Oudere artikels (periode 2000-2020) worden weergegeven in hun oorspronkelijke opmaak.
Je zocht naar een artikel uit een van de oudere jaargangen uit ons archief, toen deze nieuwsbrief nog VLIZINE heette (periode 2000-2020). De oudste nieuwsbrieven werden niet geoptimaliseerd voor weergave op deze website, daarom zie je ze nog in hun oorspronkelijke opmaak.
VLIZINE jrg. 11, nr. 10 (oktober 2010)
VLIZINE
jrg. 11, nr. 10 (oktober 2010)
Ht
e-zine met praktische informatie over onderzoek en beleid door en voor
Vlaamse mariene wetenschappers.
Deze
gratis on line uitgave van het Vlaams Instituut voor de Zee vzw verschijnt
maandelijks en wordt verspreid onder alle genteresseerden.
V.U.:
Jan
Mees
Redactie: Nancy
Fockedey & Jan Seys
Reacties
naar jan.seys@vliz.be
Het
Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ) wil via dit e-zine maandelijks informeren
over de eigen activiteiten en die van onderzoeks- en beleidsgroepen in
Vlaanderen actief in de mariene en kustgebonden wetenschappen. Alle nuttige
informatie van uw kant (zoals vacatures, nieuwe projecten, vraag voor
samenwerking, interessante symposia, etc.) wordt graag ingewacht om in het
eerstvolgende VLIZINE te worden opgenomen. Dit bericht bereikt u via de
VLIZINE rondzendlijst. Om u in te schrijven stuur een (leeg) mailtje naar: vlizine-subscribe@vliz.be ; uitschrijven
kan via vlizine-unsubscribe@vliz.be.
Archieven van dit e-zine zijn raadpleegbaar via deze link.
1. Kalender
1.1. Wereldcongres
Mariene Biodiversiteit in Aberdeen
1.2. De Noordzee als
veldlaboratorium voor mariene bescherming
1.3.
Wetenschapswedstrijd Planeet Zee vaart een nieuwe koers
1.4.
Grensoverschrijdende meeting op het Channel-North Sea Forum
1.5. Een zee
van afval
1.6. Wierendag: kennen
van en koken met
1.7. Voer
voor aquacultuur: Aquafeed 2010 in Gent
1.8. Dag
van de Wetenschap aan boord van de Zeeleeuw in Gent op 21 november
1.9.
Wetenschap en visserij: hechtere partners!
2. Publicaties
2.1. OSPAR rapport
beoordeelt status van de Noordoost-Atlantische Oceaan
2.2. EU investeert
in kennis over de zee
2.3. Een decennium
van mariene ontdekkingen
2.4. Helft
hernieuwbare energie uit zee tegen 2050
2.5. Europa's
zeegerichte toekomst
3. Vacatures, beurzen en fondsen
3.1.
Doctoraatsprogramma over de status en behoud van mariene ecosystemen
3.2.
Nominaties verwacht voor de 2011 Seafood Champion Awards
3.3. Twee experten
marien toezicht voor IPSC in Itali
3.4.
Prijsvraag meervoudig ruimtegebruik Noordzee
3.5.
Deskundige Marien Milieu gezocht bij DG Leefmilieu
3.6.
Deadline VLIZ wetenschapsprijzen nadert: 29 oktober
4. Belgisch marien onderzoek in de kijker
4.1.
Inzicht in de evolutie van reuzencellen in zee
4.2.
Vroegmiddeleeuwse nederzetting in de polders rond Leffinge
4.3.
Farmaceutische stoffen in Belgisch kustwater
5. Varia
5.1.Twee
nieuwe kenniscentra voor haven-, transport- en maritiem recht
5.2. Zeespiegel
stijgt ook door grondwater
5.3.
Olievervuiling in Noordzee en Kanaal grootschalig gecontroleerd
5.4. Google Earth
voor smartphones kijkt nu ook onder water
5.5. Doctoraten
1.1. Wereldcongres Mariene
Biodiversiteit in Aberdeen
Tussen
26 en 30 september 2011 zal Aberdeen (Schotland) het toneel zijn voor mariene
wetenschappers die wereldwijd bezig zijn met mariene organismen en hun
leefwereld. Op deze tweede wereldconferentie voor de mariene biodiversiteit
zijn de behandelde themas divers: van taxonomie en mariene biotechnologie,
over ecosysteemdiensten en ecosysteemfysiologie, over klimaatswijzigingen,
extreme condities en menselijke impact, tot mariene technologie, bioinformatica
en data, nieuwe statistiek voor biodiversiteitsonderzoek, marien beleid en
wetgeving, educatie en outreach Onderzoekers hebben nog tot 30 januari 2011 de
tijd om abstracts in te dienen via de conferentiewebsite www.marine-biodiversity.org.
1.2. De Noordzee als veldlaboratorium
voor mariene bescherming
Tegen
2012 wordt Europa verwacht een coherent uitgebouwd netwerk van mariene Special
Protection Areas uit te bouwen (cf. EU Biodiversity Action Plan). Men moet
zich hiervoor baseren op de best beschikbare wetenschappelijke kennis, maar
waar staan we wat dat betreft anno 2010? Voor het Belgisch deel van de Noordzee
werd binnen het project WESTBANKS gevalueerd hoe de wetenschappelijke
onderzoeksresultaten gebruikt kunnen worden in het beleidsvormend proces bij
het aanduiden, beheren en monitoren van mariene beschermde gebieden (MPAs).
Tijdens het Europese symposium The North Sea, a field lab for marine
protection wil het WESTBANKS-consortium en de Marine Board van ESF dat alle
MPA-experten uit het Noordzeegebied (wetenschappers, beleidsmakers, natuurbeschermers,
etc.) hun ervaringen delen over het gebruik van wetenschap bij hun
beleidsplannen voor deze speciale beschermingsgebieden op zee. Hoe moet de
wetenschap vertaald worden opdat beleidsmakers er optimaal gebruik kunnen van
maken om MPAs te selecteren, te beheren en te monitoren? Welke
wetenschappelijke kennis ontbreekt nog? Welke beleidsmaatregelen zijn nodig om
het beheer en het monitoringproces te onderbouwen? Het symposium gaat door op
22 maart 2011 in Leuven (zie www.vliz.be/projects/westbanks/symposium voor meer
informatie).
