Oudere artikels (periode 2000-2020) worden weergegeven in hun oorspronkelijke opmaak.
Je zocht naar een artikel uit een van de oudere jaargangen uit ons archief, toen deze nieuwsbrief nog VLIZINE heette (periode 2000-2020). De oudste nieuwsbrieven werden niet geoptimaliseerd voor weergave op deze website, daarom zie je ze nog in hun oorspronkelijke opmaak.
VLIZINE jrg. 12, nr. 1&2 (januari-februari 2011)
VLIZINE
jrg. 12, nr. 1&2 (januari-februari 2011)
Ht
e-zine met praktische informatie over onderzoek en beleid door en voor
Vlaamse mariene wetenschappers.
Deze
gratis on line uitgave van het Vlaams Instituut voor de Zee vzw verschijnt
maandelijks en wordt verspreid onder alle genteresseerden.
V.U.:
Jan
Mees
Redactie: Nancy Fockedey & Jan Seys
Reacties
naar jan.seys@vliz.be
Het
Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ) wil via dit e-zine maandelijks informeren
over de eigen activiteiten en die van onderzoeks- en beleidsgroepen in
Vlaanderen actief in de mariene en kustgebonden wetenschappen. Alle nuttige
informatie van uw kant (zoals vacatures, nieuwe projecten, vraag voor
samenwerking, interessante symposia, etc.) wordt graag ingewacht om in het
eerstvolgende VLIZINE te worden opgenomen. Dit bericht bereikt u via de
VLIZINE rondzendlijst. Om u in te schrijven stuur een (leeg) mailtje naar: vlizine-subscribe@vliz.be ; uitschrijven
kan via vlizine-unsubscribe@vliz.be.
Archieven van dit e-zine zijn raadpleegbaar via deze link.
1. Kalender
1.1. De wereldoceanen
in de gaten gehouden
1.2. Mariene
bioinvasies kop van jut in Barcelona
1.3. Pan-Europese
onderzoeksinfrastructuren ook ten dienste van mariene wetenschap
1.4. Gekweekte algen
in grootschalige toepassingen
2. Publicaties
2.1. Federaal
milieurapport omvat lijvig hoofdstuk over Belgisch deel van de Noordzee
2.2. Moby Duck: over de
legendarische lading badeendjes die overboord sloeg
2.3. Nieuwe website
en digitale nieuwsbrief Schelde-estuarium
2.4.
Wereldwijde visconsumptie bereikt recordhoogte, ondanks tanende stocks
3. Vacatures, beurzen en fondsen
3.1. VLIZ zoekt
jobstudenten voor de zomer 2011
3.2.
Bodemdierkundige kan aan de slag bij Laboratorium Mariene Biologie van ULB
3.3. King Fahd University
zoekt mariene wetenschappers
3.4. PhD en postdoc voor
onderzoek ecosysteemdiensten mangrovebossen aan ULB
3.5. EUROFLEETS sponsort
scheepstijd op Europese regionale onderzoeksschepen
4. Belgisch marien onderzoek in de kijker
4.1. Vreemde vorm van
zeepaardjes verklaard
4.2.
Toestand van de Belgische kustwateren volgens de fytoplanktonmaatlat
5. Varia
5.1. Zeewier uit Fiji als
mogelijk antimalariamiddel
5.2. Vlaamse
Zeetijger multi-inzetbaar op zee en Schelde
5.3. Eilandengroep De
Wereld in Dubai verdwijnt terug in zee
5.4. Do It Yourself
Beach
5.5.
Zeezoogdierennieuws
5.6. Doctoraten
6. Vraagbaak
6.1. Liefdesoproep aan
alle kustbewoners
6.2. Medewerking
gevraagd voor innovatieve oesterkweek in recirculatiesysteem
6.3.
Visibiliteit Belgisch onderzoek verhogen via IMBER-initiatief
1.1. De wereldoceanen in de gaten
gehouden
Voor
hen die het nog niet zouden kennen: IODE is het programma van de
Intergouvernementele Oceanografische Commissie (IOC) van UNESCO, dat gewijd is
aan de uitwisseling van oceanografische data en informatie. IODE is een jaar na
IOC opgericht in 1961 en bestaat in 2011 dus 50 jaar. Om deze verjaardag te
vieren wordt op 21 en 22 maart 2011 in Luik een internationale
wetenschappelijke conferentie georganiseerd. Op deze tweedaagse zal er zowel
naar het verleden als naar de toekomst gekeken worden. Het verleden dat geleid
heeft tot een wereldwijd netwerk van 80 oceanografische datacentra, waarvan de
databanken en dataproducten bijdragen tot het bestuderen van o.a. de
klimaatswijzigingen. Maar ook een verleden waarin men de omwenteling heeft
ondervonden in de manier waarop wetenschappelijke kennis wordt verspreid: van
print naar digitaal. De conferentie zal naar de toekomst kijken, waar een
gebruiker in enkele seconden grote hoeveelheden data kan opvragen en bewerken
via het wereldwijde netwerk van datasystemen. Tijdens het symposium staan
discussies op het programma over de toekomstige noden aan globale oceanografische
data- en informatieproducten. Tevens zal worden nagedacht over hoe de
meetsystemen, de archieven en de klanten-gebruikers beter kunnen samengaan. Het
programma van de conferentie is te vinden op www.iode2011.be. Hier lees je ook hoe
je in te schrijven.
