwezen
wordt.
Uw adres opgenomen in onze e-zine rondzendlijst
wordt niet aan derden doorgegeven zonder uw toestemming en wordt niet gebruikt
voor commerciële doeleinden.
COPYRIGHT
Copyright © 2001 Vlaams Instituut voor
de Zee. Delen uit dit e-zine mogen in andere publicaties worden overgenomen,
maar uitsluitend met bronvermelding. Deze publicatie mag wel in haar geheel
ter kennismaking worden doorgestuurd naar derden.
LID WORDEN VAN HET
VLIZ KAN
Meer info vindt u op onze website (http://www.vliz.be)
VLIZ
Vlaams Instituut voor de Zee vzw
Flanders Marine Institute
Victorialaan 3 - B-8400 Oostende, Belgium
Tel. +32/(0)59 34 21 30
Fax +32/(0)59 34 21 31
http://www.vliz.be