1.3. Wetenschapswedstrijd Planeet Zee
vaart een nieuwe koers
Planeet
Zee wordt dit schooljaar voor de 4de keer gelanceerd. Op dit
digitaal leerplatform
www.planeetzee.org vind je 22 zee-
en oceaanmodules die gerelateerd zijn aan de leerplannen van de
natuurwetenschappelijke vakken uit de 3de graad secundair onderwijs.
Veel leerkrachten en leerlingen halen er hun inspiratie bij het realiseren van
de onderzoekscompetenties. De informatie aanwezig in het e-learningproject is
ook te gebruiken als rode draad voor seminaries of lessen Begeleid Zelfstandig
leren (BZL) tijdens de vrije ruimte. Een handig overzicht van alle praktische
oefeningen uit Planeet Zee, samen met andere zeelabos vind je op de pagina www.vliz.be/NL/infoloket/zeelessen_opdrachten. Klasgroepen
die werken met Planeet Zee worden aangemoedigd deel te nemen aan het
wedstrijdelement. De jury beoordeelt kort voor de paasvakantie 2011 alle
ingezonden reportages, waarin de leerlingen hun motivatie tonen om na de
paasvakantie een week als zeewetenschapper op expeditie te gaan met het
onderzoeksschip Zeeleeuw van VLIZ en DAB Vloot. Uiteraard is deze motivatie
gekoppeld aan hun uitwerking van enkele modules van het e-learningproject.
Nieuw dit jaar is dat leerkrachten die hun klasgroep inschrijven, als
voorproefje op de expeditie kunnen intekenen voor een dagje uit met de Zeeleeuw
(op basis van 'first come-first served; afhankelijk van de weerssituatie). De
ideale gelegenheid om een aantal practicumideen op te doen en vooral om te
ervaren hoe leerrijk de expeditie voor de winnende klasgroep wel zal worden.
Het hele project is gratis. Grijp je kans, surf naar www.planeetzee.org en schrijf je
nu in! Je kan er ook de foto's van vorige edities bekijken.
1.4. Grensoverschrijdende meeting op
het Channel-North Sea Forum
Mensen
die professioneel bezig zijn met zee en kust in de gebieden Nord-Pas de Calais,
Picardi, Kent, Vlaanderen en Zeeland worden op 3 en 4 november 2010 verwacht
op het 2de Channel-North Sea Forum in Boulogne-sur-Mer (Nausicaa).
Deze lokale werkgroep binnen de schoot van het Global Forum on Oceans, Coasts
and Islands (www.globaloceans.org) wil door het
opzetten van dialoog tussen stakeholders, het promoten van strategisch bestuur
en het aanzetten tot politieke acties een duurzaam gebruik van de zeen,
oceanen en eilanden mogelijk maken. Na een succesvolle eerste meeting in juni
2009, wil dit tweede overleg zich vooral toespitsen op het duurzaam ontwikkelen
van de Dover Strait. Meer informatie over het programma en de gratis
registratie kan via de Forumcordinator Catherine de Noyer (cdenoter@biotope.fr, +33 (0)3 21 10
51 52 of +33 (0)6 15 58 58 81).
1.5. Een zee van afval
Almaar
meer plastiek en ander afval in zeen en oceanen. Almaar meer plastiek en afval
dat aanspoelt op onze stranden. De jaarlijkse strandopruimactie van de Marine
Conservation Society (MCS) in het Verenigd Koninkrijk bewijst het: sinds de
start van de MCS Beachwatch survey in 1994 is de hoeveelheid afval op Britse
stranden met maar liefst 75% gestegen! En dat terwijl de vereniging, die
jaarlijks duizenden vrijwilligers mobiliseert om 300 Britse stranden te ontdoen
van niet-natuurlijk afval, tegen 2015 streefde naar afvalvrije stranden.
Ook KIMO (www.kimointernational.org), een
internationale vereniging van lokale overheden, wil de noordelijke zeen en
kustwateren schoonmaken van bestaande verontreinigingen en deze van toekomstige
vervuiling vrijwaren. Een zee van afval is een eendaagse conferentie (11
november 2010) georganiseerd door KIMO Nederland & Belgi, in samenwerking
met het mariene afvalverwerkende bedrijf Bek & Verburg B.V. uit Rotterdam.
Sprekers uit het bedrijfsleven tonen hoe afvalinzameling gebeurt in de haven
van Rotterdam en hoe afval op zee gemonitord wordt (Fishing for Litter).
Verder zijn er presentaties over microplastics, de resultaten van de
OSPAR-conferentie, en over hoe zal worden omgegaan met marien afval in de
nieuwe Europese Mariene Strategie. Lees meer op www.kimonederlandbelgie.org of contacteer
de organisatie via info@kimonederlandbelgie.org.
1.6. Wierendag: kennen van en koken
met
Op
zaterdag 13 november is het verzamelen geblazen voor alle kenners en
niet-kenners van de wieren aan onze kust. Afspraakplaats: Provinciaal Ankerpunt
Kust (InnovOcean site, Wandelaarkaai 7 (ingang: pakhuis 68) in Oostende)
vanaf 9.30 uur. Kenner Olivier De Clerck van de afdeling Algologie van
Universiteit Gent zal er in de voormiddag aan de niet-kenners een introductie
geven over de wereld van de wieren en de wieren in de wereld. Over de middag
wordt er gekookt met wieren. In de namiddag (tot 17.00 uur) volgt dan de
praktijk waarbij wieren gedetermineerd worden onder leiding van Nathalie
Severijns. Info en organisatie: info@strandwerkgroep.be.
1.7. Voer voor aquacultuur: Aquafeed
2010 in Gent
Op
8 en 9 november vindt in Gent het 10de Aquafeed Platform 2010
plaats. In het Pand komen experten uit Europa en erbuiten spreken over het
optimaliseren van voer in de aquacultuur (dag 1) en de trends en handel in
ingredinten van visvoer, voedingswaarde en formule (dag 2). Deze intensieve
specialisatiecursus is bedoeld voor technici, toestelontwikkelaars,
productsamenstellers, ingenieurs, chemici en verkoop- en marketingspecialisten.