[top]
1.2. Mariene
bioinvasies kop van jut in Barcelona
Tussen
23 en 25 augustus 2011 vindt in Barcelona de 7de Internationale
Conferentie over mariene bioinvasies in de wereldoceanen plaats. Er zal dieper
worden ingegaan op de biologische en ecologische aspecten van niet-inheemse
soorten met invasief
karakter. Maar ook pragmatische aspecten zoals het toezicht, het testen, de
risicobeoordeling en het beheer komen aan bod. Meer informatie via de
conferentiewebsite: www.icmb.info.
[top]
1.3. Pan-Europese
onderzoeksinfrastructuren ook ten dienste van mariene wetenschap
In
de nabije toekomst zullen nationale onderzoeksfondsen van EU-lidstaten zich
langdurig engageren voor het ontwikkelen van een gezamenlijke European
Research Area (ERA). Elk zullen ze ook bijdragen aan Europese initiatieven
voor het ontwikkelen van mondiale observatiesystemen, zoals GMES (Global
Monitoring for Environment and Security) en GEOSS (Global Earth Observation
System of Systems). Hiervoor zal Europa heel wat moeten investeren in Research
Infrastructures (RIs). Volgens de roadmap ontwikkeld door ESFRI (European
Strategic Forum for Research Infrastructures) zullen deze
onderzoeksinfrastructuren op pan-Europees niveau ook ten dienste moeten staan
van de mariene onderzoeksgemeenschap. Ze zullen voornamelijk kunnen
gefinancierd worden door gebruik te maken van de Integrated Infrastructure
Initiatives, voorzien in het zevende kaderprogramma. Als de term
onderzoeksinfrastructuur je op zich niet veel zegt, denk dan bv. aan het
ontwikkelen van een netwerk van observatoria in de diepzee (www.emso-eu.org)
of in de kustregios (JERICO); het oprichten van een European Marine
Biological Resource Centre (www.embrc.eu); het ontwikkelen van een
Europese ARGO-vloot (www.argo.ucsd.edu), etc. Hoe oceaanobservaties
er in de 21ste eeuw zullen uitzien en ten dienste zullen staan van
de wereldgemeenschap wordt verder besproken en verfijnd op het internationale
Marine ESFRI Symposium, gehouden tussen 28 juni en 1 juli in Brest (Frankrijk).
Meer informatie op www.europolemer.eu/en/ESFRI.
[top]
1.4.
Gekweekte algen in grootschalige toepassingen
Nog
tot 25 maart kunnen abstracts ingediend worden voor de eerste internationale
conferentie Algal Biomass, Biofuels & Bioproducts. Het congres zelf vindt
plaats tussen 17 en 20 juli in St Louis (VS). Het is de bedoeling dat
wetenschappers, strategische partners en vertegenwoordigers uit de industrie
samenkomen om de laatste wetenschappelijke en technische kennis uit te wisselen
rond de biologie, productie, oogst en extractie van kweekalgen, alsook rond
afgeleide bioproducten en biobrandstoffen, levenscyclusanalyse en econometrie.
Alle details op: www.algalbbb.com.
Het Vlaams Algenplatform wil dit jaar een aantal workshops organiseren rond de
productie en valorisatie van algen. Een eerste van die workshops gaat door op
donderdag 31 maart 2011, en zal focussen op het oogsten van algen. In
grootschalige en laagwaardige toepassingen van algen zoals de zuivering van
rookgassen of afvalwater en bulkproductie voor energie, chemie of dierenvoeding
vormt het oogsten van algen vaak een belangrijke bottleneck. Op de workshop
zullen de voor- en nadelen van verschillende oogsttechnologien uiteengezet
worden. Deelnemers kunnen via een poster hun expertise voorstellen. Inschrijven
kan tot 18 maart 2011 via www.power-link.ugent.be/nl/workshop-vlaams-algenplatform-0.
Op 26 en 27 mei volgt dan de technische opleiding Algae Harvesting and
Processing for Value Added Applications. Deze praktisch-georinteerde cursus
richt zich op technici, nieuwe bedrijven en marktdeskundigen. De focus zal
enerzijds liggen op de trends en uitdagingen van nieuwe markten en
markttoepassingen, en anderzijds op meer technische aspecten zoals opkweek,
oogst en verwerking van algen. Meer informatie is te vinden op www.smartshortcourses.com.
[top]
2.1. Federaal
milieurapport omvat lijvig hoofdstuk over Belgisch deel van de Noordzee
De
federale regering is sinds 2006 wettelijk verplicht om het parlement en de
bevolking te informeren over de toestand van het milieu en de
beleidsinitiatieven hierrond. Eind 2010 werd het eerste milieurapport
voorgesteld aan de ministerraad. Het omvat een groot hoofdstuk waarin de
toestand van het mariene milieu (www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=200614)
en het mariene beleid (www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=200616)
beschreven staan.