Alle details en info voor inschrijving op www.smartshortcourses.com.
1.8. Dag van de Wetenschap aan
boord van de Zeeleeuw in Gent
Blokkeer
alvast 21 november in je agenda. Die zondag zal in gans Vlaanderen quasi elke
wetenschappelijke instelling opendeur houden, waar je de wetenschap kan
beleven. Een leuke afwisseling voor de traditionele koffie met taart op
zondagmiddag! Speciaal voor deze Dag van de Wetenschap zal het
onderzoeksschip Zeeleeuw aanmeren bij de Rigakaai in Gent (recht tegenover
meubelen Weba). Groot en klein, jong en oud kunnen tussen 11.00 en 17.00 uur
het schip en de interactieve zeewetenschappelijke tentoonstelling bezoeken.
Vanaf 2 november zal alle detailinformatie beschikbaar zijn via de website www.dagvandewetenschap.be.
1.9. Wetenschap en visserij:
hechtere partners!
De hervorming van het gemeenschappelijk visserijbeleid is een heet hangijzer
voor de zeevisserijsector in Europa. Tegen 2012 loopt het huidige
visserijbeleid, dat vele tekortkomingen bleek te hebben, ten einde. De Europese
Commissie heeft een consultatie op gang gebracht over hoe het Europese
visserijbeleid er in de toekomst moet gaan uitzien. Maar wetenschappers en de
visserijsector hebben vaak een verschillende visie op de visserij en
ecosysteembeheer. Ze zijn in een verhit debat verwikkeld over de waarde van de
wetenschappelijke gegevens, die als basis dienen voor het bepalen van de
doelstellingen en voor het uitstippelen van een strategie.
Producentorganisaties en andere belanghebbenden trekken vaak de geldigheid en
de interpretatie van het wetenschappelijk advies in twijfel, steunend op de
feedback van de vissers over hun dagdagelijkse waarnemingen op zee. Een nauwere
samenwerking tussen de visserijsector en de wetenschappelijke wereld kan dit
verhelpen en leiden tot een betere onderlinge verstandhouding. Van 9 november
2010 tot 10 november 2010 gaat in het casino Kursaal van Oostende het
internationale symposium Improved Fisheries and Science Partnerships as Policy
Drivers door. Het symposium beoogt dieper in te gaan op deze kwesties en
lessen te trekken uit de beste praktijken. De conclusies van het symposium
zullen tijdens de Visserijraad van november aan de EU-ministers worden
voorgesteld. Het evenement kadert binnen het Belgische Europese
voorzitterschap. Alle informatie en inschrijvingen bij Patricia De Clercq (mpatricia.declercq@lv.vlaanderen.be
- +32 (0)2 552 77 09 of +32 (0)476 514 498).
2.1. OSPAR rapport beoordeelt status
van de Noordoost-Atlantische Oceaan
Het
nieuwste Quality Status Report (QSR 2010) van de OSPAR-Commissie die de
gezondheidstoestand van de zeen tussen de Azoren en de Noordpool onderzoekt
begint positief: het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan is de
afgelopen tien jaar iets schoner geworden doordat er veel minder olie, zware
metalen, radioactieve stoffen en nutrinten in het zeewater terechtkomen. Toch
werd het doel om tegen 2010 de eutrofiring uit te roeien niet gehaald en
blijft de stikstofaanvoer vanuit de lucht hoog en stijgt de uitstoot via
schepen. Maar de auteurs, afkomstig uit vijftien landen in West-Europa
waaronder ook Belgi, waarschuwen vooral voor de geringe kennis van de effecten
van vervuilende stoffen op het mariene leven en het vele (plastiek)afval in de
oceaan. Ook blijkt er geen eind te komen aan de overbevissing van vele
visstocks, terwijl de status van een groot aantal stocks zelfs niet kan
gevalueerd worden doordat er te weinig kennis beschikbaar is. De uitputting
van sleutelsoorten en de verstoring van het voedselweb zijn onrustwekkende
gevolgen van de visserij. De teloorgang van de biodiversiteit in onze mariene
wateren is nog lang niet stopgezet. Alle OSPAR-gebieden kampen met bedreigde en
afnemende soorten. De toenemende menselijke activiteiten bedreigen het mariene
milieu en kustecosystemen, vooral dan in de Noordzee. Ook hier ontbreekt
grotendeels de kennis om de gecombineerde druk van alle activiteiten samen te
evalueren en te remediren. De effecten van klimaatsverandering en de verzuring
van de oceaan zijn nu evident, vooral in de noordelijke OSPAR-gebieden. Het
volledige rapport is te downloaden via www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=198817. Meer
achtergrondinformatie is te vinden via de OSPAR-website (http://qsr2010.ospar.org) en op de QSR
2010 DVD (www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=199475).
2.2. EU investeert in kennis over de
zee
Om
het gentegreerde Europese Maritieme Beleid, inclusief de Kaderrichtlijn
Mariene Strategie, goed te kunnen onderbouwen en uitvoeren, moet alle beschikbare
wetenschappelijke kennis verenigd en gemobiliseerd worden. De nu zeer
fragmentarische observatiecampagnes op zee moeten gentegreerd worden tot n
coherent pakket. Met deze boodschap wil de EU via de campagne 'Marine Knowledge
2020' aandacht vragen voor het verder uitbouwen van een Europees Observatie- en
Datanetwerk (EMODnet). Om te bepalen hoe een dergelijk netwerk er in de
toekomst moet uitzien, startten in 2009 vijf pilootprojecten (voor biologische,
chemische, hydrologische en geologische data en het in kaart brengen van
habitats). Het VLIZ cordineert het biologisch lot (http://bio.emodnet.eu). Een
consortium van instituten naast VLIZ ook ICES, MarBEF, SeaDataNet, GBIF,
PANGAEA, OBIS en IBSS moet in deze fase bepalen hoe de biologische databanken
binnen dit Europees marien observatie- en datanetwerk het best kunnen
uitgebouwd worden en welke de hiaten zijn in de geografische en tijdsdekking.