In het rapport staat te lezen dat de aanvoer van vervuilende stoffen vanaf het
land een duidelijk dalende trend vertoont, dat illegale lozingen van
koolwaterstoffen door schepen op 10 jaar tijd met de helft verminderd zijn en
dat bruinvissen opnieuw een vertrouwde verschijning zijn aan de Belgische kust.
Maar het is niet al goed nieuws. Er zijn ook heel wat negatieve trends waar te
nemen in het Belgisch deel van de Noordzee. Zo is er de trend naar steeds meer
druk door menselijke activiteiten (windmolenparken, baggeren en zandextractie,
scheepvaart, gedumpte munitie,) en werden voor meerdere chemische stoffen te
hoge concentraties in water, bodem en biota waargenomen (o.a. voor
vlamvertragers). Eutrofiring zijnde de verrijking van de zee met stikstof en
fosfor blijft een groot probleem. Exotische plant- en diersoorten vinden
steeds vaker hun weg naar het Belgisch deel van de Noordzee en ze kunnen hier,
mede dankzij het veranderende klimaat, beter gedijen. Daarenboven wordt er
nog steeds veel zwerfvuil op onze stranden aangetroffen. Toch zullen we in de
nabije toekomst in het kader van de Europese Kaderrichtlijn Mariene Strategie
alles uit de kast moeten halen om een goede milieutoestand (GMT) na te
streven en het mariene ecosysteem blijvend te verbeteren.
[top]
2.2. Moby Duck: over de
legendarische lading badeendjes die overboord sloeg
Tijdens
een storm in 1992 op de Grote Oceaan verloor een vrachtschip, dat vanuit China
naar de VS op weg was, een lading badspeeltjes. Het verhaal van de gele
badeendjes ging een geheel eigen leven leiden en nam welhaast mythische
proporties aan. De eendjes zouden overal ter wereld aanspoelen en het zouden er
wel 30.000 zijn. In werkelijkheid waren het er nog geen 2000 en auteur Donovan
Hohn, die hun spoor volgde, vond er geen een. Zijn zoektocht voerde hem onder
meer naar Alaska, Hawa en Hong Kong. Hij reisde met veerboten, oceaanlijners
en ijsbrekers en ontmoette matrozen, milieuactivisten en vooraanstaand 'bath
toy hunter' Curtis Ebbesmeyer. Deze laatste schreef zelf ook al een boek over
het fenomeen en het belang voor de oceanografie (zie: www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=142048). Alle reizen en
ontmoetingen inspireerden Hohn tot verrassende overpeinzingen, over
massaproductie, vrachtverkeer, milieuvervuiling, oceaanstromen en nog veel
meer. Hij vergelijkt zijn verbeten zoektocht met die van de kapitein Ahab uit
Moby Dick, en diens obsessie voor die ene witte walvis die ooit zijn been
afbeet. Vandaar
Hohn's titel 'Moby Duck - The True Story of 28,800 Bath Toys Lost at Sea and of
the Beachcombers, Oceanographers, Environmentalists, and Fools, Including the
Author, Who Went in Search of Them'.
[top]
2.3. Nieuwe
website en digitale nieuwsbrief Schelde-estuarium
Zopas
is de eerste digitale Scheldenieuwsbrief verstuurd. Deze elektronische
nieuwsbrief vervangt de papieren versie die het Schelde InformatieCentrum tot
vorig jaar driemaandelijks uitgaf. Sinds 1 januari 2011 is deze organisatie
immers overgegaan in de Werkgroep Communicatie van de Vlaams-Nederlandse
Scheldecommissie (VNSC), wat enkele kleine wijzigingen met zich heeft
teweeggebracht. In hoofdzaak zullen de medewerkers (Sara Behiels en Bregje
Beyst voor de Vlaamse afdeling) echter hetzelfde blijven doen: mensen doen
houden van de Schelde in al haar aspecten en actief meewerken aan de
verbetering van het Schelde-estuarium door te informeren en communiceren over
de natuurlijkheid, veiligheid en toegankelijkheid. Abonneren op deze nieuwe
tweemaandelijkse nieuwsbrief kan via vnsc.eu/vnsc-nieuws/scheldenieuwsbrief. Op deze vernieuwde
website vind je nog alle informatie terug die ooit door het Schelde
InformatieCentrum en het VNSC ontsloten werd. Naast de vertrouwde
nieuwsberichten, activiteitenkalenders, Scheldelessen, achtergrondinformatie en
literatuur, kunt u nu ook informatie vinden over de VNSC zelf, de werkgroepen
en hun uitgebrachte rapporten en studies.
[top]
2.4.