Als basis wordt de reeds bestaande Europese atlas met verspreidingsgegevens van
mariene soorten gebruikt, EurOBIS (www.marbef.org/data/eurobissearch.php). In het rapport van de
eerste EMODnet-workshop Biologische dataproducten lees je meer (www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=198733). Leuk
extraatje is dat de Europese Commissie voor het promotiefilmpje van de campagne
'Marine Knowledge 2020' o.a. beelden gebruikte van het VLIZ en van Vlaamse
wetenschappers aan het werk op de Zeeleeuw. Het filmpje is te bekijken op You
Tube (www.youtube.com/watch?v=ogOOTFTg9LA).
Ook wetenschappers, beleidsmakers en diverse mariene actoren onderstreepten,
ter gelegenheid van het 2de Marine Board forum, de dringende nood aan een
netwerk van mariene observatoria voor monitoring en onderzoek om het EU
gentegreerde maritieme beleid goed te kunnen ondersteunen. In hun Vision
Statement stellen ze dat enkel een combinatie van satellieten,
onderzoeksschepen en andere schepen, mariene onderzoeksstations en boeien
algemeen mariene observatoria genoemd zal kunnen zorgen voor langetermijn-tijdsreeksen
van in situ meetgegevens van de Europese zeen. De observatoria zullen
de ruggengraat vormen van het oceaanobservatiesysteem en het EMODNET. Dit
netwerk van observatoria moet genstalleerd en onderhouden worden door een
multinationale samenwerking. Lees alles over het 2de Marine Board Forum en het Vision
Statement op: www.esf.org/research-areas/marine-sciences/marine-board-forum/2nd-marine-board-forum-september-2010.html.
2.3. Een decennium van mariene
ontdekkingen
Het aantal dier- en plantensoorten dat in
zee leeft blijkt veel hoger dan verwacht. Onderzoekers schatten dat er 250.000
mariene soorten beschreven zijn, 20.000 meer dan eerder gedacht. Dit is een van
de resultaten van het 10 jaar durende onderzoek Census of Marine Life (CoML),
waaraan meer dan 2700 onderzoekers uit 80 landen deelnamen. Het doel van dit
grote project was om te bepalen welke soorten in zee leven (diversiteit), waar
ze voorkomen (verspreiding) en in welke aantallen (dichtheden). Ook werd via
historische studies bepaald hoe de zeen er in het verleden moeten hebben
uitgezien en worden voorzichtige voorspellingen gemaakt van hoe de toekomst er
kan uitzien. Van de dieren die nu al zijn ontdekt, bestaat de grootste groep
uit schaaldieren (19%). Daarna volgen de weekdieren met 17% en de vissen (12%).
De rijkste wateren van de wereld bevinden zich rond Australi, Japan en China.
Een prachtig rapport (www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=199225)
bundelt alle onderzoeksresultaten. Meer uitgebreide resultaten, spectaculaire
beelden en andere producten zijn terug te vinden via www.coml.org.
Alle geldige en eerdere namen van de reeds 250.000 ontdekte en beschreven
mariene soorten zullen ook terug te vinden zijn in het World Register of Marine
Species (www.marinespecies.org). Begin
oktober 2010 stond de teller van het register iets boven de 200.000. Onze
medewerkers in het VLIZ datacentrum en de 239 taxonomische experten van over de
ganse wereld hebben dus nog een weg te gaan. Zeker als we de schattingen mogen
geloven dat er in totaal 1.000.000 soorten organismen in zeen en oceanen
leven!
2.4. Helft hernieuwbare energie uit
zee tegen 2050
Tegen
2050 zou Europa tot 50% van zijn elektriciteitsnoden kunnen halen uit mariene
hernieuwbare energie. Offshore windenergie raakt stilaan ingeburgerd, maar er
is ook veel energie te halen uit golven, getij- of oceaanstromingen. Verder
kunnen we gebruik maken van zout- en temperatuurgradinten in de oceaan om
energie op te wekken of algen kweken om er biodiesel van te maken. Vijftig
procent van de hernieuwbare energie uit zee halen is misschien een ambitieus
doel, maar is zeker realistisch als onderzoekers, industrie en het beleid de
handen in elkaar slaan staat te lezen in het visiedocument van een panel
Europese experten (www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=199562).
Wie meer wou te weten komen over mariene hernieuwbare energie kon zijn oor te
luisteren leggen op de VLEVA-conferentie The North Sea: an ocean of renewable
energy opportunities for the industry in Flanders op 26 oktober in Oostende.
Meer info op www.vleva.eu/OpenDays2010/OffshoreRenewables,
bij Ariane Decramer (ariane.decramer@vleva.eu of 02 737 14
35) of Jan Kretzschmar (jan.kretzschmar@vleva.eu of 0475 63 96
79). Wie deze conferentie gemist heeft kunnen we aanraden om op donderdag 28
oktober de voordracht over golfenergie door Pieter Mathys (UGent, AWW) mee te
pikken tijdens de IFEST 2010-beurs in Flanders Expo in Gent. Op deze vakbeurs
voor milieu en veiligheid is de vrijdagvoormiddag gereserveerd door het
energiekennisplatform Power-Link. Meer info op www.ifest.be/NL/seminaries.
2.5. Europa's zeegerichte toekomst
Zeewetenschappers
uit gans Europa kwamen eerder in oktober twee dagen bijeen in Oostende ter
gelegenheid van de EurOCEAN 2010 Conferentie. Uit het einddocument, de Ostend
Declaration, blijkt alvast hoe de grote uitdagingen en kansen van het
maritieme continent Europa optimaal kunnen worden benut in de volgende
decennia. De Ostend Declaration dient als stimulans om met nieuwe ideen het
zeeonderzoek te innoveren en zo de grote uitdagingen van de toekomst aan te
gaan. De zeewetenschappelijke gemeenschap heeft volgende items als de
belangrijkste uitdagingen voor de nabije toekomst gedentificeerd: het mariene
en maritieme onderzoek in Europa moet nog beter worden gestroomlijnd via
gezamenlijke, grensoverschrijdende samenwerkingsprogrammas (Joint
Programming); deze taak is immers t groot voor elk land apart. Er moet werk
gemaakt worden van een gentegreerd Europees Oceaan Observatie Netwerk
(EMODnet) dat beantwoordt aan de huidige maatschappelijke noden en
ondersteuning biedt aan de belangrijkste beleidsinitiatieven. Bovendien moet de
mariene onderzoeksgemeenschap, om succesvol te zijn, haar data, informatie en
kennis delen met haar Europese buren en met de wereldgemeenschap van
onderzoekers, inclusief die in derdewereldlanden (Research to Knowledge).