Wereldwijde visconsumptie bereikt recordhoogte, ondanks tanende stocks
De
wereldwijde visconsumptie heeft een recordhoogte bereikt. Gemiddeld wordt er
jaarlijks per persoon 17 kilogram vis geconsumeerd. Dat is de conclusie van het
tweejaarlijkse SOFIA-rapport (State of the World Fisheries and Aquaculture) van
de landbouw- en voedselorganisatie van de Verenigde Naties FAO. Circa 3 miljard
mensen halen zeker 15% van de dierlijke eiwitten die zij in hun voedsel
gebruiken uit vis. In 2009 werd in totaal 145 miljoen ton aan vis en
visproducten toegeleverd, een stijging met 5 miljoen ton ten opzichte van 2007.
De toename van het gebruik van visproducten is enkel mogelijk door de sterke
uitbreiding van de viskweek in de wereld, die een jaarlijkse groei kent van 7%.
China blijft met een totaal van 47,5 miljoen ton de belangrijkste visproducent
ter wereld (waarvan 70% uit aquacultuur). De visserij komt wereldwijd aan een
productie van ongeveer 90 miljoen ton, waarvan 80 miljoen ton uit de
zeevisserij en 10 miljoen ton uit binnenwateren.
Er wordt echter aan toegevoegd dat het wereldwijde visbestand daarentegen niet
is verbeterd. Volgens het rapport wordt 32 procent van de vissoorten bedreigd
door overbevissing, wat volgens de onderzoekers een bijzonder zorgwekkende
situatie is. De cijfers van de overbevissing moeten dringend worden
teruggedrongen. Er is wel wetgeving die beperkingen oplegt aan de
visserijsector, maar die regels worden niet overal goed nageleefd. In een
recente studie werden de kosten van het overtreden van de visserijregels
geraamd op 10 tot 23,5 miljard per jaar. Deze en andere bevindingen uit het
rapport State of the Worlds Fisheries and Aquaculture kun je lezen en
downloaden van op www.fao.org/news/story/en/item/50260/icode
of via de VLIZ-website: www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=203123
[top]
3.1. VLIZ zoekt jobstudenten
voor de zomer 2011
Masterstudenten
uit verschillende disciplines krijgen deze zomer weer de kans om gedurende n
maand juli, augustus of september mee te werken aan lopende projecten en
nieuwe (educatieve) initiatieven van het Vlaams Instituut voor de Zee. Het VLIZ
biedt de kandidaten aangename werkomstandigheden en een passende verloning. Van
de genteresseerden wordt een open en dynamische ingesteldheid verwacht en zin
voor kwaliteit. Kennis van de zee en/of van zeewetenschappen of van specifieke
aspecten van databeheer of communicatie strekken tot aanbeveling. Sollicitaties
mogen per mail (met CV) worden verstuurd naar directeur Jan Mees (jan.mees@vliz.be).
[top]
3.2.
Bodemdierkundige kan aan de slag bij Laboratorium Mariene Biologie van ULB
Vanaf
1 oktober 2011 zal aan de Faculteit Wetenschappen van de ULB een academicus aan
het werk kunnen binnen het Laboratorium Mariene Biologie, waar heel wat onderzoeksinfrastructuur
aanwezig is [zeeaquaria, klimaatkamers, optische en elektronenmicroscopen,
biomechanische testapparaten, celculturen en faciliteiten voor moleculaire
biologie (o.a. sequencer)]. De succesvolle kandidaat zal naast onderzoek, ook
educatieve en administratieve taken op zich nemen. Solliciteren kan tot 15
maart. Alle informatie: www.ulb.ac.be/facs/sciences/biol/biol/Acad_position_2011.pdf.
[top]
3.3. King Fahd University
zoekt mariene wetenschappers
Het
mariene instituut van de King Fahd University of Petroleum and Minerals in Dhahran
(Saoedi-Arabi) werft vier visserijonderzoekers en twee senior oceanografen aan
voor onderzoek in de Arabische Golf en de Rode Zee. Zo zijn ze onder meer op
zoek naar een doctor in de mariene biologie of ecologie met specialisatie in
marien ecosysteembeheer en milieueffectrapportages (mangroves, koraalriffen en
zeegrasvelden). Ook wensen ze een technisch georinteerde Master of PhD aan te
trekken met specialisatie in mariene instrumenten zoals CTD, ADCP, AUV, etc.
Verder is er nood aan vier visserijbiologen die kunnen meedraaien in een
onderzoeksproject naar duurzame visserij in Saoedische wateren. Meer
gedetailleerde informatie is op te vragen via Dr. Mohammed Qurban: mqurban@kfupm.edu.sa
of mss@kfupm.edu.sa.
[top]
3.4. PhD en postdoc voor onderzoek
ecosysteemdiensten mangrovebossen aan ULB
Het
Laboratory of System Ecology and Resource Management van de ULB zoekt een
doctoraal en post-doctoraal onderzoeker voor een tweejarig, maar verlengbaar,
project die de functionaliteit en de stabiliteit van mangrovebossen onderzoekt
en de ecologische en socio-ecologische veldgegevens van de weldaden, diensten
en functies van mangrove-ecosystemen tracht te modelleren. Meer informatie op www.ulb.ac.be/sciences/biocomplexity/news/Academic_position_PhD&Postdoc_ULB.pdf.
[top]
3.5. EUROFLEETS sponsort scheepstijd
op Europese regionale onderzoeksschepen
Nog
tot 2 mei kunnen vorsers van Europese universiteiten of onderzoeksinstellingen
gratis scheepstijd aanvragen aan boord van tal van Europese regionale
onderzoeksschepen. Dit kadert binnen het EUROFLEETS FP-7 project Towards an
alliance of European research fleets dat in september 2009 van start ging.
Binnen de call voor scheepstijd Regional 2 2011 kan, ten behoeve van
multinationale samenwerkingsprojecten in het kader van een breed spectrum van
mariene onderzoeksdisciplines, volledig gesponsorde scheepstijd worden
aangeboden aan boord van 12 Europese onderzoeksschepen van het type Regional
class. Alle informatie over de te volgen procedure is te vinden op de
EUROFLEETS website (www.eurofleets.eu/np4/42).
[top]
4.1. Vreemde vorm van
zeepaardjes verklaard
Een
zeepaardje heeft zijn naam niet gestolen. De kop en de nek zijn namelijk goed
te vergelijken met het hoofd en de nek van een paard. Beide dieren hebben een
kromming in de romp en een relatief lange snuit die richting buik gebogen is.
De vraag waarom zeepaardjes zo een opvallende en karakteristieke S-vorm hebben
liet biologen Sam van Wassenbergh en Gert Roos van de Universiteit Antwerpen
niet los. Uit hun onderzoek, recent gepubliceerd in het vakblad Nature
Communications, blijkt dat de vreemde vorm verder niets met paarden te maken
heeft. Zeepaardjes zijn afstammelingen van pijpvissen (zoals de zeenaalden uit
onze kustwateren), die over het algemeen een langgerekt lichaam hebben.
Zeepaardjes en pijpvissen zijn beide vleeseters, maar ze hebben een
verschillende manier van jagen (filmpjes op www.kennislink.nl/publicaties/vorm-van-zeepaard-verklaard).
Pijpvissen zwemmen rond om achter elk potentieel tussendoortje aan te gaan. Een
zeepaardje daarentegen is beperkt in zijn voedselkeuze, omdat hij zichzelf
bijna voortdurend vasthoudt aan vastzittende wieren en poliepen. In die
afwachtende houding kan hij alleen die garnaaltjes en vissenlarven pakken die
toevallig langs zijn snuit komen drijven. Door de S-vorm kan een zeepaardje, in
vergelijking met een pijpvis, zijn snuit weliswaar minder snel richting prooi
verplaatsen, maar kan hij zijn kop wel een heel stuk verder naar voren reiken
dan een pijpvis. In de evolutie van pijpvisachtige naar zeepaardje is de
S-vormige lichaamsbouw waarschijnlijk een belangrijk voordeel geweest. Het
volledige artikel is te lezen via het Open Marien Archief van VLIZ: www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=202850.
[top]
4.2. Toestand
van de Belgische kustwateren volgens de fytoplanktonmaatlat
In
december 2000 trad de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) in werking, die stelt
dat alle Europese wateren zich tegen 2015 in een goede toestand moeten
bevinden, zowel wat betreft chemische als ecologische parameters. Onder goede
toestand wordt slechts een geringe mate van verstoring ten gevolge van
menselijke activiteit verstaan. Om te kunnen uitmaken of een bepaald
waterlichaam deze doelstelling al dan niet haalt, diende elke lidstaat een
beoordelingssysteem te ontwikkelen op basis van een aantal biologische
kwaliteitselementen waaronder fytoplankton (microwieren). Hierbij dienden zowel
de abundantie, de soortensamenstelling als de bloeifrequentie in rekening te
worden gebracht. Voor de Belgische kustwateren ontwikkelde het Laboratorium
voor Protistologie en Aquatische Ecologie van de Universiteit Gent (i.s.m. FOD
Marien Milieu) een fytoplanktonmaatlat die gebruik maakt van totale
celaantallen, pigmentconcentraties (met name chlorofyl a als belangrijkste pigment
van microalgen) en de aanwezigheid van de schuimvormende plaagalg Phaeocystis.
Naast het weinig appetijtelijke zicht, veroorzaakt het schuim ook problemen bij
het andere zeeleven. Zo hebben vele zoplanktonsoorten het tijdens de
bloeiperiode lastig om te overleven omdat hun filtreerapparaat verstopt raakt.
Hierdoor is uiteindelijk minder voedsel beschikbaar voor bijvoorbeeld jonge
vis.
Sinds 2007 worden de Belgische kustwateren maandelijks bemonsterd, geanalyseerd
en beoordeeld met de voorgestelde fytoplanktonmaatlat (vaak m.b.v. RV
Zeeleeuw). Zo blijkt het kustwater voor Zeebrugge volgens de
fytoplanktonmaatlat matig te scoren, terwijl deze ter hoogte van Oostende en
Nieuwpoort matig tot ontoereikend was. Het verstoorde voedselweb tijdens de
uitgebreide voorjaarsbloei wordt voornamelijk in verband gebracht met de hoge
concentraties aan voedingstoffen (nitraten en fosfaten) in het kustwater. Er is
dan ook nog veel werk aan de winkel om tegen 2015 een goede waterkwaliteit van
de Noordzee te bekomen. Meer informatie is terug te vinden in het onlangs
verschenen rapport van Denayer et al., 2010 (www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=203122).