Tenslotte mogen we niet uit het oog verliezen dat onderwijs en opleiding van
een volgende generatie wetenschappers cruciaal is om de positie die Europa nu bekleedt
in de oceanografie, te bestendigen. Bij het vooropgestelde doel om 3% van het
Bruto Europees Product (BEP) te besteden aan onderzoek, kunnen 3,7 miljoen
nieuwe jobs en 800 miljard EUR bijkomend BEP worden gecreerd tegen 2025, met
een belangrijke rol voor het marien en maritiem onderzoek en technologie. Lees
alles over de conferentie en de Ostend Declaration op www.eurocean2010.eu. De nieuwe
uitdagingen voor het mariene onderzoek zijn ook gebundeld in een
overzichtelijke folder te downloaden via www.vliz.be/press/docs/EurOCEAN2010-Leaflet-EN.pdf.
3.1. Doctoraatsprogramma over de
status en behoud van mariene ecosystemen
De
EU keurde een doctoraatsprogramma over Marine Ecosystem Health and
Conservation - MARES goed (www.mares-eu.org). Door
financiering binnen het kader van het Erasmus Mundus-initiatief zullen per jaar
8 tot 10 doctoraatsbeuzen specifiek voorzien worden voor het MARES-programma.
Over een totale periode van 5 jaar zullen dus 40 tot 50 doctoraatskandidaten de
kans krijgen zich te vormen binnen een van de zes domeinen: (1) Toekomstige
oceanen: temperatuursveranderingen, hypoxia en verzuring; (2) Effecten van
biodiversiteit op het functioneren van mariene ecostystemen; (3) Biologische
invasies; (4) Natuurlijke hulpbronnen: overexploitatie, visserij en
aquacultuur; (5) Geluidsvervuiling in de oceaan; (6) Habitatverlies en urbanisatie,
kustinfrastructuren en mariene ruimtelijke planning. Dit ambitieuze
doctoraatsprogramma wordt gecordineerd door de Sectie Mariene Biologie van de
Universiteit Gent en uitgevoerd in samenwerking met 24 partners
(universiteiten, onderzoeksinstituten, bedrijven, ngo's, ...). De doctorandi
zullen o.a. kunnen studeren in ten minste twee van de partnerinstituten,
specifieke trainingen kunnen volgen en deelnemen aan internationale
conferenties. De volledige rit zal uiteindelijk beloond worden met een gemeenschappelijke
Ph.D. titel Doctor in de Mariene Wetenschappen. Kandidaten kunnen zich
aanmelden vanaf november 2010. Contacteer Tim Deprez (tim.deprez@ugent.be - 09 264 85 16)
of Magda Vincx (magda.vincx@ugent.be) voor meer informatie.
3.2. Nominaties verwacht voor de 2011
Seafood Champion Awards
Nu
al voor de zesde keer zal de Seafood Champion Awards individuen of organisaties
erkennen die een positieve verandering teweegbrachten in de visverwerkende
industrie (www.seafoodchoices.com/whatwedo/champions.php). De prijs
wordt uitgereikt door het Seafood Choices programma van SeaWeb, een organisatie
die zich wereldwijd inzet voor een duurzamer gebruik van de zeen en oceanen.
Ze doen dit o.a. via het verspreiden van objectieve, wetenschappelijk
gefundeerde informatie. Jaarlijks organiseert SeaWeb ook de Seafood Summit
alternerend in Europa en Amerika voor betrokkenen bij de duurzame
visverwerkende industrie. Ken je een persoon of organisatie die een
opmerkelijke verwezenlijking heeft gedaan om de duurzaamheid en de
overvloedigheid van de visaanvoer te helpen verzekeren en een verantwoorde
internationale industrie uit te bouwen? De kandidaten mogen afkomstig zijn uit
de visserij- of aquacultuursector, de visverwerkende bedrijven of
distributeurs, restaurants of andere voedselverwerkende sectoren. Maar ook
vanuit de natuurbeschermingshoek, het onderzoek en de media zijn kandidaten
welkom. Online indienen van dossiers kan nog tot 12 november 2010.
3.3. Twee experten marien toezicht
voor IPSC in Itali
Het
Institute for the Protection and Security of the Citizen (IPSC) is een van de
zeven instituten binnen het Joint Research Centre (JRC) van de Europese
Commissie. Vanuit Ispra in Itali geeft het IPSC wetenschappelijke en
technische ondersteuning aan het beleid van de Europese Unie, waaronder het
maritieme beleid en het visserijbeleid. Men zoekt er binnen de Maritime
Surveillance Group twee nieuwe medewerkers. Vooreerst is er nood aan een expert
maritiem toezicht voor het opvolgen van meerdere lopende onderzoeksprojecten in
verband met Synthetic Aperture Radar Technology, om de detectie van schepen
via bestaande en toekomstige satellietsensors te verbeteren. Het werk kan
variren van projectplanning over literatuuronderzoek, uitvoeren van remote
sensing metingen, tot het ontwikkelen van algoritmes en computertoepassingen,
data-analyse en rapportage. Men zoekt een postdoc of ervaren wetenschapper met
goede kennis van fysica, remote sensing, toegepaste wiskunde, beeldanalyse of
andere relevante ervaring. Solliciteren kan nog tot 18 november 2010. In
tweede instantie wordt gezocht naar een onderzoeker maritiem toezicht
piraterij. De kandidaat moet een maritieme achtergrond hebben en een Ph.D.
hebben of minimaal 5 jaar relevante ervaring in een van de volgende domeinen:
veiligheid, observatie- of communicatiesystemen, fysica, signaalverwerking,
remote sensing, elektrische bouwkunde of vergelijkbare expertise. Deadline voor
het solliciteren is 22 november 2010. Meer info op http://ipsc.jrc.ec.europa.eu/showgrant.php?id=197
en http://ipsc.jrc.ec.europa.eu/showgrant.php?id=198.
3.4. Prijsvraag meervoudig
ruimtegebruik Noordzee
Het
Nederlandse Rijkswaterstaat schrijft een prijs uit voor innovatieve business
cases rond het meervoudig ruimtegebruik in de drukke Noordzee. Aangezien er
zich steeds meer menselijke activiteiten afspelen op zee en de Noordzee
natuurlijk maar zo groot is als ze is, zal in de toekomst steeds meer creatief
omgesprongen moeten worden met de beschikbare ruimte en zal deze zo efficint
en meervoudig mogelijk moeten worden benut. Interessante voorstellen worden
ingewacht tot 1 februari. De meest innovatieve business case zal beloond worden
met een actieve deelname van Rijkswaterstaat om het voorstel verder te
ontwikkelen tot een ontwikkelingsplan. Meer informatie op te vragen via +31
(0)70 390 66 00 (vragen naar Marco Zeeman of Mevr. M. Harte).
3.5. Deskundige Marien Milieu
gezocht bij DG Leefmilieu
Deze
functie is vacant binnen de dienst Marien Milieu van het Directoraat-Generaal
Leefmilieu van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de
Voedselketen en Leefmilieu. De kandidaat staat in voor het verdedigen, het
cordineren en het opvolgen van de internationale dossiers in verband met de
bescherming van het mariene milieu en dit met het oog op het voorbereiden,
adviseren, onderhandelen, rapporteren en uitvoeren, in gezamenlijk overleg, van
de Europese en multilaterale verbintenissen van Belgi, inclusief het van op
afstand opvolgen en begrijpen van de monitoringactiviteiten die daarmee gepaard
gaan. De deskundige marien milieu werkt ook mee aan het uitbouwen en het
uitvoeren van het nationale beleid inzake de bescherming van het mariene
milieu, met name de strijd tegen de vervuiling, de bescherming en/of het
herstel van de ecosystemen, met inbegrip van de bedreigde soorten en het beheer
van de menselijke activiteiten. Reageren kan vr vrijdag 29 oktober 2010 bij
FOD Leefmilieu. Meer info op: www.mumm.ac.be/Downloads/deskundigemarienmilieufod2010web.pdf.
3.6. Deadline
VLIZ wetenschapsprijzen nadert: 29 oktober
Jaarlijks
kent het Vlaams Instituut voor de Zee twee prijzen toe ter bekroning van twee
afstudeerwerken op Master-niveau. Zowel fundamentele als toegepaste
onderzoeksonderwerpen in alle takken van de mariene wetenschappen komen in
aanmerking. De prijzen bedragen elk 500 EUR en zijn voorbehouden aan jonge
onderzoekers die ten hoogste twee jaar afgestudeerd zijn aan een Vlaamse
universiteit of hogeschool. Indienen kan nog tot 29 oktober 2010. Alle
informatie op www.vliz.be/NL/Over_het_VLIZ/VLIZ_Aanmoedigingsprijs.
Daarnaast wordt ook jaarlijks de North Sea award (1000 EUR) uitgereikt
voor vernieuwend fundamenteel of toegepast onderzoek dat zich toelegt op het
bestuderen van de structuur of het functioneren van de Noordzee, met nadruk op
de Zuidelijke Bocht of het Kanaal. Onderzoek dat bij voorkeur relevant is voor
het duurzaam beheer van de beschouwde regio. Studies die de biodiversiteit van
het lokale ecosysteem behandelen zijn ook welkom. De prijs wordt jaarlijks
toegekend aan een onderzoeker (of een onderzoeksgroep) die werkt in en afkomstig
is uit een land grenzend aan de Noordzee. De bijdrage moet een postgraduaat of
postdoctoraal niveau hebben. De deadline voor het indienen van een dossier
verloopt op 29.10.2010. Meer info op: www.vliz.be/NL/Over_het_VLIZ/VLIZ_North_Sea_Award.
4.1. Inzicht in de evolutie
van reuzencellen in zee
Je
kent het wel nog uit de biologieles in het secundair onderwijs: een gewone
eukaryote cel bestaat doorgaans uit cytoplasma, wat organellen en een kern,
omgeven door een celmembraan. De meeste macroscopische organismen (zoals dieren
en planten) zijn opgebouwd uit dergelijke cellen. Maar sommige mariene
groenwieren hebben een totaal verschillende celbouw en bestaan uit reuzencellen
waarbinnen tientallen tot miljoenen kernen te vinden zijn. Sommige van deze
wieren, zoals bijvoorbeeld soorten binnen het genus Caulerpa, zijn gevormd uit
n gigantische cel die gemakkelijk enkel meters lang kan worden.
Hoe en wanneer dergelijke cellen ontstaan en gevolueerd zijn was tot op heden
een groot vraagteken. Aan de hand van fylogenetische analyse konden
onderzoekers van de Onderzoeksgroep Algologie van de Universiteit Gent de
evolutie van deze reuzencellen ophelderen. In een pas verschenen wetenschappelijk
artikel in het tijdschrift Molecular Biology and Evolution (www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=199616)
tonen ze aan dat de oorsprong van deze reuzencellen zeer oud is; vermoedelijk
al van in het Neoproterozocum (ongeveer 600 miljoen jaar geleden). Meerkernige
cellen zijn waarschijnlijk verschillende malen los van elkaar ontstaan uit
nkernige en ncellige voorouders. En niet uit meercellige organismen, zoals
voordien algemeen werd aangenomen, weet Frederik Leliaert een van de
onderzoekers die de vondst deed ons te vertellen.