[top]
5.1. Zeewier uit Fiji als mogelijk
antimalariamiddel
In
de strijd tegen malaria hebben onderzoekers een bondgenoot gevonden in een
zeewier uit Fiji. Het roodwier blijkt schimmelwerende stoffen te produceren,
waarvan tests aantoonden dat ze ook dodelijk zijn voor de malariaparasiet. Als
de stof ook slaagt in testen op dieren en mensen, lijkt het erop dat deze
roodwiercomponent het nieuwste wapen wordt tegen de ziekte die jaarlijks meer
dan een miljoen dodelijke slachtoffers maakt. Ondertussen is de malariaparasiet
resistent tegen een hele batterij van antimalariageneesmiddelen, zelfs tegen
het nieuwste artemisinine.
Nochtans was chemisch ecoloog Julia Kubanek van het Technologisch Instituut uit
Atlanta (VS) niet specifiek op zoek naar antimalariastoffen. Via haar onderzoek
wilde ze te weten komen hoe mariene planten en dieren zich verdedigen tegen
infecties. Ze verzamelde hiervoor vuistenvol wieren en zeedieren. De actieve
stoffen aanwezig in deze mariene organismen werden vervolgens getest op hun
antibiotische werking, maar evengoed op hun potentile werking tegen o.a.
kanker en HIV. Ze stootte daarbij als het ware toevallig op het roodwier Callophycus
serratus, dat zichzelf zeer effectief beschermt tegen schimmels door de
aanmaak van bromophycolide. Nu ze ook ontdekte hoe deze stof precies inwerkt op
de malariaparasiet, is de stap naar verdere testen en mogelijke ontwikkelingen
gezet.
[top]
5.2. Vlaamse
Zeetijger multi-inzetbaar op zee en Schelde
Zopas
is de Zeetijger gedoopt in zijn thuishaven Oostende. Het gaat om het nieuwste,
multifunctionele schip van de Vlaamse overheidsrederij DAB Vloot. De Zeetijger
is 30 meter lang, 9,1 meter breed en ligt 3,2 meter diep in het water. De
bemanning bestaat uit zeven personen. Het schip haalt 11,5 kilometer per uur en
vervangt de meer dan 50 jaar oude Zeearend. Zijn belangrijkste taken zijn het
onderhoud van de 255 boeien op zee en de bevoorrading van de radartoren op de
Oostdijckbank. Het kan ook ingezet worden in geval van olievervuiling op zee en
zal hierbij De Zeehond en de Ter Streep bijstaan om het gespecialiseerde
bestrijdingsmateriaal van de federale overheidsdienst Leefmilieu aan boord te
nemen. Daarnaast kan de Zeetijger instaan voor algemeen sleepwerk in geval van
calamiteiten. Het milieuvriendelijke schip is gebouwd bij Damen Shipyards in
Nederland. Bij de aanbesteding is bijzondere aandacht besteed aan het milieu.
Het schip vaart op zwavelarme brandstof en heeft een zeer beperkt
uitstootniveau voor stikstofoxiden. Het schip heeft bijna 7 miljoen EUR gekost.
[top]
5.3. Eilandengroep De Wereld
in Dubai verdwijnt terug in zee
De
artificile eilandengroep 'The World' (www.theworld.ae) moest een van de grote
prestigeprojecten worden voor de kust van Dubai: een complex van 300 eilanden
in de vorm van een vlakke wereldkaart werden er opgespoten door het Nederlandse
baggerconcern van Oord. In de vette jaren vr de crisis gingen de eilanden nog
voor miljoenen over de toonbank. Van de geplande luxevilla's en hotels is
echter weinig terechtgekomen. Alleen Groenland is bebouwd - als lokkertje voor
potentile kopers. Alles kwam stil te liggen bij het uitbreken van de crisis.
De eilanden liggen er nu verlaten bij en worden langzaam terug opgeslokt door
de zee. Het zand erodeert weg van de eilanden en de navigatiekanalen tussen de
verschillende eilanden slibben dicht. De projectontwikkelaars van het nabijgelegen
The palm Jumeira hadden een betere timing. Benieuwd welke toekomst het tweede,
ook nog onbebouwde palmeilandenproject Palm Jebel Ali zal zijn weggelegd... De
projecten kun je mooi zien liggen met Google Maps (zoek op: Dubai).
[top]
5.4. Do It
Yourself Beach
Een
Do It Yourself Beach (DIY Beach) is een modern en hip ingericht stuk strand,
waar het cht schoon is (en blijft) zonder dat de gemeente er hoeft op te
ruimen. De bezoekers doen het immers zelf. Op een DIY Beach is het not done
om afval achter te laten. Strandbezoekers kunnen er bewust voor kiezen om op
een DIY Beach te gaan liggen zonnen. Bij aankomst krijg je een zakje waarop
afspraken staan. Als je het strand betreedt, ga je akkoord met deze afspraken.