4.2. Vroegmiddeleeuwse nederzetting
in de polders rond Leffinge
In
de polders rond Leffinge heeft een team archeologen van de vakgroep Kunstwetenschappen
& Archeologie van de VUB sporen teruggevonden van een vroegmiddeleeuwse
site. Op de site Oude Werf werden deze zomer een viertal proefsleuven
gegraven. Dit om een eerste inschatting van het archeologische potentieel van
deze site mogelijk te maken. Hoewel de verwerking van de vondsten nog moet
beginnen, is het duidelijk dat de resultaten groot belang hebben. In de tijd
moet de site zich situeren tussen 700 en 1100 na Christus, lazen we in De
Standaard (www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=J2311MVE)
uit de mond van Pieterjan Deckers, die samen met Dries Tys de opgravingen
cordineerde. Naast aardewerk uit de 7de tot 9de eeuw,
vonden we ook schapenbotten en enkele metalen voorwerpen terug, zoals een
riemtong, prestigieuze mantelspelden en een stukje beslag. We hebben hier te
maken met de vroegst gekende middeleeuwse bewoning in onze kustvlakte, nadat
die door de Romeinen was verlaten omwille van economische problemen en
voordurende overstromingen, zei Dries Tys op radio 1. De site bevindt zich op
een opgehoogd plateau met een diameter van 100 meter, door de mens aangelegd om
met de voeten droog te zitten. Deze bewoning was al aanwezig voordat de
kustvlakte bedijkt werd, in een gevarieerd en dynamisch landschap van schorren,
slikken en geulen. In dit landschap waren zoutwinning en schapenteelt wellicht
de belangrijkste economische activiteiten. De wol werd gebruikt voor de aanmaak
van textiel, dat verhandeld werd naar Frankrijk, Engeland en Holland. De VUB
ploeg zal deze site en regio met nauwe aandacht blijven onderzoeken, om de
kennis over landschap en geschiedenis van onze kustvlakte verder te verdiepen.
We kijken al uit naar de verdere onderzoeksresultaten!
4.3. Farmaceutische stoffen in
Belgisch kustwater
In
medicijnen, gebruikt in de geneeskunde en de diergeneeskunde, zitten slechts
kleine hoeveelheden actieve chemische stoffen. Alles samengeteld consumeren
Belgen jaarlijks toch al gauw 3.750 kg pure niet-sterodale
anti-inflammatoire stoffen, 776 kg antibiotica en 10.650 kg
neuro-actieve middelen. Bij gebruik van medicijnen wordt steeds een deel van de
actieve componenten uitgescheiden ‑ zowel in pure vorm of als
afbraakproduct. Deze stoffen worden (nog) niet (altijd volledig) uit het
afvalwater verwijderd in de waterzuiveringstations. Het is dan ook te verstaan
dat er een groeiende bezorgdheid ontstaat onder wetenschappers over de
mogelijke effecten van deze cocktail aan micropolluenten in het milieu. Chemici
en ecotoxicologen van de Universiteit Gent onderzochten voor de eerste maal de
aanwezigheid van deze farmaceutische stoffen in onze kustwateren. Omdat de
meetmethodes voor het op een correcte manier meten van micropolluenten in
zeewater niet voor het rapen liggen, ging eerst heel wat tijd in het op punt
stellen van een betrouwbare en gevoelige analytische methode zegt dr. Lynn
Vanhaecke van het Laboratorium voor Chemische Analyse. Door een
combinatie van analytische technieken, slaagden we erin te meten tot op 1 50
nanogram per liter nauwkeurig. Daarna sloegen ze aan het meten in zeewater van
de Belgische kust, uit het Schelde-estuarium en de Belgische zeehavens: op zoek
naar de actieve stoffen van pijnstillers, antibiotica, ontstekingsremmers,
btablokkers, bloedvetverlagende en psychiatrische medicijnen. Sommige van deze
stoffen werden nog nooit eerder aangetoond in mariene wateren. Uit hun studie
blijkt dat salicylzuur (het actieve bestanddeel van aspirine) het vaakst
voorkomt en dit aan een maximale concentratie van 855 ng per liter. Ook
het anti-epilepticum carbamazepine kwam vaak en in vrij hoge concentraties voor
in het mariene milieu (tot 321 ng per liter). Sulfamethoxazole en
trimethoprim, actieve stoffen van antibiotica, werden teruggevonden in
concentraties van respectievelijk 96 en 29 ng per liter. De btablokkers
propranolol en atenolol waren minder frequent aanwezig, maar vooral deze
laatste piekte soms tot een concentratie van 293 ng per liter. De
farmaceutische stoffen worden onderweg zeewaarts verdund en afgebroken,
waardoor we slechts van een beperkte input kunnen spreken naar open zee. Toch
zien de onderzoekers het vaakst hogere concentraties in de Schelde ter hoogte
Antwerpen en op het meetstation waar de Noord-Ede en het kanaal Brugge-Oostende
uitmonden in de haven van Oostende. Prof. Janssen (Laboratorium voor
Milieutoxicologie), cordinator van dit onderzoek besluit als volgt: Het
voorkomen van deze stoffen in het marien milieu is n ding, wat voor negatieve
gevolgen ze (kunnen) hebben voor mariene flora is echter belangrijker. Hoewel
de afzonderlijke componenten waarschijnlijk geen effecten veroorzaken, weten we
niet wat de ecologische gevolgen zijn van deze cocktail van micropolluenten;
dit wordt momenteel onderzocht. Lees het volledige artikel via het Open Marien
Archief: www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=199471.
5.1.Twee nieuwe kenniscentra
voor haven-, transport- en maritiem recht
ACTRAMAR
(www.ua.ac.be/actramar)
is het nieuwe Antwerpse kennisinstituut voor transport- en maritiem recht. Het
betreft een samenwerking tussen de Universiteit Antwerpen (ITMMA, de faculteit
Rechten en de faculteit Toegepaste Economische Wetenschappen) en de Hogere
Zeevaartschool. Het nieuwe instituut wil alle kennis rond transportrecht en
maritiem-juridische aangelegenheden bundelen en zich focussen op onderzoek,
onderwijs en dienstverlening. Op het vlak van onderzoek gaat het om projecten
of individueel onderzoek met een wetenschappelijk karakter. Dat kan zowel
fundamenteel als toepassingsgericht zijn. Bij het onderwijs wordt de bestaande
Master na Master Maritieme Wetenschappen versterkt, en wordt sedert dit academiejaar
ook een postgraduaat-opleiding (PAVO) aangeboden in Transport- en Maritiem
Recht. Bij de dienstverlening tot slot gaat het om het verlenen van expertise
bij specifieke opdrachten, en het verspreiden van transportrechtkennis via o.m.
gespecialiseerde symposia.