Je verbindt je ertoe om je eigen afval op te ruimen, maar ook het afval dat
aanspoelt vanuit zee mee te nemen en bij afloop in de afvalcontainers te
dumpen. Voor ondernemers is een DIY Beach dan weer een bijzondere kans om deze
specifieke doelgroep van bewuste consumenten te benaderen. Stichting De
Noordzee lanceerde onlangs dit DIY Beach-concept in hun campagne voor meer
propere stranden. Het concept is bedacht door Siu Siu Ha, winnaar van een
prijsvraag voor studenten en Young Professionals om d oplossing te bedenken
voor het afvalprobleem op het strand. Bekijk het filmpje op www.noordzee.nl/dossiers_artikel.php?mainID=8&subID=44&contentID=205.
[top]
5.5. Zeezoogdierennieuws
De
voorbije maanden kwamen er op de site www.zeezoogdieren.org verschillende
waarnemingen binnen van een voor onze regios niet zo gewoon zeezoogdier. Voor
de Franse kust, ter hoogte van Zuydcoote, Wissant, Sangatte, Hardelot Plage en
Wimereux, werd meerdere malen een bultrug gespot. Voortgaande op fotos zou het
mogelijks gaan om 2 dieren. Later doken ook onzekere meldingen op van een
bultrug voor de Nederlandse kust.
Maandelijks tellen onderzoekers van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek
(INBO) de vogel- en zeevogelbestanden in het Belgisch deel van de Noordzee
vanaf het onderzoeksschip Zeeleeuw. Tot 2003 werden bruinvissen hoogst zelden
gespot, maar vanaf 2004 kwam daar significant verandering in. Vooral in 2006 en
2007 werden zeer veel van deze kleine dolfijnachtigen geteld, met een maximum
van 226 exemplaren op 27 april 2006. Daarna werden gedurende twee jaar terug
iets lagere aantallen vastgesteld, maar nog altijd lagen de aantallen in 2008
en 2009 (> 1 exemplaar per 50 km varen) gevoelig hoger dan in de eerste
periode 1993-2003. De tellingen in 2010 maken duidelijk dat de bruinvis weer
helemaal terug is! Op 16 maart 2010 werden er maar liefst 179 geteld. Maart en
april blijken over het algemeen de beste maanden om bruinvissen te spotten. Ze
leven van vis zoals kabeljauw, wijting, haring en sprot, maar ook platvis en
grondels staan op hun menu.
Dat er meer bruinvissen in onze wateren aanwezig zijn, is helaas ook te merken
aan de strandingen (www.mumm.ac.be/NL/Management/Nature/strandings.php).
Sinds begin december strandden tien dode bruinvissen tussen Nieuwpoort en
Blankenberge. Een levend exemplaar kon van het strand van Sangatte (Frankrijk)
overgebracht worden naar het dolfijnenhospitaal in Harderwijk.
Als een gezamenlijke uitgave van SOS Dolfijn, Stichting De Noordzee en
Stichting Rugvin is de zeer educatieve bruinvisfolder verschenen (www.rugvin.nl/Bruinvisfolder.pdf), met handige informatie over
hun levenswijze, hun beschermingsstatus en bedreigingen, en hoe je ze kan
herkennen en onderscheiden van andere dolfijnachtigen.
[top]
5.6. Doctoraten
Els Cuveliers, marien biologe
aan de KULeuven, legde op 28 januari haar doctoraatsverdediging af over het
werk: Connectivity and genetic stability in sole (Solea solea)
(promotoren: prof. dr. Filip Volkaert en dr. Gregory Maes). Ze zocht ondermeer
naar de onderlinge samenhang tussen verschillende tongstocks aan de hand van
metingen gehoorsteentjes en DNA-analyse.
Op 31 januari was het
(opnieuw) de beurt aan Nawal Alfarrah,
doctoraatsstudent bij prof. dr. K. Walraevens van het Laboratorium voor
Toegepaste Geologie en Hydrogeologie (UGent), die onderzoek deed naar
Hydrogeological and hydrogeochemical investigation of the coastal area of
Jifarah Plain, NW Libya.
De publieke
doctoraatsverdediging van Marie Huysman, getiteld
Identification and functional characterization of cell cycle genes in the pennate
diatom Phaeodactylum tricornutum vond plaats op 4 februari 2011 in het
Technologiepark van Gent-Zwijnaarde. Promotor van het werk was prof. dr. Wim
Vyverman van de Afdeling Protistologie en Aquatische Ecologie (UGent).
Ulrike Braekman van de Mariene Biologie aan de Universiteit Gent zal haar doctoraat Macrobenthos structuring the sea floor: importance of its functional biodiversity for the benthic ecosystem verdedigen op vrijdag 25 maart (Campus De Sterre - S8, 17.00). Prof. Magda Vincx, Prof. Karline Soetaert (NIOO-CEME) en Dr. Jan Vanaverbeke zijn haar (co)promotoren.
[top]
6.1. Liefdesoproep aan alle
kustbewoners
Het
Nationaal Visserijmuseum Oostduinkerke lanceert een liefdesoproep aan alle
kustbewoners. Men is er op zoek naar fotomateriaal (tot de jaren 1980)
over het liefdesleven van vissers en zeemannen. Heb je een mooie foto van een
verlovingsfeest of een zoenend echtpaar? Een romantische foto met
het strand als achtergrond? Bezorg het museum je foto: bel voor een afspraak
(info@visserijmuseum.be, 058 53 37 51 of 0499 691 707) of kom langs
tijdens de openingsuren van dinsdag t.e.m. zondag van 14 tot 18 uur. Het
materiaal wordt onmiddellijk ingescand en terug bezorgd. De meest interessante
beelden gaan deel uitmaken van de grote tentoonstelling
Zeerotica/Merotique over liefde en lust aan de kust die opent op 16
juni 2011.
[top]
6.2. Medewerking gevraagd voor
innovatieve oesterkweek in recirculatiesysteem
Het
Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO) wil graag een IWT-project
opstarten rond het opkweken van oesters (enerzijds van larven tot oesterzaad,
anderzijds tot consumptieoesters) in broedhuizen aan land. In gesloten
kweeksystemen kunnen het water en de voedingsstoffen immers optimaal gebruikt
worden. Naast het ontwikkelen van de knowhow, wil het ILVO de ruime sector
betrekken bij het project. Daarom zijn ze op zoek naar bedrijven en
particulieren (landbouwers, vissers, schelpdierkwekers, distributiesector, )
die interesse hebben in deze nieuwe teelt. Meer informatie bij Kris Van
Nieuwenhove (059 56 98 71 of kris.vannieuwenhove@ilvo.vlaanderen.be).
[top]
6.3.
Visibiliteit Belgisch onderzoek verhogen via IMBER-initiatief
Voluit
staat IMBER voor Integrated Marine Biogeochemistry and Ecosystem Research (www.imber.info/what_is.html). In 2001 werd het project
opgestart door het International Geosphere-Biosphere Programme (IGBP) en het
Scientific Committee on Oceanic Research (SCOR) Ocean Futures Planning
Committee als opvolger van het eerdere OCEANS-initiatief. Dit om te onderzoeken
welke de biologische en chemische hiaten waren om de rol van de oceanen in de
klimaatsverandering te kunnen begrijpen. Het project heeft ondertussen een
bredere scope gekregen en bundelt al het onderzoek naar de mechanismen waarop
marine organismen de biogeochemische cycli in zee en oceaan benvloeden, maar
ook omgekeerd hoe de mariene biogeochemie invloed heeft op mariene ecosystemen.
Zo is het niet meer alleen het doel om te kunnen voorspellen hoe de
biogeochemie en ecosystemen reageren op de klimaatswijziging, maar ook op
andere dwingende grootschalige processen zoals wijzigingen in de fysische
dynamiek, de koolstofcyclus of nutrintenfluxen, en de grootschalige impact van
visserij en aquacultuur. Niettegenstaande er geen Belgische IMBER-initiatieven
lopende zijn, is er toch een nationaal verantwoordelijke voor IMBER in Belgi:
Alberto Borges van de Chemische Oceanografie binnen de MARE-groep van de
Universiteit Luik. Hij roept alle Belgische wetenschappers waarvan het
onderzoek en activiteiten (projecten, workshops, etc) enigszins zouden kunnen
interessant zijn voor anderen binnen het IMBER project op om enkele minuten
de tijd te nemen om dit door te sturen tegen 15 maart ten laatste.
Contacteer Alberto Borges (alberto.borges@ulg.ac.be) voor meer
details. Het zal de visibiliteit van het biogeochemische werk van de Belgische
mariene wetenschappers zeker ten goede komen!
DISCLAIMER
VLIZINE
heeft als doel informatie te verstrekken. Eventuele standpunten zijn die van de
auteurs en stemmen niet noodzakelijk overeen met die van het VLIZ. Het VLIZ is
niet verantwoordelijk voor enige schade opgelopen ten gevolge van foutieve of
verkeerd genterpreteerde informatie in dit e-zine, noch voor de inhoud van
websites waarnaar verwezen wordt. Uw adres opgenomen in onze e-zine
rondzendlijst wordt niet aan derden doorgegeven zonder uw toestemming en wordt
niet gebruikt voor commercile doeleinden.
COPYRIGHT
Copyright
2011 Vlaams Instituut voor de Zee. Delen uit dit e-zine mogen in andere
publicaties worden overgenomen, maar uitsluitend met bronvermelding. Deze
publicatie mag wel in haar geheel ter kennismaking worden doorgestuurd naar
derden.
LID WORDEN VAN HET VLIZ KAN
Meer info vindt u op onze website.
WEBSITE
www.vliz.be
Vlaams
Instituut voor de Zee
Flanders Marine Institute
VLIZ InnovOcean site
Wandelaarkaai 7
8400 Oostende
Tel. +32-(0)59-34 21 30
Fax +32-(0)59-34 21 31
http://www.vliz.be