Het gloednieuwe rechtencentrum PORTIUS (www.portius.org) specialiseert zich dan
weer in internationaal en Europees havenrecht. Het is het eerste kenniscentrum
ter wereld dat zich toelegt op de studie van het recht van zowel zeehavens als
binnenlandse havens. Havenrechten zijn een essentieel onderdeel voor het goed
functioneren van havens. Het speciale aan deze discipline is dat het de
havengerelateerde aspecten combineert van zowel het maritieme recht, het transportrecht,
het internationale VN-zeerechtverdrag, publieksrecht, economisch recht,
arbeidsrecht, milieuwetgeving en verschillende andere aspecten van de
wetgeving. PORTIUS is een samenwerking tussen het Maritiem Instituut van de
UGent, het Europacollege, de haven van Gent en de haven van Zeebrugge. Een van
de belangrijkste doelstellingen is om gespecialiseerde cursussen en
conferenties te organiseren voor advocaten en ervaren havenmanagers.
5.2. Zeespiegel stijgt ook door
grondwater
Ruim
een kwart van de huidige jaarlijkse stijging van de zeespiegel wordt
veroorzaakt door verdamping van opgepompt grondwater. We onttrekken steeds meer
grondwater aan de bodem voor irrigatie, drinkwater en industrie. Sinds 1960 is
deze hoeveelheid verdubbeld tot 734 km water. Daarvan komt 283 km
niet meer terug in het grondwatersysteem, omdat het voortijdig verdampt en
elders neerregent, vooral op zee. Volgens Nederlandse onderzoekers van de
Universiteit van Utrecht en Deltares is naar schatting 0,8 van de 3,1 millimeter
zeespiegelstijging per jaar hieraan toe te schrijven. Hun bevindingen werden
gepubliceerd in het tijdschrift Geophysical Research Letters (www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=199619).
Meer uitleg op Kennislink (www.kennislink.nl/publicaties/wereldwijd-onttrekken-van-grondwater-leidt-tot-zeespiegelstijging).
Grondwateronttrekking heeft daarnaast ook bodemdalingen tot gevolg. In
kustgebieden is dit extra problematisch, gezien hierdoor het land extra
kwetsbaar wordt voor overstroming bij hoogwater.
5.3.
Olievervuiling in Noordzee en Kanaal grootschalig gecontroleerd
Van
13 tot 17 oktober 2010 vond een grootschalige controleoperatie plaats in de
strijd tegen olievervuiling door schepen op zee. Deze Super CEPCO
(Co-ordinated Extended Pollution Control Operation) is een internationale
operatie vanuit de lucht die dit jaar werd georganiseerd door de Franse
overheid. In het kader van het Akkoord van Bonn tegen vervuiling op zee,
werkten acht landen samen (Belgi, Denemarken, Duitsland, Nederland, Zweden,
Spanje, Verenigd Koninkrijk en Frankrijk) om gedurende vijf dagen continu een
deel van het Kanaal en de Noordzee te overvliegen en te controleren. De
continue vluchten werden gepland vanuit vier luchthavens (Maupertus Frankrijk,
Oostende Belgi, Manston en Birmingham UK) en de negen deelnemende vliegtuigen
waren uitgerust met de meest recente detectiesystemen voor vervuiling op zee.
Ook het Europese Agentschap voor Maritieme Veiligheid (EMSA) werkte mee met
haar satelliet-detectiesysteem CLEANSEANET. Tijdens deze controle werd slechts
n vervuiling geobserveerd, en dit door ons Belgisch vliegtuig. De vervuiling
was beperkt en verdere interventie bleek niet nodig. Het is duidelijk dat de
uitgebreide controles die de verschillende landen al jaren vanuit de lucht
voeren, samen met de talrijke andere beleidsmaatregelen om illegale lozingen op
zee te beperken, vruchten afwerpen!
5.4. Google Earth voor smartphones
kijkt nu ook onder water
Met
de nieuwe versie van de populaire applicatie Google Earth kun je via de iPhone
en iPad nu ook naar het oceaanoppervlak en -bodem kijken. Op belangrijke
locaties in de oceaan vind je meer informatie zoals artikelen uit Wikipedia,
fotos en filmpjes. In deze versie 3.1.1. kun je ook de dieptelijnen gaan
opvragen, zoals dat eerder ook al bij de desktop-applicatie het geval was.
Google Earth is een gratis applicatie en te downloaden via http://itunes.apple.com/nl/app/google-earth/id293622097?mt=8.
5.5. Doctoraten
Peter De Schrijver (www.vliz.be/imis/imis.php?module=person&persid=23627) behaalde op 18 oktober 2010 zijn titel van Doctor in de Toegepaste biologische wetenschappen/milieutechnologie met het volgende werk Poly-B-hydroxybutyrate as a microbial agent in aquaculture (promotoren: Prof. dr. ir. Willy Verstraete en Prof. dr. ir. Nico Boon van het Laboratorium voor microbile ecologie en technologie).
Maandag 25 oktober 2010 was het de beurt aan Anne-Julie Cavagna (www.vliz.be/imis/imis.php?module=person&persid=11290) van de VUB. Zij verdedigde haar doctoraat The biological pump in the Southern Ocean: three case-studies - three stable isotope tools (promotor: Frank Dehairs van het Laboratorium Analytische en Milieuchemie).
DISCLAIMER
VLIZINE heeft als doel informatie te verstrekken. Eventuele standpunten zijn
die van de auteurs en stemmen niet noodzakelijk overeen met die van het VLIZ.
Het VLIZ is niet verantwoordelijk voor enige schade opgelopen ten gevolge van
foutieve of verkeerd genterpreteerde informatie in dit e-zine, noch voor de
inhoud van websites waarnaar verwezen wordt. Uw adres opgenomen in onze e-zine
rondzendlijst wordt niet aan derden doorgegeven zonder uw toestemming en wordt
niet gebruikt voor commercile doeleinden.
COPYRIGHT
Copyright 2010 Vlaams Instituut voor de Zee. Delen uit dit e-zine mogen in
andere publicaties worden overgenomen, maar uitsluitend met bronvermelding.
Deze publicatie mag wel in haar geheel ter kennismaking worden doorgestuurd
naar derden.
LID WORDEN VAN HET VLIZ KAN
Meer info vindt u op onze website.
WEBSITE
http://www.vliz.be
Vlaams
Instituut voor de Zee
Flanders Marine Institute
VLIZ InnovOcean site
Wandelaarkaai 7
8400 Oostende
Tel. +32-(0)59-34 21 30
Fax +32-(0)59-34 21 31
http://www.vliz.be